Onlangs is het nieuwe boek van David Teece genaamd 'Dynamic Capabilities & Strategic Management - Organizing for Innovation and Growth' gepubliceerd waarin nogmaals het dynamische bekwaamheden framework wordt gepresenteerd (zie ook The Dynamic Capability Framework). David Teece, G. Pisano en A. Shuen hebben midden jaren '90 grote bekendheid verworven met hun concept 'dynamische bekwaamheden' en lange tijd was dit artikel zelfs het meest geciteerde artikel in de honderd belangrijkste academische tijdschriften.
Teece claimt met het dynamische bekwaamheden framework een integrale benadering te presenteren en beschrijft verschillende theorieën die aan de basis hebben gestaan van het dynamische bekwaamheden framework. Maar is dat ook zo?
Wat opvalt, is dat Teece voor de onderbouwing van het dynamische bekwaamheden framework vooral gebruik maakt van theorieën die voort zijn gekomen uit de Amerikaanse wetenschapswereld (hoewel het concept van kerncompetenties van Hamel en Prahalad niet in zijn boek is beschreven!). Europese wetenschappers als Sanchez en Heene zijn begin jaren negentig dezelfde "resource-weg" in geslagen als Teece, maar zijn in hun onderzoek in de richting van het competentiedenken gegaan. Uiteindelijk heeft dit geleid tot de ontwikkeling van de 'competence-based strategic management perspective' (hier vertaald als 'strategisch competentiedenken'), welke door Sanchez en Heene zeer nauwkeurig is beschreven in de publicatie 'The New Strategic Management: Organizations, Competition and Competence'. Kern van het strategisch competentiedenken is dat een competente onderneming wordt gezien als een systeem van gecoördineerde en geïntegreerde middelen waarbij het managen van het dynamische, stelselmatige, cognitieve en holistische karakter van competenties centraal staat. Het gaat hier dan om competenties van organisaties (organisatorische competenties) en niet om de vaardigheden van personen.
Sanchez en Heene beschrijven in hun publicatie uit 2004 het verschil tussen het dynamische bekwaamheden framework en het strategisch competentiedenken vrij nauwkeurig. Dit in tegenstelling tot Teece. Ondanks de claim van Teece dat hij een integrale benadering presenteert, wordt in zijn het boek het strategisch competentiedenken geheel buiten beschouwing gelaten. Zoals gezegd nemen Sanchez en Heene het dynamische bekwaamheden framework van Teece wel in beschouwing en beschrijven dat er belangrijke overeenkomsten bestaan tussen het dynamische bekwaamheden framework en het strategisch competentiedenken. Echter, Sanchez en Heene zijn ook van mening dat het strategisch competentiedenken een belangrijke toevoeging op het perspectief van de dynamische bekwaamheden bevat. Namelijk, de erkenning van de fundamentele rol van de cognitieve processen van het management bij het bepalen van de ontwikkeling van organisatorische (dynamische) bekwaamheden. In het strategisch competentiedenken vormen de ideeën en overtuigingen van (strategische) managers als het ware een "mindset" die een cruciale factor vormt in de bekwaamheid van een organisatie actief te streven naar nieuwe mogelijkheden en het kiezen van de beste opties voor maximale creatie en distributie van klantwaarde. Het dynamische bekwaamheden framework van Teece ziet de invloed van de cognitieve capaciteiten van het (strategisch) management niet als een bepalende en verklarende factor voor het ontwikkelen van de juiste bekwaamheden en daarmee het (toekomstig) succes van ondernemingen.
Navraag bij David Teece (via e-mail) waarom hij in zijn laatste publicatie het strategisch competentiedenken van Sanchez en Heene geheel buiten beschouwing laat levert geen reactie op. De vraag is dan ook hoe integraal het dynamische bekwaamheden framework van Teece is? Zolang Teece het strategisch competentiedenken niet in beschouwing neemt laat het antwoord zich eigenlijk al raden.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro