Leiderschap in de neuromaatschappij

Ruim 10 jaar geleden begon in de Verenigde Staten het Human Brain Project en nu wordt daar vrij algemeen gesproken over de komst van de neurosociety. Hoewel wij Nederlanders bekend staan als toegewijde trendvolgers van Amerika lijkt het erop alsof innovatief Nederland ditmaal de boot gemist heeft. Termen als neuromaatschappij, de chrono-architectuur van het brein, neuromarketing, neurotechnologie research, neurocompetitief voordeel, neuro-elektronica, neuro-ethiek, neurocognitief vermogen, en neuro-economie zijn nauwelijks doorgedrongen in ons taalgebruik, laat staan dat er enig besef is dat wij aan de vooravond staan van een nieuwe revolutie: de komst van het neurotijdperk. Het innovatieplatform van Balkenende, als we er al iets van horen, politici en zakenlieden hebben het over de kennis...

H. van de Cruijs
Op diverse terreinen bestaat, of beter gezegd bestond de door Groenen beschreven groepscoherentie in meer of mindere mate toch al? De beste (artistieke) prestaties zijn vaak groepsprestaties. Zo konden de Beatles alleen bereiken wat ze bereikten door samen te werken en een hechte groep te vormen. Toegegeven, vanuit artistiek oogpunt is het creatieve tijdperk van de jaren '60 daarna niet meer benaderd laat staan overtroffen. We kunnen rustig stellen als Marco Borsato als beste artiest en Kopspijkers als beste TV programma van 2004 worden uitgeroepen, ook hier de crisis inmiddels toegeslagen heeft.

Algemeen klinkt nu de roep om leiderschap in ons landje, een roep die zo vrees ik, voorlopig niet beantwoord zal worden. In dat opzicht ben ik het met Groenen eens dat daar waarschijnlijk een nieuwe generatie politici in de politiek nodig zal maken en wellicht een nieuwe generatie managers die niet in de eerste plaats uit zijn op exhibitionistische zelfverrijking. (in materiele zin)
Wie voelt zich geroepen?
cees j de groot
Een (1) zin van H. van de Cruijs bevat in mijn visie 5 begrippen die een loep verdienen; een aanreiking:

algemeen: wat is er overgebleven van dat wat de term 'algemeen' een inhoud geeft?
Ik stel deze vraag omdat er steeds meer technocraten op de stoel van politiek en samenwerkingsbewuste mensen zijn gaan zitten. Een voorbeeld zijn de boekhouders en andere 'whizzkids'.

de roep: ... is vooral een uiting van degene(n) die geen zicht hebben om de zin van het eigen handelen onder woorden te brengen in een perspectief van verleden, heden en toekomst in het nu.

leiderschap: een hierarchie veronderstelt leiderschap aan de top van de pyramide; een netwerk kent geen hierarchie. Er zijn wel machtige posities, maar die zijn voornamelijk een relikwie uit culturen die de hierarchie en de patriarche aanhingen.
Vandaag de dag wordt het leiderschap gekoppeld aan het begrip zelf. Wie is het 'zelf'?

ons landje: nederland is van oudsher een handelsland. recent zijn wij ons gaan focussen op de functie van een transitoland. en daarna, wat kunnen wij daarna bieden als specifieke nederlandse inbreng op handelsgebied. Of hebben zij het inmiddels niet meer over 'de handel'? Wordt het tijd om ons te her-groeperen?

vrees: is een angstbegrip dat veelal met het woordt god wordt gebezigd: godsvrezend.
de associatie met het politiek religieuze wakker worden met het trio janmaat/pim/ali en vooral ook de democratie als stelsel is hier nadrukkelijk aanwezig. Hoe hier verstandig mee om te gaan.

Tenslotte zou ik het begrip neuromaatschappij wel willen onderstrepen als een begrip dat latent aanwezig is in alle lagen van de bevolking ... zodat het ook gedefinieerd, herkend en erkend kan worden. Vervolgens dienen 'wij' onszelf in de ogen te zien en te spreke met elkaar over hoe het gezamenlijk ' kan' .