Integriteit is nauw verbonden met ferm en duidelijk leiderschap. Het kunnen handhaven van normen en waarden is hiervan een voorbeeld. Niet afwijken van je persoonlijke overtuigingen en het ‘eigen’ gelijk, maar standvastig kiezen voor datgene waarvan je denkt dat het goed is. Moraliteit is echter in deze steeds complexere en veranderende omgeving niet meer vanzelfsprekend.
Waar integriteit nog gebaseerd is op regels die vastliggen in wetgeving, handboeken en richtlijnen, biedt moraliteit weinig houvast. En toch moet je als manager kunnen kiezen, waarbij de impact van die keuze bij morele dilemma’s soms veel groter is.
Als persoon heb ik heb geen bevestiging van anderen nodig bij de oordeelvorming die ik doorgaans doe. Bij de uitwerking van een rapport ben ik overtuig...
Dan gáát het ergens om.
Een van de adviezen die je zou kunnen geven is om niet alleen voorbeeldgedrag te vertonen, maar ook om meer van jezelf te laten zien. Daarmee maak je sneller verbinding met andere mensen. Toon de mens achter de manager. Vertel verhalen. Elke sterke leider doet dat.
Geen vlotte commerciële beslissingen.
Het hebben van maniertjes ter bevestiging van de managersstatus.
Oninspirerende houding jegens het personeel.
Niet delegeren maar controleren.
Eventuele amicale prettige omgangsvormen kunnen die gebreken niet verbloemen.
Een manager heeft alleen dán toegevoegde waarde als die de som der delen doet stijgen en eenieder binnen zijn functiegrenzen de professionele ruimte biedt tot zelfontwikkeling en het begaan van fouten.
Mijn mening is dat in 80% van de gevallen de manager niet capabel genoeg is en onvoldoende draagvlak creëert bij het personeel, dat die daarvoor nog bovenmatig beloond wordt ook is een lachtertje.