'Ken je dat? Er staat een enorme roze olifant op tafel tijdens de vergadering en niemand benoemt hem.'
'En wie kent deze: had ik maar...!'
Steevast steekt een meerderheid van het publiek zijn hand omhoog. Herkenning alom.
Die herkenning is niet onverdeeld positief. De meeste reacties in de pauze laten zien dat het frustreert, dat we ons soms schamen dat we zelf niet moedig genoeg zijn, dat we daar beter in zouden willen zijn. Moedig zijn is niet zo makkelijk. Maar het loont wel.
Waarom negeren we die roze olifant, hier maar even liefkozend DRO genoemd?
DRO is ongemakkelijk. Hij ruikt niet lekker, voelt niet lekker.
DRO roept angst op. Hij is groot, hij roept onzekerheid op of is potentieel gevaarlijk.
Kortom: DRO is onpopulair. Hij staat voor een werkelijkheid die we wel voelen, soms ook z...