In een vorige column schreef ik over de toepassing van onze organisatieprincipes in andere culturen. 'Ik ben ervan overtuigd dat wij eigenlijk meer kunnen leren van de andere culturen'. dan zij van ons, schreef ik.
Tijdens een opdracht in Vietnam werd er aan mij gevraagd of we het gesprek aan konden gaan over leiderschap en hoe wij dat vorm geven en wat daarin succesvol is. Ik heb gekozen voor de insteek van dienend leiderschap omdat ik vermoedde dat dat het dichtst bij hen zou staan. We voerden een mooi gesprek over leiderschap in andere culturen aan de hand van de kwaliteiten uit het boek Servant Leadership van Robert K. Greenleaf.
- Authentiek zijn. “Be yourself in a world which tries to change you is a great merit.” ~ Waldo Emerson
- Bescheidenheid. “It is important to keep asking questio...
"Wat ik van mijn Vietnamese gesprekspartners leerde is dat je gewoon moet zeggen waar het om gaat." "Waar het om gaat", wordt in landen als Vietnam (en het grootste deel van de wereld) dan ook vaak heel anders gepercipieerd omdat voor hen heel andere waarden relevant zijn, terwijl hun "high context"communicatie (ofwel zeggen wat de ander graag wil horen) i.p.v. recht voor je mening uitkomen, het elkaar begrijpen en effectief samenwerken er niet gemakkelijker op maakt. Culturele sensitiviteit en kennis van communicatiestijlen plus specifieke kennis van de landen en achtergrond van de mensen waarmee je samenwerkt, zijn onontbeerlijk.
Het is dus wachten op de eerste CV van gelijk welke 'authentieke' manager die schrijft : 'Ik heb over een periode van X jaar Y aantal medewerkers financieel uitgebuit'.
Zo lang ik nergens zulk een bewijs van ware authenticiteit heb gelezen, is er voor mij alleen maar sprake van schijnauthenticiteit, en schijnmoraal. Geld weglaten in dit discours is minstens de mogelijkheid tot uitbuiting openlaten. Dat is wel het omgekeerde van universeel, maar niet van selectieve ethiek.