In een snel veranderende omgeving waar je met complexe vraagstukken te maken hebt en allerlei keuzes zich voortdurend aandienen, is een juist besluit nemen niet gemakkelijk. Bestuurders, politieke leiders en CEO’s moeten dagelijks keuzes maken in een onzekere, snel veranderende en zelfs chaotische context. Waar vaar je dan op? En hoe leg je verantwoording af over de keuzes die je hebt gemaakt? Wat geeft de doorslag als je niet alle feiten en informatie op een rijtje hebt? Is het dat wat je kunt uitleggen of dat waarmee je kunt wegkomen? Laat je je leiden door je eigen belang, je persoonlijke gewin of dat van je bedrijf? Of zijn je beslissingen ingegeven door een zuiver moreel kompas?
In dit artikel laat ik zien waarom moreel handelen door leiders steeds belangrijker wordt. In een volgend artikel ga ik in op manieren om moreel leiderschap te bevorderen door het ontwikkelen van een moreel kompas en het voeren van een dialoog over de morele dimensie van ons werk.
Moraliteit in de knel
Moraliteit wordt steeds belangrijker bij steeds meer vraagstukken. Herkennen we dit en doen we er wat mee?
Vijf factoren die dit belemmeren.
1. Externe druk
Ten eerste neemt het aantal vraagstukken met een morele dimensie snel toe. Vraagstukken rondom klimaatverandering en energietransitie, de herkomst van producten en arbeidsomstandigheden in landen waar deze geproduceerd worden, kwesties als coronamaatregelen, vaccinatie en hybride werken, krapte op de arbeidsmarkt, enz. In toenemende mate moeten bestuurders rekening houden met en verantwoording afleggen aan diverse stakeholders in de directe omgeving van de organisatie. Sociale media hebben bovendien gezorgd voor een grotere transparantie en leiders worden kritisch gevolgd bij elke stap die ze zetten.
Ondanks de toegenomen maatschappelijke druk bevinden veel leiders zich in een afgesloten bubbel, waarin direct contact met hun burgers, cliënten of stakeholders ontbreekt. Dan zegt een aftredende minister bij wijze van excuus zegt dat hij niet had voorzien dat zijn handelen tot zoveel maatschappelijke opwinding zou leiden, zonder te erkennen welke fout hij heeft gemaakt.
2. Eigenbelang
Tegelijkertijd is er een vrijwel onbeteugelde neiging om de eigen belangen en die van het eigen bedrijf voorop te zetten. Emoties, reputatie en pragmatische overwegingen vormen steeds vaker de basis voor een beslissing dan inhoudelijke argumenten of een doordachte morele afweging. De individualistische, narcistische mens wil scoren, winnen en zijn slag slaan. Mensen verlangen naar bandeloze vrijheid en ontdoen zich graag van de last van het geweten, van het onderscheid tussen wat mag en niet mag. Voorbeelden bij de vleet.
|
Terwijl je van leiders mag verwachten dat ze een goed voorbeeld geven, zien we steeds vaker dat leiders menen dat zij ‘boven de wet staan’, en dat de regels niet voor hen gelden. Dan is het niet verwonderlijk dat de mensen aan wie zij leiding geven zelf de mazen van de wet gaan opzoeken. Je bent een loser of een ‘deugmens’ als je je aan de regels houdt, je fatsoenlijk gedraagt en niet het onderste uit de kan haalt voor jezelf.
3. Protocollering
Ten derde is moreel handelen meer dan ooit relevant omdat we waarden teveel hebben gejuridiseerd. Vanuit de beste bedoelingen zijn in de zorg en het onderwijs de afgelopen decennia morele waarden vastgelegd in regels, gedragscodes en protocollen. Waarden zijn ongrijpbaar, wat ‘het juiste’ is, is lang niet altijd evident en wat voor de een goed is, is voor een ander juist schadelijk.
'WAARDEN WORDEN GEREDUCEERD TOT NORMEN'
Hoewel moreel handelen altijd het gevolg is van overweging en afweging hebben managers, in hun streven naar maakbaarheid en controle, waarden gereduceerd tot kille normen. Daarmee is integer handelen voor een medewerker in de zorg verworden tot lijstjes afvinken. Een professional moet de regels volgen; zelf nadenken over wat voor een cliënt of bewoner het juiste is, wordt niet aangemoedigd.
