NRC heeft vandaag een zeer interessant artikel over ADHD. Het is me uit het hart gegrepen! Ik zou, het artikel lezend, willen dat neurowetenschappers een nieuwe term vinden voor ADHD, en dat organisaties de kwaliteiten van dat wat we nu ADHD’ers noemen, echt beter leren benutten. Bij mij zelf is in 1998 zowel ADHD als hoogbegaafdheid vastgesteld, en ik heb mijn ADHD zowel als een nuttige kwaliteit, als als een beperking ervaren. Mensen die het van me weten, hebben me vaak gevraagd waarom ik succesvol ben in mijn werk met deze ‘handicap’. Ik antwoord dan dat het juist door mijn ADHD komt.
Het is overigens niet makkelijk om mijn ADHD hier publiekelijk te benoemen, want mensen trekken dan vaak een wenkbrauw op, alsof je een onstuurbare stuiterbal bent, je zou zomaar gestigmatiseerd kunnen worden, maar ik vind toch dat ik er maar eens mee voor de draad moet komen, om anderen die ADHD hebben een hart onder de riem te steken. Ook wil ik organisaties laten weten dat ze heel veel kunnen hebben aan het creatieve oplossingsvermogen van ADHD’ers, en hun vermogen om problemen te analyseren en zaken te ontwerpen om organisaties te versterken.
Kijk even mee naar zaken die ADHD’ers bijna allemaal herkennen...
-Impulscontrole is lastig, maar de stroom van creatieve ideeën en oplossingen is onophoudelijk.
-Je kunt je moeilijk houden aan goede voornemens, rituelen en structuren, maar bent vaak goed in het ontwerpen van deze dingen voor anderen, die er meer moeite mee hebben om dit te doen.
-Je korte concentratiespanningsboog leidt ertoe dat je heel veel gestructureerde organisatierituelen (vergaderingen, protocollen, overleg, e.d.) stierlijk vervelend vindt, maar daar staat tegenover dat je daarmee goed kunt blootleggen waar vergaderingen nodeloos lang duren. En dat is pure tijdswinst voor organisaties, want planmatigheid heeft ook een valkuil: nodeloos tijdrovend proceduregeneuzel bijvoorbeeld.
-Impulsief gedrag brengt ook iets al is het soms irritant voor de omgeving, iets wat de ADHD’er overigens constant ervaart want door zijn openheid voelen mensen zich sneller uitgenodigd om hun feedback te uiten. Datzelfde impulsieve gedrag heeft echter een voordeel: het verrijkt omgevingen met humor en verfrissende inzichten. Het doorbreekt sleur.
-Je hebt vaak het gevoel als ADHD’er dat je de dingen verkeerd doet. Van jongs af aan word je geconfronteerd met corrigerende opmerkingen. Bij mij zelf heeft dat lang geleid tot het idee dat ik niet in formele settings pas. Intussen weet ik beter, en functioneer ik daar prima, maar het heeft echt jaren geduurd voordat dat zelfvertrouwen er was.
Dit zijn maar een paar zaken die ADHD’ers en hun omgeving tegenkomen. Het belangrijkste probleem voor ze is dat onze wereld gedomineerd wordt door planmatigheid. Het is duidelijk dat we moeten plannen, maar ook geplande structuren hebben hun beperkingen. Onze cultuur overschat ze naar mijn mening. Wie de boeken leest van neuropsychologen als Goldberg, Dennett, Chabris & Simmons, Daniel Kahnemann en Levitin weet dat planmatig werken vaak gebaseerd is op verkeerde beelden van de werkelijkheid. Ons brein is beperkt, en we maken heel wat fouten bij het 'reguleren' of beïnvloeden van de werkelijkheid.
Wie Kolb kent, weet vanuit opleidingskundig perspectief dat dat planmatige tenminste één menselijke leerstijl van de vier niet bedient. De doener heeft er moeite mee, maar ook analytici vinden planningen niet altijd prettig; zij zouden langer willen nadenken en missen volledigheid. ADHD’ers zouden beter gedijen in een ‘trial and error’-cultuur, dan in een cultuur waarin mensen roepen dat je dingen ‘maar één keer goed kunt doen’. ‘Fouten maken mag’ geeft ruimte aan de kwaliteiten van brede groepen medewerkers.
Hoewel er heel wat organisatiestructuren zijn bedacht, grijpen organisaties vaak terug op strakke planning- en controlmechanismes. Exponentiële organisaties doen dat minder. Begrijp me goed; ik waardeer de planning- en controlmechanismes, maar in die hoek is die waardering voor een meer creatieve benadering er vaak niet. Goede managers weten beide componenten te benutten. Moedige managers durven veranderprocessen in te gaan, of start ups te lanceren, waarbij wel plannen en ‘piketpaaltjes’ (een gruwelijk woord voor de ADHD’ers!) worden gebruikt, maar ook ‘trial and error’ ruimte krijgt. Nog vrolijker wordt ondernemen en werken, als fouten gevierd worden. Het zijn immers geweldige bronnen van informatie om dingen beter te doen.
