Weerstand tegen breinwetenschap bij HRM-directeur

2014-03-14 20.22.55In een gesprek met Joost, een HRM directeur, raakte ik onlangs aan iets interessants. Wij spraken over de nieuwe invloed van de breinwetenschap op het HRM-vakgebied. Onderwerp was de vraag of overheden en bedrijven in de toekomst gebruik zullen maken van breinscans bij aanname en beoordeling van medewerkers. Ik verwacht van wel, was mijn uitgangspunt. Ik hoop het niet, was zijn antwoord.

Hij lichtte toe wat ik vaker hoor in HRM- en coachings-kringen, namelijk:

-we moeten mensen niet stigmatiseren

-en het gevaar zit er in als we mensen op basis van scans gaan aannemen of afwijzen, dat we mensen stigmatiseren. Want: je leest de scan en je concludeert op basis daarvan dat iemand al dan niet geschikt is. ‘Gevaarlijk’  zei Joost ‘ Want als je die lijn doortrekt gaan we straks op basis van breinscans voorspellen dat iemand een crimineel zou kunnen worden. Zogenaamd om preventief misdaad te kunnen voorkomen.’

Dat laatste is dichterbij dan je denkt, was mijn antwoord. Ik verwees naar Adrian Raine, de neuropsycholoog die met terdoodveroordeelden heeft gewerkt. Hij schreef een boek (‘Het gewelddadige brein’) waarin hij inderdaad een aantal voorwaarden benoemt waaraan iemand moet voldoen die misdaden begaat.

  1. De kwaliteit van zijn hersenen. Bijvoorbeeld: zijn er problemen met zijn prefrontale cortex? Zijn er problemen met zijn limbische systeem, met zijn amygdala?
  2. De sociale omgevingsfactoren. Is hij geslagen, verwaarloosd, misbruikt, kortom: agressief opgegroeid? In wat voor buurt woont hij?

Op basis van deze gegevens kun je het risico voorspellen, zo blijkt uit onderzoek volgens Raine, dat mensen een misdaad zullen plegen. Omdat hij misdadigheid ziet als een ziekte (net als kanker of hart- en vaatziekten), vindt hij dat we deze potentiele misdadigers en de samenleving preventief tegen zichzelf moeten beschermen.

 

Daarbij zijn scans een onderdeel van de vaststelling of iemand misdadig is of niet. Het probleem is alleen dat volgens andere neurowetenschappers (Elkhonon Goldberg) de meetappatuur beperkingen kent. We zien gebieden in ons brein oplichten als we bepaalde vragen gesteld krijgen.  Maar veel meer dan de bloedtoevoer meten we daarmee niet. Zo lang dat niet verbetert, is de betrouwbaarheid van de scans beperkt. Al is er nog altijd sprake van meer betrouwbaarheid dan bij competentiemetingen, die slechts op subjectieve waarnemingen gebaseerd zijn.

 

We meten nog niet welke neuronetwerken samenwerken op welke momenten. We weten zelfs nog steeds niet helemaal hoe het daarboven werkt. Zo denken we vaak in modules: taal zit in dit deel, rekenen zit daar, dit gedrag zit ginds en dat gedrag wat dieper. ‘Modulair denken’  over het brein zit diep in ons collectieve bewustzijn. Het alternatief is het denken in attractoren: brede samenwerkingsverbanden tussen verschillende hersendelen.

 

In de toekomst zal het beter worden; dat kunnen we wel voorspellen. Het onderzoek gaat voort, computerchips worden steeds kleiner, waardoor we in de verre toekomst misschien wel robotjes in de bloedbanen kunnen brengen. Mijn verwachting is dan ook dat scans anno 2050 veel betere gedragsvoorspellingen kunnen doen dan nu. Handig bij preventief vaststellen van misdaad. En ook handig bij werving en selectie.

 

Maar er zal ook een tegenstroming blijven. Want heel veel mensen voelen iets onaangenaams bij een klinische benadering van het brein. Ze zijn bang voor stigmatisering, voor misbruik en bovendien willen ze vaak in iets anders geloven. Het voelt kennelijk onveilig als scans ons zouden vertellen wie we zijn, waar we toe in staat zijn en wat we niet kunnen.

 

Nu is dat ook niet wat Adrian Raine in zijn boek betoogt. Hij legt zeker ook nadruk op omgevingsfactoren. De harde misdadiger is zelf vaak afgetuigd, verwaarloosd en misbruikt toen hij jong was. Dit heeft grote gevolgen voor de ontwikkeling van het brein.  En Raine laat in zijn boek zien, dat levensgevaarlijke misdadigers een ziek brein combineren met een afschuwelijke jeugd.

 

Pijnlijk zijn de voorbeelden van mensen die voordat ze hun misdaad pleegden, zelf al signalen afgaven bij hulpdiensten en de politie.

-Ik moet geholpen worden, ik ben gevaarlijk.

Die signalen werden genegeerd en mensen pleegden vervolgens een moord. Hier had je preventief veel verdriet kunnen voorkomen. Het wordt dan zeer ingewikkeld om te verdedigen waarom je moeilijk zou doen over scans.

 

Mogelijk is in de toekomst een kwalitatief hoogwaardige breinscan net zoiets geworden als nu onze vingerafdruk. Het proces zal wel vertraagd worden door mensen die angstig zijn voor het Big Brother fenomeen. De vraag wat overheden zullen doen met kennis van onze hersenpan is volledig gerechtvaardigd. Uit de geschiedenis weten we dat kennis vaak ook verkeerd wordt ingezet. Vooral bij corrupte overheden.

 

Voorkomen van misdaad en minder fouten bij de werving en selectie van mensen, om maar eens 2 uiteenlopende voorbeelden te noemen van scans, zijn echter absoluut zinvol. De waarschuwing zit in de richting van het gebruik: stigmatiseer je? Niet meer als met competentiemetingen, die veel subjectiever zijn.

 

De techniek zal doorgaan. Als mensheid zullen we echter ook onze aangeboren gevoelens van ethiek en empathie moeten gebruiken. De strijd tegen alle vormen van misdaad en corruptie is erg belangrijk. En als de geschiedenis al iets leert is dat er altijd corruptie en misdaad is.

 

Dat besprak ik met Joost. Hij keek bezorgd. Hij wist het nog niet met die hersenwetenschappen. Het gooide alles om waar hij jarenlang in geloofd had. Met name veel psychoanalytische inzichten in de mens. Naar mijn mening zag hij dat te somber in. We zullen veel inzichten uit de psychologie moeten herzien, maar er ligt daar ook een schat aan waarnemingen en veel psychologische ideeen zijn van een vrolijk makende scherpte. Dus: lekker doorgaan met onderzoeken op alle gebieden. En klokkenluiders minder hard aanpakken. Wikileaks, Snowden, het zijn fenomenen die we op waarde moeten leren schatten.

Bert Overbeek is de schrijver van ‘Bert’s Breinboek voor Managers en Trainers’  dat sinds kort verkrijgbaar is via bij managementboek.nl of in de shop van mijnmanagementboek.nl  Hier vindt u een artikel over het boek: http://www.jongebazen.nl/verandermanagement/eindelijk-een-breinboek-voor-managers-trainers-en-coaches. Het boek behandelt de invloed van nieuwe inzichten op management development, selectie en werving en veranderprocessen bij medewerkers en teams. 

Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen

Probeer het Pro-abonnement een maand gratis

En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.

Word een PRO