4. Amorele ruimte
Waarom handelen onze leiders zo weinig vanuit een moreel kompas? Is het een verzet tegen dwingende normen van anderen? Of menen ze dat normen en waarden niet voor hen gelden?
Veel politici en CEO’s menen dat ze zich bevinden in een amorele ruimte. In tegenstelling tot immoreel (een handeling die ‘tegen de goede zeden’ ingaat, of om morele redenen ‘niet juist’ is) wil amoreel zeggen: buiten de moraal, alsof er geen morele waarden en normen in het spel zijn. Tegen het eind van de vorige eeuw groeide het verzet tegen een morele invalshoek in alle maatschappelijke sectoren. We hebben genoeg van normen en laten ons liever leiden door wat ons gemak of geluk brengt.
In een amorele ruimte kunnen leiders alleen worden afgerekend op het behalen van bepaalde doelen, maar niet verantwoordelijk worden gesteld voor de (morele) gevolgen van hun daden.
Vooral leiders in het bedrijfsleven houden zich liever niet bezig met morele standpunten.
Ze zijn huiverig om zich uit te spreken over goed en fout en denken liever in termen van nut en rendement. Ze verschuilen zich achter spreadsheets en data om hun keuzes te legitimeren en vinden dat de overheid en maatschappelijke organisaties verantwoordelijk zijn voor vraagstukken in de samenleving.
Zulke CEO’s hanteren een minimale moraliteit: als je niets onwettigs hebt gedaan is er niets aan de hand, toch?
Sommigen gaan zelfs nog verder en huren juristen in om strafbare zaken, zoals te hoge CO2 uitstoot of belastingontwijking, af te dekken.
|
5. De letter en de geest
Er is een groot verschil tussen je aan de letter van de wet houden en de geest van de wet kennen en proactief toepassen. Veel leiders lijken niet te willen begrijpen dat het er strikt genomen niet toe doet of een activiteit legaal is. Is het moreel juist? En sterker nog, in hoeverre dragen activiteiten bij aan de normalisering van fout gedrag?
Niet alles wat mag, moet je ook doen. Dit geldt vooral als je een voorbeeldfunctie hebt.
Als je als minister burgers regels oplegt en die streng handhaaft, ook als ze een klein foutje hebben gemaakt, gaat het er niet alleen om dat je je aan de wet, maar ook dat je aan de hoogste ethische normen voldoet.
Wopke Hoekstra maakte volgens de Pandora papers gebruik van een belastingparadijs. Daarmee overtrad hij geen wet, maar ontbrak het hem aan moreel besef. Als degene die erop moet toezien dat elke Nederland keurig zijn belasting betaalt, en geacht wordt belastingparadijzen te bestrijden, wordt hij met zijn belegging volstrekt ongeloofwaardig en onbetrouwbaar.
6. Het managementparadigma
Niet alleen leiders in het bedrijfsleven zijn wars van morele standpunten, ook de overheid is de afgelopen decennia verstrikt geraakt in managementdenken, in nut en rendement. De overheid is een bedrijf geworden en beschouwt veel facetten van het maatschappelijk leven als markt waar het gaat om rendement behalen. De burgers zijn consumenten en de overheid stuurt op kosten. Vraagstukken die moeilijk rendabel te krijgen zijn, zoals complexe psychische hulpverlening, blijven liggen.
De overheid beschouwt zichzelf niet meer als de instantie die waarden tegen elkaar weegt en expliciete keuzes maakt op basis van een visie. Demissionair premier Rutte presenteerde op 12 november j.l. de nieuwe Coronamaatregelen als technische oplossingen, niet als een opvatting hoe Nederland uit de pandemie moet komen of als een bewuste keuze om mensen vrijheden te ontnemen in dienst van een hoger doel.
De afgelopen decennia heeft de overheid haar morele taak ingewisseld voor een bedrijfsmatige taak: die van geld verdelen en regels opstellen. Een moreel kompas lijkt te ontbreken in de politiek en in grote delen van het bedrijfsleven, zoals de fossiele en farmaceutische industrie. De Toeslagenaffaire is te zien als het resultaat van het ontbreken van een moreel kompas bij (hoge) ambtenaren en ministers.
7. Discrepantie
Wat nog bijdraagt aan de morele leegte bij onze leiders is de grote discrepantie tussen de woorden die ze voor de bühne gebruiken en hun feitelijke daden.
