Een valscherm voor als het minder ging met zijn eigen winkeltje, want hij beleefde -zoals de meeste trainers- weinig plezier aan acquisitie. In je eigen netwerk ging dat nog wel, maar nieuwe opdrachtgevers bellen leek op daten met heel veel afwijzing.'
Het zesde deel van dit feuilleton. Organisatietrainer Job Steenstra geeft een training op de Learning Lane, maar het zit niet mee. Hij is vrij laat, de techniek laat hem in de steek, er is een opdringerige collega en hij krijgt moeilijk verbinding met de deelnemers. Hij is de zestig voorbij en neemt van alles aan over de wereld om hem heen, hoe zeer hij beseft dat een trainer dat niet zou moeten doen...
Hij liep naar de deur en deed deze dicht, na zich ervan overtuigd te hebben dat de deelnemers terug waren gelopen naar de koffieruimte. Toen rechtte hij zijn rug en richtte zich tot de vrouw die in zijn hoofd nooit een andere naam zou hebben dan de paradijsvogel.
‘Wat ben je aan het doen?’
Ze keek hem aan. De glimlach was weg.
‘Hoe bedoel je?’
‘Ha, een tegenvraag. Kenmerkend voor veel trainers en coaches. Je geeft geen antwoord maar stelt een tegenvraag. Dan ligt de bal bij de ander. Sommigen zagen het zelfs als een belangrijke coaching-vaardigheid.
‘Je weet wel wat ik bedoel, denk ik’
‘Nee sorry, maar ik heb geen idee’
Door de wol geverfd zijn en dan zo onschuldig doen? Ongeloofwaardig. Hij zou een tandje bijschakelen.
‘Luister eens hier. Je kunt meelopen vandaag maar dan graag een toontje lager zingen. Heb je dat goed begrepen?’
Ze keek hem nog steeds niet-begrijpend aan.
‘Je komt hier binnenvallen, gaat koket staan doen met mijn deelnemers en met mij en begint een heel gesprek met de cateringdame die mij moet helpen.’
Ze was goed met stiltes en leek afgestudeerd op gelaatsuitdrukkingen. De expressies op haar gezicht leken zo goed ingestudeerd, dat ze meer op make-up leken dan op oprechte gevoelsuitingen. Maar haar mimiek miste het gewenste effect. Hij bond niet in, maar werd er heftiger van.
‘Het moet nog duidelijker, begrijp ik?’
Hij draaide nu naar haar toe, keek haar recht aan en stak zijn vinger priemend in haar richting.
‘Het allerergste wat je kan doen als co-trainer is je collega afvallen en dat deed je net. Ik weet niet hoe lang je in het vak zit, maar met een gezicht vol understatement dingen zeggen als Job is de baas is ronduit vals.’
De mededeling moest even landen. Ze keek van hem weg, naar de hoek van een ruimte en veranderde haar gedrag.
‘Oh joh, sorry. Zo is het echt helemaal niet bedoeld. Het was meer een geintje. Ik maakte het omdat ik eigenlijk vond dat ik te veel in je schoenen ging staan.’
‘Zo kwam het anders niet over. En waarschijnlijk ook niet bij de deelnemers.’
‘Die begrepen het wel hoor. Nee, joh, het laatste dat ik wil is het je moeilijk maken. Ik ben heel dankbaar dat ik mee mag lopen vandaag.’
Hij keek haar onderzoekend aan. Hij zou haar hebben kunnen geloven, als hij niet had iets had opgemerkt. Tijdens haar gedragsverandering had ze hem even, in een flits, aangekeken met een blik die hij als zeer authentiek beschouwde. Hij had voldoende ervaring in het waarnemen van mensen, dat hij echt van onecht gedrag onderscheidde, vond hij. En wat hij in haar gelaatsuitdrukking had gezien was de blik van een roofvogel.
Hij had ooit filmpjes bekeken van roofvogels op het moment dat ze een prooi vingen. Kort voordat ze hun klauwen in een argeloos jong konijntje zetten, was hun blik volkomen kalm en gefocust, als piloten bij de landing van hun vliegtuig. Dat was wat hij zag en hij vond het tot nu toe de blik die haar het meest typeerde.
Het was geen paradijsvogel, maar een roofvogel. Hij had echter even geen idee hoe hij van haar af kon komen, nu de deelnemers haar aardig vonden. Hij moest iets doen waardoor hij de deelnemers voor zich kon winnen. En terwijl hij haar blikken bleef peilen, kreeg hij een idee.
Hij zou haar aan het werk zetten. Koffie laten halen, dingen laten opschrijven, tafels laten verschuiven, ramen open en dicht doen. Hij zou poeslief voor haar zijn, maar ondertussen het bloed onder haar nagels vandaan halen.
Paradijsvogels en roofvogels in mensengedaante waren in de diepste krochten van hun intenties dominant en zelfzuchtig. Daar moest hij mee aan de gang. Want ze was niet de enige roofvogel. Hij was er ook een. Vanaf nu zou hij strategischer worden naar haar.
‘Je hoeft niet dankbaar te zijn dat je mag meelopen, hoor’
Misschien kon hij haar zelfs als een ware alchemist door zijn wraak mengen.
Terwijl de inmiddels zes deelnemers één voor één binnenkwamen en plaats namen, besefte hij dat hij vergeten was om aan Firousa te vragen of ze de tafels wilde weghalen, zodat er geen open cirkel ontstond maar een nogal schoolse opstelling van stoelen achter tafels. Omdat hij geen zin had om de boel weer te verschuiven liet hij het zo. Niet ideaal, maar hij redde er zich wel mee.
