De neus van de clown

De vergaderzaal was leeg. De geur van noeste arbeid hing er nog in. Ze rook een beetje naar de geur van een slecht verluchte slaapkamer…Jan zat leeg voor zich uit te staren. Wat had deze bespreking nu opgeleverd?

Op de tafel zag hij een vijftiental rode bekertjes staan. Je weet wel, van die koffiebekertjes van Douwe Egberts, die uit die automaten komen waar “vergader-vocht” in hoog debiet uitstroomt. De bekertjes stonden er verweesd, zelfs wat triestig bij. Kringen opgedroogde koffie binnenin, hier en daar een opgedroogde druppel of zelfs plas koffie rond een bekertje. De bekertjes deden hem denken aan rode clownsneuzen. Ook een troosteloos beeld om zo’n neus ergens in een hoek te zien liggen in plaats van op het reukorgaan van een grappenmaker.

“De rode bekertjes zijn de clownsneuzen van...

Richard Peters
"Wat had deze bespreking nu opgeleverd?" Ik snap de vraag. Als je 'm in de juiste context uitspreekt, bijvoorbeeld tegen het einde van de bespreking, kan ie nog een verschil maken ook. Daarna niet meer.

Ik zou deze man willen aanmoedigen, eens bij zichzelf na te gaan welk verschil hijzelf zou willen dat een bespreking maakt. En ik gun hem de moed die nodig is om dat idee aan te kaarten tegen het einde van de volgende bijeenkomst.

Wie zichzelf bij de neus neemt, komt automatisch op de koffie. En, als het je werk is, zelfs iedere dag opnieuw.