Het verhaal gaat dat, toen Albert Einstein in 1905 zijn paper over relativiteit had afgerond, het onder de aandacht werd gebracht bij de befaamde natuurkundige Max Planck en dat zijn eerste reactie bij het bestuderen van het paper was: “Waarom staan er geen voetnoten in zijn artikel?” Waarop zijn assistent antwoordde: “Omdat hij een vraag beantwoordt die niemand tot nu toe heeft gesteld...."
Er ontstaat een steeds grotere behoefte aan transitie: naar nieuw leiderschap, naar een duurzame economie, naar een meer inclusieve samenleving. De beperkingen van onze huidige evidence based benadering zitten ons daarbij in de weg. Wat kunnen we leren van belangrijke doorbraken en transities uit het verleden?
De wereld zien die we beschrijven
Einstein transformeerde, met de papers die hij als anonieme...
Dit principe zou ook hoognodig eens op het Coronabeleid moeten worden toegepast.
Hoewel: de wetenschappelijk inzichten zijn er al.
Die moeten alleen nog worden toegepast....
Ook een blinde vlek, maar van een iets andere soort.
Misschien moeten we eens stoppen met het overdadig gebruik van dikdoenerige metaforen in management-artikelen. Een goed verhaal heeft geen metafoor nodig. En geen metafoor is beter dan een rammelende metafoor.
De trigger voor de column is inderdaad vooral om tegengewicht te bieden tegen de evidence-based benadering in mijn vakgebied van management en organisatieontwikkeling. Sommige van mijn collega's zijn een evidence-based inquisitie begonnen, op basis van een zelfbedachte waarheidspiramide, waarbij ze andere collega's diskwalificeren als ze gebruik maken van methoden die te laag in de pyramide staan. Ik denk dat dat schadelijk en onwenselijk is. Ik besefte na inzending van mijn column dat de woorden "management" en "organisatie" er niet in voorkwamen. Die nuance had het wellicht wat minder "dikdoenerig" gemaakt, denk ik?
Een andere nuance waar minder plek voor was in een column van maximaal 800 woorden is inderdaad dat de evidence-based benadering, zoals omschreven in het Einstein voorbeeld, een gedateerde eind 19e eeuwse wetenschappelijke benadering is. Het is interessant dat de aangehaalde serie "Genius" ook verteld over die periode dat de Nobelprijzen worden geïntroduceerd en wat dat doet met de wetenschappers. Ineens valt er heel veel eer te verdienen met wetenschappelijke doorbraken, de druk om te presteren neemt toe, wetenschappers worden zo rocksterren en publieke figuren.
De serie hint daarmee wellicht op een fenomeen dat in de afgelopen 15 jaar pijnlijk aan het licht kwam, namelijk dat te veel wetenschappelijke claims, bijvoorbeeld in medicijnen en in psychologie, niet reproduceerbaar zijn. Je schrijft "Er is geen grotere eer te behalen voor een wetenschapper dan door aan te tonen dat een bestaande theorie niet voldoet en door vervolgens een betere theorie voor te stellen." Deze publicatie en prestatiedruk wordt juist genoemd als 1 van de oorzaken van deze nog steeds actuele "replicatie-crisis" in de wetenschap. Met Diederik Stapel als pijnlijk voorbeeld. Prestatie lijkt daarmee belangrijker dan waarheid. Onderzoekster Anne Scheel publiceerde deze week daar nog een artikel over met de laatste inzichten. (https://psyarxiv.com/8w2sd/)
Beide benaderingen, de evidence-based en de prestatie-gedreven benadering, hebben schaduwkanten en lijken ons, mijns inziens, op deze manier niet dichter bij de waarheid te brengen. Er is behoefte aan een Einstein-achtige paradigma-doorbraak. Mijn hoop is daarbij gevestigd op het gedachtengoed van natuurkundige en filosoof David Bohm, die uitgaat van het principe "the observer is the observed". Oftewel, er is geen objectieve waarneming mogelijk. Hoe we een waarneming ook beschrijven, we voegen er altijd iets van onze eigen "mental models" aan toe. De beste manier om iets beter te begrijpen is daarom in dialoog met elkaar, zo een steeds breder perspectief creërend op wat je denkt waar te nemen. En om het verhaal mooi rond te maken nog de toevoeging dat Einstein Bohm betitelde als zijn "spirituele zoon".
De complexe vraagstukken vragen inderdaad om avontuur. Zelforganiserende teams, die in het avontuur snel kunnen zien wat er nodig is, is daarvoor een mooie ontwikkeling.