Baby-boomers en doorschietend narcisme

Naar aanleiding van de AOW-discussie loopt de druk op de solidariteit tussen de generaties opnieuw flink op. De ‘baby-boomers’ worden ervan beticht de meest verwende generatie te zijn, die Nederland ooit heeft gehad. Begrijpelijk, maar dit mag geen reden zijn om te generaliseren en positief of negatief op leeftijd te discrimineren. Sterker nog, dat is – nu meer dan ooit – in hoge mate contraproductief.

De paradoxale uitdaging is om juist ook in de generatie van baby-boomers het kaf van het koren te scheiden en op zoek te gaan naar de nieuwe leiders die we van hoog tot laag nodig hebben.

1. Boomeritis

Pluralisme en subjectiviteit trekken ongekend narcisme aan

De ‘baby-boomers’ zijn de eerste typische IK-generatie. Dat met name zij, en de in hun kielzog volgende generaties verwend zijn, het...

J. van den Broek
Grote onzin om de babyboomers te beschuldigen van de "ik" generatie. Het is juist andersom. De babyboomers zijn nog opgegroeid in grote gezinnen, waar men nog leerde sociaal te zijn en dingen te delen. Het is juist de jonge generatie die alleen aan zichzelf denkt en alleen maar "claimt" en nooit deelt. Onder het motto "daar heb ik toch voor betaald" claimen ze hun eigen deel van de sociale verzekeringen weer op.
Bedenk verder dat de jonge generatie ook hun zwangerschapsperiode van 16 weken krijgt, wat onze generatie nog maar 6 weken had. Komt daar nog betaald onderschapsverlof bij en telkens maar weer verhogingen van de kinderbijslag, dan moet deze generatie ook solidair kunnen zijn met de oudere generatie.
Lex van Haarlem
EERSTE IK-GENERATIE JUIST GEBOREN IN TRADITIONELE GEZINNEN
De baby-boomers worden in mijn column niet "beschuldigd van de IK-generatie", zoals J. van den Broek stelt, maar de "eerste typische IK-generatie" genoemd.
.
Het feit dat de baby-boomers de eerste IK-generatie zijn, is bovendien bepaald niet in strijd met het feit "dat zij zijn opgegroeid in grote gezinnen waar men nog leerde sociaal te zijn en dingen te delen", zoals J. van den Broek het formuleert.
Sterker nog, het is juist voor een belangrijk deel te verklaren uit het feit dat zij zijn opgegroeid in traditionele conservatieve gezinnen.
.
Het is de generatie van de baby-boomers geweest, die de sociaal-culturele revolutie van de jaren '60-'70 van de vorige eeuw op gang heeft gebracht. Deze revolutie was vooral een reactie op de behoudende sociaal-culturele en politieke situatie in de jaren '50, waarin weinig rekening werd gehouden met de nieuw ontstane behoeften van jongeren in de veranderde situatie na de oorlog.
In de woelige jaren ’60 maakte het traditionele gevoel van verbondenheid met de familie op grote schaal plaats voor een toenemend individualisme. Er ontstond een krachtige jeugdcultuur die een generatiebreuk tot gevolg had.
In de jaren '80 was het ook weer de babyboomgeneratie die voortbordurend op de verworvenheden van de sociale revolutie, het post-moderne pluriforme denken op grote schaal tot ontwikkeling heeft gebracht.
.
Boomeritis is de naam die de filosoof Ken Wilber heeft gegeven aan het bijzondere fenomeen dat subjectiviteit en pluriform denken narcisme aantrekken. Het is niet een fenomeen dat we uitsluitend zien bij de generatie van baby-boomers, maar ook bij de latere generaties.
Het is vernoemd naar de generatie van baby-boomers, omdat zij de eersten waren bij wie het op grote schaal voorkwam. De paradox is dat het juist ook deze generatie is, die een sleutelrol kan vervullen om de maatschappelijke problemen te overwinnen, die samenhangen met het fenomeen Boomeritis.

Meer over Zingeving in werk en organisatie