De leidinggevende van de afdeling heeft het er zichtbaar moeilijk mee. Van één van ´de ingeleenden´ moet het contract opgezegd. Nood breekt wetten. Jammer dat de man - goed gekwalificeerd en uitstekend presterend - 60 jaar is. Het zal lastig worden voor hem om nog een andere baan te vinden.
Volgens alle plannen gaan we langer werken. Drees, grondlegger van de AOW, schijnt indertijd al geopperd te hebben dat je vanwege de betaalbaarheid de pensioenleeftijd en levensverwachting in ogenschouw moet blijven nemen. We leven langer, waarom niet wat langer werken, anders verveel je je toch maar. En natuurlijk is dat in sommige sectoren vanwege de fysieke inspanning niet te doen. Daar vinden we dan wel wat op, zo doen we dat in een fatsoenlijk land. Wat mij stoort in het gedoe over de pensioenleeftijd zijn twee zaken: enerzijds het fenomeen van leeftijdsdiscriminatie; anderzijds de wijze waarop oudere werknemers worden ingezet.
Terwijl de gemiddelde oudere van nu actiever is dan ooit, wordt hij of zij met het grootste gemak door de arbeidsmarkt uitgestoten ofwel genegeerd. De statistieken spreken boekdelen. Geen wonder dat nogal wat 50+-ers gedwongen als ZZP-er door het leven gaan, al pakt dat natuurlijk lang niet slecht uit voor velen.
Hoe ouder, hoe minder interessant is de werkelijkheid op de arbeidsmarkt. Hoe ouder hoe wijzer lijkt alleen in het huidige politieke bestel op te gaan. Kijk naar de gemiddelde leeftijd van de huidige ministersploeg; ervaring telt.
Inzichten over levensfasen maken duidelijk wat de meerwaarde van oudere werknemers is. De oudste omschrijving van de menselijke levensfases zit in de Chinese spreuk dat het menselijk leven drie fasen kent: 20 jaar om te leren, 20 jaar om te vechten en 20 jaar om wijs te worden. Anders geformuleerd: ontvangen, zelfverwerkelijking en geven. Generaliseren is altijd lastig. We kennen ook de voorbeelden van de verzuurde ouderen die een blok aan het been zijn: reactief, tegenwerkend, alle verandering als bedreigend beschouwend. Volgens mij geldt voor de overgrote meerderheid het tegendeel. Want wat karakteriseert vijftigers en zestigers? Dat kan niet beter worden verwoord dan door dit citaat van Harry Starren, directeur van opleidingsinstituut de Baak:
´Wat is genoegen? Wat is verlangen vieren? Het is het vermogen om op je bestemming te zijn. Het is gaan staan en dan terugkijken. Genieten, je omdraaien en kijken. Je ziet dan welke weg je hebt afgelegd en wat daarvoor is gebeurd. Ik gebruik graag het beeld van fietsen op een vals plat. Het lijkt net of je niet stijgt. Toch voelt het moeizaam, en dat is een goed teken. De beloning is dan afstappen. Dan kijk je terug in het dal, om vast te stellen dat je toch al veel hebt bereikt. ‘Moet je kijken wat wij hebben gepresteerd!’
Vijftigers hebben het nodige gepresteerd. De kunst is die ervaring te gebruiken. Zestigers, veelal in de afbouw van hun loopbaan, benoemen vaak als het onderliggende verlangen hoe zij op een zinvolle, plezierige wijze hun loopbaan kunnen afronden. Er zijn bedrijven die hen als coach of mentor inzetten. Goed voor het bedrijf, goed voor de persoon.
Hoe bestaat het dan toch, dat leidinggevenden soms aanhikken tegen functioneringsgesprekken met oudere werknemers. ´Wat valt er nog te ontwikkelen, waar moet ik het in vredesnaam over hebben?´ hoor je dan . De vraag dient te zijn: ´Welke kennis gaan we missen als jij vertrekt? Hoe organiseren we dat we jouw wijsheid als bedrijf binnenboord houden?´ En mocht de oudere werknemer soms een tikkie eigenwijs zijn, neem dat dan op de koop toe.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO