Als zich geen ontwrichtende situaties voordoen, zullen rond 2040 Brazilië, Rusland, India en China ( de BRIC - landen genoemd) een grotere economische macht vormen dan de oude G6 (de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Italië en Japan). Zo`n voorspelling is slecht nieuws voor de individuele ambities van de economische sterke lidstaten van de EU. Als de EU, als economische grootmacht, één blok vormt dan is er sprake van de grootste economisch machtfactor in de wereld met een BNP van omstreeks 17 triljoen dollar.
Op 25 maart 1957 tekenden 6 lidstaten ( waaronder Nederland) het verdrag van Rome tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ( E.E.G). Centrale uitgangspunten voor een vrijhandelszone waren vrije concurrentie zonder barrières voor de uitwisseling van diensten, vrije migratie en vrij verkeer van kapitaal en goederen. In deze visie zou er nooit een noodzaak bestaan voor een Europese Staat. In mijn ogen is in 1967 dan ook een fatale beslissing genomen om de EEG van een puur vrijhandelzone naar een politiek federalistisch verbond om te vormen.
De verdedigers van een Europese politiek federalistisch verbond dromen van een centralistische staat met efficiënte technocraten die de Unie gaan besturen. Binnen deze visie past de invoering van de Euro en een stap voor stap overdracht van steeds meer macht aan Brussel. In die visie dienen we de toenemende bemoeizicht en bureaucratie van Brussel voor lief te nemen!
In 2010 zou de Europese Unie de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld zijn, met een arbeidsparticipatie van 70 procent en een economische groei van 3 procent per jaar. Dat werd afgesproken in 2000 in Lissabon, een jaar na de invoering van de euro. Er kwam niets van terecht.
Nederlanders zijn positief over de bemoeienis van de EU met terrorismebestrijding, steun aan achtergebleven gebieden, milieubescherming, klimaatproblematiek en de migratie van buiten de EU. Ze willen echter minder Europese bemoeienis met zaken als pensioen, belasting, onderwijs en sociale zekerheid. Behalve dat de eurozone de gevolgen van de muntcrisis moet overwinnen, zullen andere factoren de economische groei in Europa de komende jaren beperken: de dure sociale stelsels, de vergrijzing van de bevolking en de fragmentatie van het continent.
Europa is niet de Verenigde Staten en zal dat ook nooit worden. De Amerikaanse arbeidsmobiliteit is onmogelijk in Europa, en overigens ook niet wenselijk. Europa is een oud continent met verschillende historische gemeenschappen en vele eigen talen. De Europese instituties zullen zich weliswaar verder ontwikkelen, maar zullen hybride blijven. Europa zal ook in de toekomst geregeerd moeten worden door nationale regeringen en transnationale instituties, in een verschuivend machtsevenwicht. We moeten echter vanwege de redding van de Euro, van de EU GEEN politieke unie maken waarbij alle macht in Brussel wordt gecentraliseerd. Dat zou niet alleen een historische fout zijn, het zou voor Europa als vrije handelszone een fatale doodsteek kunnen inhouden.
Kortom, de eerste verantwoordelijken van en in de EU hebben vele van de oorspronkelijke doelen uit het oog verloren. De leiders in Brussel worden er terecht van beschuldigd een enorme bureaucratie op grond van nauwkeurigheid ingevoerd te hebben. Een bureaucratisch Europa is geen krachtig maar een zwak Europa, en dat is wel het laatste dat wij ons kunnen veroorloven.
Riens Meijer is econoom, bestuurder/ondernemer en schrijver van ondermeer “Kansen na de crisis”, “Ja, we moeten vernieuwen!” en “Gedrochten uit de Haagse krochten”.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro
Maar ik geef toe de binnenlandse stemming is dat wat Rins opschrijft, helaas .......
Een BNP van 17.000.000.000.000.000.000 dollar per jaar? Kom nou!
Er zijn 506 miljoen eu-onderdanen. Dan kom je uit op een Bruto persoonlijk product van 33,6 miljard dollar per onderdaan. Ha ha ha.
Hint: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_grote_getallen
Hoe zien die instituties er dan globaal uit, op welke terreinen, met welke doelen, welke structuur en processen, welke verhoudingen intern en ten opzichte van de nationale regeringen, nationale bevolkingen, beroepsgroepen, belangengroepen? Kan het op sommige terreinen ook op een niet institutionele manier wellicht?
Op de eerste plaats wat doe je decentraal op lokaal niveau, nationaal niveau, europees niveau, wereld niveau op de vele strategisch politieke, economische, culturele en sociale aspecten van systemen als onderwijs, industrie, sociale voorzieningen, zorg, landbouw, veiligheid ed. Vervolgens en hoe doe je dat dan in onderlinge samenspraak.
Alleen een dergelijke schets van een visie op de toekomst geeft body aan een visie op Europa.
De conclusie tav bureaucratische zwakte is uiteraard terecht. Grote instituties, waar ze ook voorkomen, zullen tenderen naar bureaucratie en daarin sterk worden voor gereguleerde standaardzaken. Zij verzwakken daardoor echter tav nieuwe vraagstukken en passen slecht in nieuwe verbanden die we zien ontwikkelen. Die vragen om nieuwe principes waarbij het Rijnlandse denken een goede inspiratiebron kan vormen.
Natuurlijk hebben we een krachtig Europa nodig, economisch en geo-politiek (denk maar aan de ontwikkelingen in de Oekraine). Natuurlijk helpt een bureaucratische organisatie daar niet bij. Maar welke leiders zijn hiervoor verantwoordelijk? Niet de leiders in Brussel (van Rompuy, Barosso en Ashton), maar de Europese Commisie met de regeringsleiders maken uiteindelijk de dienst uit in de EU. Elke vergadering Comissie verloopt volgens hetzelfde ritueel. De regeringsleiders verklaren voorafgaand in hun eigen land dat zij de belangen van hun eigen land krachtig zullen verdedigen. In Brussel vindt een Besloten vergadering plaats waar vaak iets heel anders wordt afgesproken. Na afloop verklaart elke leider dat hij het optimale onderhandelings resultaat heeft bereikt. Als dan in de praktijk blijkt dat het toch iets anders geimplementeerd wordt dan afgesprokenaf, krijgt de brusselse bureacratie de schuld. onze eigen premier Rutte is daar een goed voorbeeld van.
Gezien wat Europa al heeft bereikt en tegen welke (geringe) kosten, is het praten over overbureaucratie van Europa echter niet gerechtvaardigd.