De overheid als aasgier

Stel u heeft een effectenportefeuille met een waarde van € 100.000. Deze portefeuille heeft u deels met geleend geld gekocht; zeg € 60.000. U heeft dus zelf € 40.000 eigen geld ingebracht.
U verdient van een welverdiende vakantie. Bij terugkomst treft u een briefje van uw bank aan met het vriendelijk verzoek om het dekkingstekort in uw portefeuille aan te vullen. U heeft gelukkig nog 2 dagen om te reageren. U ziet dat uw portefeuille nu nog maar € 80.000 waard is; de waarde van uw portefeuille daalde tijdens uw vakantie dus met 20%.
U heeft geen geld meer achter de hand. Wat u op uw spaarrekening heeft staan, is voor de onverwachte uitgaven. U besluit na overleg met uw bank uw portefeuille zover af te bouwen dat de bevoorschotting van uw portefeuille weer maximaal 60% wordt.
Een paar dagen...