Fossiele energieleverancier Shell zendt dure radioreclames uit waarin ze zich de grootste aanjager van de energietransitie noemen, maar besteedt minder dan 1% van de investeringen aan schone energie. Koning Willem-Alexander beweert de Kroondomeinen te sluiten voor publiek ‘om de natuur te beschermen’ terwijl iedereen snapt dat hij daar ’s winters ongestoord wil jagen. Sigrid Kaag beloofde nieuw leiderschap , Mark Rutte een nieuwe bestuurscultuur, Wopke Hoekstra een nieuw perspectief voor een sterke en eerlijke economie, maar de formatie speelt zich af achter dezelfde gesloten deuren.
Dit leidt niet alleen tot uitholling van de geloofwaardigheid van onze leiders; het creëert cynisme bij grote groepen mensen over moraliteit in zijn algemeen. Waarom zou je ergens voor staan? Het gaat onze leiders toch om hun zelfbehoud, hun eigen gewin.
Betekent dit dat we afstevenen op verder verhuftering en bandeloos egoïsme in onze maatschappij?
Tegenbeweging
1. Pak de verantwoordelijkheid voor de oplossing
Gelukkig is er ook een andere ontwikkeling zichtbaar, waarin moraliteit een groeiende plaats inneemt. Mogelijk heeft dat te maken met een alsmaar kleiner wordende machtsafstand en democratisering in de samenleving. We nemen niet snel meer iets aan van gezagsdragers en maken onze eigen overwegingen. Door de toegenomen onderlinge afhankelijkheid ervaren we sneller wat de gevolgen van ons handelen zijn voor anderen.
Maar vooral: de vraagstukken van deze tijd laten zich niet meer oplossen met managerial denken. Het gaat niet om haalbare en betaalbare oplossingen maar om moreel juiste beslissingen.
Een groeiend aantal ondernemers beseft dat ook bedrijven hun verantwoordelijkheid moeten pakken. Ze verschuilen zich niet achter een groen geverfde façade, maar maken moedige en morele keuzes. Ze houden zich niet slechts aan de regels, maar stellen een nieuwe norm, die veel verder gaat.
|
Jonge mensen hebben een toekomstgerichte vorm van morele verantwoordelijkheid: het gaat er niet om wie de problemen heeft veroorzaakt, maar wie de verantwoordelijkheid neemt om ze op te lossen. Dat gaat verder dan je zorgen uitspreken over opwarming van de aarde. Ze eisen moedige stappen van leiders: dat ze ingaan tegen de gevestigde belangen van de fossiele industrie vanuit een morele verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties.
Greta Thunberg, als exponent van een generatie die zich druk maakt over de toekomst van ons klimaat, heeft er geen moeite mee zich te uiten in morele bewoordingen. Ze verwijt huidige leiders een ‘moreel falen’ en doet een oproep aan iedereen om morele verantwoordelijkheid te nemen.
2. Kritiek op amoreel handelen
Een andere hoopvolle ontwikkeling is dat pragmatische en op zelfbehoud gerichte keuzes van onze politieke en economische leiders steeds vaker en publiekelijk worden bekritiseerd. En dan bedoel ik niet de gemakkelijke opwinding waarmee op Twitter wordt gemopperd en gescholden en vanaf de zijlijn een snel oordeel geveld over het handelen van anderen.
Ik doel op burgers die hun verantwoordelijkheid nemen en een rechtszaak aanspannen tegen de overheid als die hen niet beschermt of onterecht als fraudeur aanmerkt. Burgers die het gesjoemel met cijfers van bedrijven en overheid zat zijn, gaan hun eigen cijfers verzamelen.
|
3. Kritische zelfreflectie
Een andere ontwikkeling is een kritischer reflectie over het eigen handelen.
|
Je houden aan de regels is niet meer voldoende
Alle mensen, maar vooral leiders, hebben een verantwoordelijkheid om na te denken wat en hoe je bijdraagt aan de gemeenschap of het algemeen belang. Wat is rechtvaardig, wat is billijk? Je louter houden aan de regels of de wet is allang niet meer voldoende. Bestuurders dienen oog te hebben voor de gevolgen van hun handelen voor de uiteenlopende stakeholders in de omgeving.
Alleen moreel handelen kan het vertrouwen in de politiek, de overheid en het bedrijfsleven terugbrengen. Hoe kunnen we het morele kompas van onze leiders, zowel in politiek, overheid, bedrijfsleven als maatschappelijke organisaties, versterken? In een volgend artikel ga ik daar op in.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
Het werd ooit als moreel juist gezien om streng te zijn tegen verdachten van toeslagenfraude, verstandig om de Groningse gasbel leeg te trekken, oorlog te voeren tegen de Indonesische onafhankelijkheid, in slaven te handelen, op kruistocht te gaan. De leiders van toen werden hierom bejubeld.
Een zeer recent voorbeeld van een leider die zelfs nu nog in de ogen van zijn kiezers moreel handelt: "De Australische premier Morrison heeft medewerkers van de kolensector gerustgesteld na de internationale klimaattop in Glasgow. Degenen die in Australië in die sector werken, kunnen dat nog tientallen jaren blijven doen. De overgang gaat veel tijd kosten. En ik bied geen excuses aan voor het feit dat Australië opkomt voor zijn nationale belangen."
Het morele kompas van de maatschappij verandert en dat gebeurt van onderuit, vanuit werkenden, ondernemers, aandeelhouders, kiezers, afnemers, financiers enzovoort. In welke richting het kompas zal uitslaan is nog maar de vraag. Zie de opmerking van Morrison en het vertrek van Shell vanwege de dividendbelasting. In Oost-Europa en in de VS wordt de open en liberale democratische maatschappij van buiten- en binnenuit aangevallen (letterlijk: het Russische leger staat aan de grenzen van de EU, China bedreigt Taiwan en in de VS hebben stoottroepen het parlement bestormt) en het is nog maar de vraag of deze daar over vijf jaar nog zal bestaan. Autoritarisme is in opkomst, met daarbij onderdrukking van het vrije denken en spreken, uitsluiting, ontkenning van menselijke waarden, van klimaatverandering, kennis en wetenschap. Er staan politieke leiders klaar om aan deze destructieve, morele veranderingen leiding te geven.
Inderdaad, alleen moreel handelen kan het vertrouwen in de politiek, de overheid en het bedrijfsleven terugbrengen. En een vraag is hoe we dat morele kompas van onze leiders, zowel in politiek, overheid, bedrijfsleven als maatschappelijke organisaties, kunnen versterken.
Maar daaraan vooraf gaat een discussie over wat moreel juist handelen is en wat we van onszelf, van elkaar en van de maatschappij verwachten. Tegenover de destructieve bewegingen en leiders die ik hierboven heb genoemd staat een leger van mensen die op willen komen voor kansen voor iedereen, mensenrechten, burgerrechten, de natuur, een gezonde leefomgeving, duurzaamheid, respect enzovoort. Maar het is nog een heel gevecht om de strijd voor het goede te winnen. Het gaat niet vanzelf. Brengen wij, de huidige generaties dit op of kiest de meerderheid voor gemak, verspilling en ontkenning?
Morele revoluties slagen als het oneervol wordt om te blijven handelen als altijd. Ze hebben tijd nodig, maar als leiders oprechte excuses aanbieden is er een begin.
Volgens mij zit het hem niet zozeer in het gebrek aan een moreel kompas, maar meer het activeren hiervan als het moet! Onze leiders weten over het algemeen heel goed wat goed en fout is en wat op het randje is. Daar is ook voldoende aandacht voor. Probleem is dat ze er vervolgens aan voorbij gaan om hier ook daadwerkelijk iets mee te doen - activeren van je morele kompas. Je kunt wel een moreel kompas hebben, maar als je deze niet activeert is het een lege huls. En juist daar schort het aan. De omstandigheden zijn dan wel complexer geworden de afgelopen jaren, maar onze normen en waarden (ons moreel kompas), zoals we die al jaren kennen, zijn niet veranderd. Het activeren daarvan, dat is het probleem. Een probleem dat we niet alleen bij onze leiders zien, maar overal in onze samenleving. En dat is een zorgelijke ontwikkeling!
Harelijk dank voor je uitvoerige reactie. Het juiste doen in de ogen van kiezers is nog niet ‘moreel het juiste doen’. Dikwijls vinden kiezers iets goed omdat het hun eigenbelang dient. De mijnwerkers in de Australische steenkoolmijnen behouden hun werk. Dat is legitiem, maar met moraliteit heeft het niet zoveel te maken. Je kiezers leiden vanuit angst en onderbuikgevoelens evenmin. Dictatoriale leiders hebben over het algemeen weinig op met waarden en principes, ze willen macht en overheersing. Hooguit gebruiken (of eigenlijk misbruiken) ze waarden als ideologisch sausje.
En ja, het klopt dat wat we vandaag de dag een moreel goede beslissing vinden, over een jaar niet zo goed kan blijken te zijn. Dat betekent niet dat we maar geen moreel standpunt meer moeten innemen, hooguit dat we ons daar wat bescheiden in hebben op te stellen. Natuurlijk veranderen waarden en normen, gelukkig maar, anders had de slavernij nog bestaan en zou ik als vrouw zijn ontslagen toen ik trouwde.
In mijn ogen zou het een vergissing zijn om eerst een discussie te voeren over wat moreel juist handelen is. Het is niet wenselijk om naar HET juiste kompas te zoeken, dan verabsoluteer je moraliteit tot een set droge en knellende ideologische normen. Een discussie over wat juist en niet juist is moet niet eerst, maar voortdurend plaatsvinden, gekoppeld aan een concreet vraagstuk. Bijvoorbeeld bij het formuleren van Corona-maatregelen: hoe wegen we de (beperking van) grondrechten van individuen tegen de gezondheid van een kwetsbare personen en economische vitaliteit? En waarom? Wat is in het geval van deze benadeeld toeslagenouder een juiste compensatie? Op grond waarvan? Door daarover met elkaar in gesprek te gaan komen we tot morele beslissingen. In een gezonde democratie is dat altijd een voorlopige beslissing, gebaseerd op meerderheden, rekening houdend met minderheden.
Vriendelijke groet, Lenette Schuijt
Ja, ik herken het fenomeen dat waarden en normen steeds meer verworden tot regels, waarmee leiders controle houden over het werk van medewerkers . Technologosche ontwikkeling en digitalisering van het werk creëren steeds meer onvrijheid voor het individu om gewetensvol en vanuit waarden te handelen.
Hoewel ik je pleidooi deel om nieuwe ontwikkelingen te ondersteunen, ben ik er niet gerust op dat dit soort processen snel zullen verdwijnen. Daarom zet ik mijn kaarten ook op een gesprek over de morele dimensie van ons werk. Zoals ik al eerder schreef, soms is het je morele plicht om een regel te negeren, in dienst van een veel groter belang. Om vervolgens daarover in gesprek te gaan met andere betrokkenen zodat achterliggende waarden boven tafel kunnen komen.
Vriendelijke groet, Lenette Schuijt
"Het is niet wenselijk om naar HET juiste kompas te zoeken, dan verabsoluteer je moraliteit tot een set droge en knellende ideologische normen. Een discussie over wat juist en niet juist is moet niet eerst, maar voortdurend plaatsvinden, gekoppeld aan een concreet vraagstuk."
Ik denk dat de discussie wel vooraf gevoerd moet worden. Je moet als bedrijf koersvast zijn en ook besluiten welke maatschappelijke positie je wilt innemen. Dat bepaalt je morele kompas en geeft richting aan je besluiten. Over de uitvoering mag je dan nadenken, maar de koers staat niet ter discussie.
Een concreet voorbeeld: het besluit van Shell om naar een andere structuur te gaan en het hoofdkantoor volledig naar Londen te verplaatsen.
Naar hun eigen zeggen ligt aan dit besluit ten grondslag Shells doelstelling om meer en in een hoger tempo bij te dragen aan de energietransitie. Dat is hun morele kompas waarover al jaren en grondig door Shell is nagedacht. De reorganisatie en verhuizing komen daaruit voort. Ze vinden dit een moeilijk en ingrijpend besluit maar gezien de koers en het kompas van het bedrijf is het besluit juist.
Het gaat het hier mij niet of we Shell geloven, maar gezien de lange historie van het bedrijf (bedrijven van deze leeftijd zijn er niet veel) en hun ervaring met scenario-planning is het in het kader van moreel leiderschap best interessant om deze case verder te onderzoeken.
Of moeten we stellen: oliewinning en moreel leiderschap zijn niet (meer) te verenigen?