Het zou mooi zijn als neurowetenschappers met een ander etiket komen voor ADHD. Ik vraag me in alle redelijkheid af of het eigenlijk wel een ‘afwijking’ is. In de jungle van onze verre voorouders zou het wel eens een erg nuttige eigenschap geweest kunnen zijn, vooral in omgevingen waar snel en impulsief handelen een vereiste was. Want dat is een andere kwaliteit van de ADHD’er: hij of zij zal in elk geval handelen. Dat kan verkeerd uitpakken, maar ook net dat ene idee leveren dat niemand had kunnen bedenken.
Dus: is het een afwijking, of net als het planmatig denken of het vermogen tot analyseren gewoon een kwaliteit die zich in de evolutie heeft ontwikkeld? Is het een genetische beschadiging, of een aanpassing aan omstandigheden? We moeten bij deze vragen niet vergeten dat onze cultuur van administratie, planning en controle pas in de laatste 15 000 jaar vorm heeft gekregen. Harari wijst erop dat de agrarische revolutie die lang geleden plaatsvond het ontstaan van het schrift en de administratie noodzakelijk heeft gemaakt. Is het mogelijk dat de cultuur die daardoor onder de mensheid ontstond, ADHD’ers een etiket heeft opgeleverd? ADHD’ers produceren bovengemiddeld meer thèta hersengolven, en dat onderbreekt hun concentratievermogen (met impulsen en ideeën); ze hebben echter juist minder snelle bèta hersengolven.
Tot slot: het is echt zo dat bij ADHD'ers met groeien der jaren het vermogen tot structureren en het ontwikkelen van aandacht verbetert. Ik ben nu 58, en merk dat ik me beter kan houden aan de afspraken die ik met mezelf maak. Het feit dat ik het maatschappelijk goed doe en heb gedaan, geeft me een trots en gelukkig gevoel, en dat wil ik hier niet verzwijgen. Een paar top 10 boeken, meer dan 50 tevreden opdrachtgevers in 25 jaar en een door anderen vaak benoemde originele manier van kijken zijn dingen, die me trots maken. Verder is de continue stroom van ideeën in mijn hoofd een groot genoegen, een pleasure. ‘An inspired mind is a joy for ever’.
Laat ze maar schuiven, die ADHD’ers en pluk hun vruchten als planmatige manager. En beloon ze ervoor. Ze passen goed in de chaostheorie: na 25 momenten van organische ongestructureerdheid is er 1 moment van orde, en dat zou wel eens net het idee kunnen zijn waarop je organisatie zit te wachten.
(Mocht je dit een boeiend artikel vinden, het is een echt ADHD-artikel; ook dit was namelijk een impuls die mijn planning doorbrak.)
bert_overbeek@hotmail.com
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
Dank voor het delen.
fijn deze zonnige kant van onze AD(H)D-wereld.
Aanvullend, wat mij betreft graag de vermelding dat wij tot volle wasdom komen naast een goede planner en een secretarieel medewerker. Deze organiseren en reguleren onze wilde AD(H)D-kantjes zodat onze organisaties en omgeving nog meer van onze kwaliteiten kunnen profiteren.
AD(H)D-ers (en hun wat rustiger familieleden, ADD-ers zoals ik) zijn vaak rechercheurs van blinde vlekken in organisaties, behoren vaak tot de flexibele vernieuwingsgerichten en zijn vaak voorlopers. Sluit ons op, stoot ons af en we blijken al snel de kanaries in de goudmijn vol ongezonde oude lucht of te hoge concentraties giftige politieke of beleidmatige gassen.
Het is, tot slot, wachten op het boek dat AD(H)D-ers uitlegt aan de wereld en de vele voordelen van ons bestaan toont naast de veelgenoemde nadelen. Aspergers en autisten hebben sinds enige tijd al zulke boeken, waarom wij nog niet? AD(H)D-ers zijn natuurlijk geen heiligen met al ons ongeduld en minder goede oog voor details. Maar met wat stut en steun blijken we vaak (achteraf) ons gewicht in goud waard!
Hartelijke groet
Wilag Kater
@Wilag Kater dank voor je opmerking over een boek: is in de maak :-)).
En Marucha: vast al eens een pilletje geprobeerd? In de lijn van jouw reactie: mijn medicatie 'snij ik tegenwoordig op maat'*, als er heftige analytische structuur- of mailboxklussen liggen gaat er een (of meer) pilletje(s) in; zit ik in een brainstormfase of andere creatieve fase blijf ik verre van medicatie. Dit laatste uiteraard vrijwel altijd in overleg met mijn ( directe) werk- en privé-omgeving ;-)
*LET OP - Medicatie (op maat) alleen pakken i.o.m. een psychiater, anders echt afblijven!