“Customers don’t come first, employees come first.” De quote wordt toegerekend aan Richard Branson en ook andere iconen, zoals Bas van der Veldt (CEO AFAS), staan erom bekend deze filosofie aan te hangen. Daarnaast zien we dat werkgeluk in opkomst is en dat sommige bedrijven, zoals Incentro en Guidion, dit als één van de belangrijkste KPI’s zien binnen hun organisatie. Wie ben ik dan om dit tegen te spreken?
Dat zal ik dan ook niet doen. Maar enige nuancering is wel op z’n plek. Het creëren van gelukkige medewerkers kan namelijk nooit het doel van een organisatie zijn. Arjen Banach, specialist op het gebied van werkgeluk, deelt in zijn column waarom medewerkers juist wel op de eerste plek moeten komen.
Begrijp me niet verkeerd: ik ben groot fan van bedrijven waar het gaaf is om bij te werk...
Volgens mij maken jullie allebei een denkfout: het is niet medewerkers of klanten ‘first’, maar het gaat er om dat alle stakeholders in de organisatie een rechtvaardig deel van de toegevoegde waarde krijgen. Dus ja, het doel van de organisatie is om een maatschappelijk noodzakelijk product te leveren, maar ook om de medewerkers hiervoor te belonen, zowel financieel als in ontwikkeling en motivatie. Een gezonde onderneming kan alleen blijven bestaan als alle stakeholders, klanten, medewerkers en aandeelhouders, een faire beloning krijgen. Materieel en immaterieel.
In mijn visie vinden beide werelden elkaar optimaal bij merkgerichte organisaties (hoogste EBIT/rendement): vanuit je unieke DNA lever je unieke meerwaarde aan de markt. Om dat waar te blijven maken (je merkbelofte), moet je zowel werken aan je klantpropositie(s) als aan je organisatie cultuur (en competenties).
Kortom, van teveel hangen aan je medewerkers ga je navelstaren, teveel hangen aan je klanten maakt je kleurloos.
Zie ook: https://www.linkedin.com/pulse/merkgerichtheid-versus-klantgerichtheid-guido-david
Ook nog een theoretische opmerking: het lijkt erop dat de scribent handelend vermogen toekent aan "de organsatie". Dat is onmogelijk. Mensen kunnen handelen en abstracte begrippen zijn hooguit versimpelingen van de werkelijkheid. De klassieke sociologie heeft hier een term voor: reïficatie.