Hij dacht even aan zijn voornemen tot wraak. Normaliter was hij niet wraakzuchtig, maar ze hadden hem wat geflikt. Een paar dingen eigenlijk. En dit ondanks zijn prachtige evaluatiecijfers. Misschien had hij te lang gewacht met reageren. Dat kende hij van zichzelf. Daardoor waren eigenlijk al zijn samenwoonrelaties mislukt. Toegegeven, meestal pas na een paar jaar. Omdat hij te lang doorging met verzorgen en zijn kritiek binnenhield.
‘Het heeft geen enkele zin om een gevecht met je geliefde aan te gaan’ zei hij altijd tegen zijn vrienden ‘Dat wordt een kokende pot van emotie en verwijt, alleen maar omdat je niet doet wat de ander zegt of niet aan zijn of haar verwachtingen beantwoordt. En als je niet oppast, denk je ook nog dat je jezelf ontwikkelt, terwijl het enige dat je ontwikkelt is de relatie en die ontwikkelt ook niet. Ja, van spannend naar veilig.’
Ook met De Reis vocht hij niet. Terwijl de commercie het er allemaal niet beter op had gemaakt voor de trainers. De Reis was een fusie tussen WCO en OQ geweest. Twee gerenommeerde bedrijven in de wereld van Learning & Development, of beter: van training en coaching.
Toen het De Reis was geworden, werd het bedrijf na twee jaar overgenomen door een groot concern, dat vrijwel alle opleidingsinstituten in Nederland had opgezogen. De leider van dit sterk gegroeide bedrijf, Hamersma & Bakker of H & B, was Johan Hamersma. Zijn compagnon Ernst Bakker was tien jaar geleden vrij plotseling overleden, waardoor Hamersma de alleenheerschappij kreeg over het bedrijf. Wat snel duidelijk werd, was dat hij het zakelijke genie van het duo was. Bakker was een beminnelijke netwerker, die in zijn eentje verantwoordelijk was voor het de aanwas van het leeuwendeel van de klanten.
Toen hij stierf begon Hamersma dat netwerk te benutten om zijn bedrijf uit te bouwen. Allerlei trainingsbureaus van enige naam werden opgekocht. Maar daar waar H & B in het verleden bekend stond vanwege zijn warme benadering, verzakelijkte de organisatie snel. Voor de trainers en coaches van WCOQ betekende dat dat ze van de ene op de andere dag geen 475 euro per dagdeel meer kregen, maar 300 euro.
Een aantal trainers vertrok, maar omdat H & B zo’n beetje de totale markt beheerste met twee andere opleidingsgiganten, kwamen ze vaak met hangende pootjes terug. De grote spelers op de markt maakten het voor de kleintjes, de zzp’ers, steeds moeilijker om werk te krijgen. Ze móesten zich wel aansluiten bij H & B om hun broek op te kunnen houden.
In het Corona-tijdperk ging er nog eens 30 euro per dagdeel af, omdat de trainingen via Teams of Zoom werden gegeven. Na Corona kwam die 30 euro er niet zomaar weer bij. Wie dat wilde, kon het krijgen, maar moest rekenen op minder werk. Als trainers op 270 euro bleven staan, stonden ze boven aan de lijst wanneer er iemand gebeld moest worden. Terwijl het leven duurder was geworden, was het dagtarief van trainers gezakt van 950 naar 540 euro. Terwijl Hamersma zelf inmiddels in de top 10 van rijke Nederlanders terecht was gekomen. De salarissen van zijn Management Team logen er ook niet om.
Het had Job nooit lekker gezeten, maar hij moest wel aangesloten blijven, om zijn geld te blijven verdienen. Een basis. Hoewel talloze bedrijven, zorginstellingen, stichtingen en overheidsondernemingen hem hadden ingehuurd in de loop van de jaren, was hij financieel niet onafhankelijk. Hij leefde al jaren op te grote voet. Hij hield te veel van het leven, van eten, vooral ook van wijn en reizen, van zijn verslaving aan boeken en vinyl platen en zijn nooit aflatende neiging om te dure koffie te drinken in koffie-winkeltjes, die allemaal hun koffie als de beste aanprezen.
De Reis was zo’n beetje zijn broodheer geworden; een valscherm voor als het minder ging met zijn eigen winkeltje, want hij beleefde -zoals de meeste trainers- weinig plezier aan acquisitie. In je eigen netwerk ging dat nog wel, maar nieuwe opdrachtgevers bellen leek op daten met heel veel afwijzing. Belde je om een HRM-directeur, -manager of -adviseur te bellen, dan kreeg je een snauwerige assistent aan de lijn, of iemand die op beleefde wijze verzocht om een website of informatie.
‘Dan zet ik het door naar de directeur, en die kan dan bekijken of hij contact wil opnemen of niet.’
Daar haakte hij af. Gemakzucht en trots. Voor iemand van zijn leeftijd, met zijn staat van dienst, was dit een gotspe. Hij had verdomme brouwerijen begeleid, miniseries, juridische organisaties, bloemenveilingen, energiebedrijven. Om je dan door zo’n 30-jarige wise guy of Schroevers-trut onder de mat te laten vegen, dat was voor hem te veel van het goede. Er waren grenzen.
En zo kwamen eigen klussen nog maar druppelsgewijs binnen en had hij zich afhankelijk gemaakt van een slecht betalende opleidingsgigant, die vooral zijn directeuren goed betaalde. En nu ook de reiskosten niet langer vergoed werden, werd het tijd voor wraak. Eén dagje maar zou hij een dramatische performance neerzetten. Een lachwekkende training. Een training die hij al jaren had willen geven. Just for fun. Dat was althans zijn plan die ochtend.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO