Macht onder professionals

Stel u werkt met collega professionals als maten samen in een partnerstructuur. Een maatschap of een BV, dat maakt niet uit. U regelt de zaken via collegiaal overleg en verder gaat ieder lekker z´n gang. Ongebonden en toch samen, vakgenoten onder elkaar maar iedereen is eigen baas. Ideaal toch, zo´n partnerstructuur? Maar stel u bent met vijf of vijftien…of vijftig partners, allemaal eigenaren, allemaal kritische professionals en grote ego´s bovendien. Hoe valt een schip met zoveel kapiteins te besturen?

Dit artikel laat aan de hand van ee...

Joke van Galen
Heel interessant, dit artikel. Steeds meer professionals in maatschappen kijken uit naar een manager. In de medische functies is dat steeds meer aan de orde, merk ik. Meer dan een bedrijfsbureau-manager is het niet, want de professionals geven graag het vervelende bureauwerk over (om meer aan de eigen professie toe te komen), maar vormen tegelijkertijd wel het dagelijks bestuur ("want wij zijn een eigenwijze soort"). Zo'n maatschapmanager of bestuurder ligt al bij voorbaat in een spagaat, moet een fulltime functie parttime verrichten en tegen een bedenkelijk salaris.

In het artikel worden status en macht als drijfveren genoemd om, in welke vorm dan ook, een PSF te besturen. Dat lijkt mij enigszins logisch (altijd zelf ook gedacht dat het alleen daarom draait). Maar hoe zit het met "gebrek aan vertrouwen" of zelfs wantrouwen jegens een manager of bestuurder? Heeft dat te maken met het (misplaatste) idee, dat een goede prof ook goed kan besturen (maar er alleen de tijd niet voor heeft)? In dat geval lijkt het mij een hardnekkig probleem, dat al jaren in stand wordt gehouden.
"Er is geen patroon in te vinden..." Het lijkt me logisch, gezien de inhoud van dit artikel.
m.vr.gr. Joke van Galen
Jaap
Dilemma waarvoor iedere professionele organisatie zich geplaatst ziet is haar bestaansrecht zeker te stellen, zonder dat dit ten koste mag gaan van de gewenste autonomie. De samenwerking met andere vennoten heeft alleen maar zin als het bestaansrecht van de partners daardoor wordt versterkt.

Zodra de fusie een feit is. zullen de partijen zich noodzakelijkerwijs moeten onderwerpen aan centrale sturing, alleen op de aspecten waarvoor samenwerking is aangegaan. De toegevoegde waarde van de centrale sturing moet wel steeds worden aangetoond. Na verloop van tijd begint de bestuurder het bedrijf te "rationaliseren", om zijn machtsbasis te versterken.

De ene bestuurder lukt dit beter dan de ander; organiseren is tenslotte mensenwerk. Kernpunt voor professionele organisaties is dat het bestaansrecht verbonden is aan het productieproces van de uitvoerende organisaties (de vennoten). Dit veronderstelt dus een "meedenkende" bestuurder en een voortdurend zoeken naar de juiste balans tussen centrale sturing (binding) en autonomie.

De "chaos" die u beschrijft is wat mij betreft zeer herkenbaar en vanuit de verschillende "ego's" die de maatschappen vormgeven verklaarbaar. Toch moet het na een open dialoog over de toegevoegde waarde van de samenwerking mogelijk zijn verbetering door te voeren; tot de eerstvolgende personeelswisseling!
Een interessant artikel!!

Meer over Bedrijfskunde & Organisatieontwerp