Het raadsel rond dyslexie, dat zowel lees- als schrijfproblemen veroorzaakt, is inmiddels voldoende ontcijferd om een doeltreffende behandeling mogelijk te maken. Ouders van kinderen met dyslexie moeten zich alleen realiseren dat het geen voorbijgaande hapering is in de ontwikkeling van het kind, maar een blijvend probleem bij lezen en schrijven dat beslist niet vanzelf overgaat. Dyslexie komt vaker voor dan gedacht: zowat 5-10 % van de schoolgaande jeugd heeft er mee te kampen.
Wetenschappers hebben chromosomen kunnen lokaliseren die een rol spelen in het ontstaan van leesmoeilijkheden. Bovendien hebben studies aangetoond dat deze chromosomen eveneens verantwoordelijk zijn voor auto-immuunziekten zoals astma en allergie.
Dat beide aandoeningen vaak samengaan was al eerder bekend. Dyslexie werd meestal uitgelegd als een gevolg van gezondheidsproblemen van het kind, waardoor het verzwakt zou zijn. Inmiddels weten we dat het geen kwestie is van oorzaak en gevolg, maar dat er tussen beide aandoeningen wel degelijk een verband bestaat. Vooral moet worden benadrukt dat het gaat om slecht functioneren, en niet om een soort hersenletsel.
Dyslexie heeft niet alleen te maken met aangeboren factoren. Onderzoekers zijn het erover eens dat de centrale knoop bij dyslexie een probleem is met één van de basiselementen van de taal, namelijk de fonologische module die een rol speelt bij de productie van klanken waaruit de taal is opgebouwd.
Om te lezen, moeten we twee basisopdrachten vervullen. Ten eerste moeten we kunnen ontcijferen op welke manier letters zijn samengevoegd zodat ze een betekenis krijgen.
De tweede opdracht, die een logisch gevolg is van de eerste, bestaat erin om woorden te herkennen zonder ze telkens eerst helemaal te moeten ontcijferen. Een “normale”lezer voert beide opdrachten vrijwel onbewust uit, behalve wanneer hij wordt geconfronteerd met een onbekende, bijvoorbeeld zeer technische of wetenschappelijke term: dan gaat hij eerst bewust het woord “ontrafelen”om de betekenis, uitspraak of schrijfwijze te achterhalen.
Zodra een kind begrepen heeft dat woorden samengesteld zijn uit klanken, dat deze klanken worden voorgesteld door letters en het principe van het alfabet heeft ontdekt, heeft het kind de sleutel tot de kunst van het lezen in eigen handen.
In geval van dyslexie slaagt het kind er niet in om letters samen te voegen tot woorden. Het kan ook zijn dat dit wel lukt maar dat het kind er niet in slaagt om de verworven kennis te globaliseren : het zal elk woord dat het leest telkens weer als een nieuw woord beschouwen en opnieuw ontcijferen.
Het praktische gevolg hiervan is dat een dyslectisch kind zeer traag leest, stotterend en stamelend, waardoor het ook geen aandacht kan besteden aan de betekenis van de tekst. Wanneer het kind schrijft, splitst het woorden en woordengroepen op totaal verkeerde plaatsen wat aantoont dat het groeperen van letters tot aparte woorden zeer moeilijk of niet lukt.
Het is erg belangrijk dat een kind het nut van lezen inziet. Onderzoek heeft aangetoond dat kinderen die onmiddellijk doorhebben hoe "handig" lezen is (bv. zelf ondertitels kunnen lezen, een etiket ontcijferen, een boek kiezen op basis van de titel) sneller vorderingen maakten dan kinderen voor wie lezen een "taak" was, een passieve, sociale opgave (lezen omdat de juf of de ouders het vragen, omdat iedereen het doet...).
In het begin van de lagere school, en zelfs ook daarna nog, kan het probleem van dyslexie goed worden opgevangen, al is veel geduld en inzet vereist. Bij jonge kinderen kan een behandeling bij een logopedist al na 3 tot 4 maanden goede resultaten geven. Er wordt dan gewerkt met zeer gestructureerde en systematische oefeningen waarbij vooral wordt gewerkt rond het aspect "opbouw van taal op basis van letterklanken". Zo moet een kind woorden leren splitsen, gelijkaardige klanken samenbrengen, klanken verlengen om er een woord mee te vormen, enz. Heel veel en bijna dagelijks lezen is nodig om de verworven inzichten in praktijk om te zetten. Een goede samenwerking tussen kind, leerkracht, ouders en eventueel de logopedist is essentieel.
Tenslotte wil ik nog eens benadrukken dat dyslexie geen enkele invloed heeft op andere intellectuele capaciteiten, zoals begrijpen of redeneren. Dyslectische mensen kunnen net zo goed succesvolle ingenieurs of architecten worden. Genieën zoals Leonardo da Vinci, Einstein en Rodin hebben dit ten overvloede bewezen!
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro
Dyslectici hebben vaak grote problemen bij het leggen van een koppeling tussen klanken en tekens. Ze 'begrijpen' wel dat er een relatie is, maar kunnen die relatie niet automatiseren / onthouden. Het kan niet genezen worden (aangeboren of niet) - althans niet in de betekenis dat het over gaat. (Hardnekkigheid is één van de kenmerken uit de definitie van dyslexie.) Als je één been mist kan het ook niet genezen worden in de zin dat het wel weer zal aangroeien.. De kunst van de behandeling bestaat uit het aanleren van andere andere strategieën. Sommige gericht op het technisch herkennen en toepassen van onregelmatigheden in de taal en anders technische hulpmiddelen zoals geavanceerde spellingcorrectie en audiovisuele (multimediale) ondersteuning bij het aanbieden van lesstof. Dat het werken met deze hulpmiddelen een stuk beter gaat als een leerling er 'lol' in heeft en er het belang van inziet spreek vanzelf. In feite is leren omgaan met dyslexie een veranderkundig proces, wat de meeste kans op succes heeft als de betrokkene zelf een doel voor ogen heeft en gemotiveerd is dat doel te bereiken. En dat bovendien zo veel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij al aanwezige kwaliteiten om die in te zetten en uit te bouwen voor het vinden van strategie die het best past bij het specifieke doel en de kwaliteiten van de dyslecticus... Kortom: hoe kan je gegeven een specifieke doelstelling zo goed mogelijk omgaan met de beperkingen waar je het mee te doen hebt, en hoe kan je je aanwezige kwaliteiten aanboren en uitbouwen om toch dat doel te bereiken wat je zo belangrijk vindt ...
Willem de Vlaming