Omgaan met weerstand is lastig voor operationeel leidinggevenden, merk ik altijd weer in gesprekken. Beleidsmakers bedenken beleid. Dat doen ze niet voor niets. Dat doen ze omdat er iets moet veranderen. Tegenwoordig moet je continu veranderen; een besef dat in de top van organisaties aanwezig is. Maar hoger management heeft moeite om het tussen de oren te krijgen van de lagen ‘ onder’ hen. En een van die lagen is het operationeel management.
Waarom lukt het het hoger management zo vaak niet om de ‘werkvloer’ te bereiken? Communicatie, roept prompt iedereen, maar dat is zo’n containerbegrip. Dat kan van alles zijn, nietwaar? Een krant lezen op je werk is immers ook communicatie. Daarmee maak je duidelijk dat je niet wilt praten.
Hoe komt het dat iets de werkvloer niet bereikt? Omdat er weerstand is. Waarbij we weerstand definieren als: al dan niet openlijk verzet tegen de implementatie van beleid. Op de ‘ vloer’ (ik heb geen moeite met dat woord omdat mensen op de werkvloer het altijd gebruiken). Die weerstand kan verschillende oorzaken hebben.
Er moet bijvoorbeeld meer werk met minder mensen gedaan worden. Of mensen die niets met administratie hebben moeten meer formulieren invullen. Of er gaan leuke taken naar een andere afdeling, terwijl jij er andere taken bij krijgen. Of dat team waarin je je zo thuisvoelde wordt uit elkaar getrokken.
Voor de werkvloer zijn dit verslechteringen, en ze mopperen dan ook –al dan niet georganiseerd- dat ze niet tegen veranderingen zijn, maar wel tegen veranderingen die geen verbeteringen zijn. Waarmee ze bedoelen: verbeteringen voor hen.
Met dit type weerstand gaan organisaties onhandig om, Zo roept men al in het begin dat er draagvlak moet zijn voor de verandering. Als we weten dat chimpansees er 4 maanden over doen, voordat ze een nieuw klimmenrek beklimmen, en we weten dat deze mensaap nogal verwant aan ons is, dan is het nog niet zo gek om te beweren dat mensen tijd nodig hebben voor en verandering, en zeker wanneer dit een vermindering betekent.
Draagvlak is dan misschien wel een te hoge ambitie. Misschien is het realistischer om al blij te zijn met acceptatie. Dat mensen het gaan doen. Niet gelijk himmelhoch jauchzend, misschien een beetje bedroefd zelfs. Dat dat mag. Dat je niet zegt: wie weerstand heeft is negatief, maar: weerstand mag. Maar het moet wel gebeuren.
En dat je dan als hoger management ook goed uitlegt waarom je doet wat je doet. Niet omdat je constant verantwoording moet afleggen, maar omdat je het samen met je mensen moet doen en het helpt als ze duidelijkheid krijgen. Want wie je ook spreekt op de werkvloer, aandacht en duidelijkheid worden als 2 zeer belangrijke waarden gezien.
Bert Overbeek is een veelgevraagd trainer en coach. Hij schreef het Management top 100 boek ' Voer voor jonge bazen' over operationeel leidinggeven. www.pitchersupport.jimdo.com
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro
Te veel beleidsmakers (met name bij de overheid) bedenken beleid omdat ze toch iets moeten doen, zich zelf belangrijk moeten maken, en niet omdat ze verstand van zaken hebben en er echt iets moet gebeuren.
Je ziet vaak waterhoofden: hele grote beleidsafdelingen die allemaal nieuw beleid bedenken waar de uitvoering niets mee kan. Omdat de beleidsmakers in een ivoren toren wonen. Ze lijken wel te trots om eerst eens af te stemmen met de experts binnen de uitvoering.
Vervolgens moeten de managers van de uitvoerenden (die (de uitvoerenden dus) er steeds minder zijn omdat de overheid moet bezuinigen en die 'waardevolle' beleidsmakers zo duur zijn en onmisbaar lijken in de ogen van de top) dit beleid doorvoeren. Omdat de managers ook niet vakinhoudelijk zijn gaan ze ervanuit dat het beleid goed is en wordt het vervolgens door de strot geduwd van de uitvoerenden. Slikken of stikken.
De uitspraak "maar het moet wel gebeuren" vind ik dus ook een beetje veel te kort door de bocht. Veel organisaties zijn veel beter af als er wat minder maar slimmer nieuw beleid werd gemaakt.
Op hoofdzaken ben ik het met Lara en Albert Willem eens. In kleinere en/of plattere organisaties moeten de beleidsmakers zelf implementeren. Het is verstandig om uitvoerenden in een vroeg stadium bij het beleid te betrekken. Ook bij voortdurende verandering is een project een goede vorm. Maak van de betrokkenen projectdeelnemers.
Het is inmiddels wel doorgedrongen dat meer verantwoordelijkheid voor het eigen functioneren medewerkers motiveert en organisaties effectiever maakt. Hou proces- en functiebeschrijvingen kort en bondig, geef ruimte. Kwaliteit is in de basis niets anders dan JOUW tevreden klant, cliënt of patiënt. De betrokkenheid bij de beslissing welk werk je zelf het beste kunt doen, is ook heel goed toepasbaar bij veranderingen.
Zo bezien vind ik "draagvlak" niet zo'n slecht begrip, zeker niet als verandering een zeker verlies teweeg brengt.
Groet,
Freek Duveen
"Een krant lezen op je werk... Daarmee maak je duidelijk dat je niet wilt praten" Hihi!
(Ik zie in gedachten nu een collega voor me, die dat nog regelmatig flikte ook ;-)
Vaak doorbreek ik deze weerstand door mensen écht te betrekken in dat verander/verbeterproces.
Ik leg ze dan duidelijk uit 'WAAROM'...
bijvoorbeeld een klant een bepaald product niet meer wil afnemen.
En vraag het team dan ook 'HOE' 'WIJ SAMEN' 'ons' product (binnen de beleidskaders)...
weer zo interessant kunnen maken... dat klanten het wel graag willen kopen.
Op de werkvloer, zorgt deze 'aandacht en duidelijkheid' er dan vaak voor 'dat weerstand' weer kan omslaan in de 'drive' om het samen op te lossen.
Ik vraag me alleen vaak af Bert 'waarom' mensen vaak zo bang zijn, om dat op een meer betrokken wijze aan te pakken?
Maar dat kun jij vanuit jouw knowhow vast beter doorzien en uitleggen,
dan dat ik dat vanuit de praktijk kan ;-)
Dat is misschien iets voor je volgende column?
Groeten
Peter van Riel
Leren op die manier luisteren naar de mensen die het betreft geeft erkenning en brengt beweging. Veranderingen zijn nodig, mensen op de werkvloer zijn over het algemeen niet achterlijk en snappen dat.
Heb je weerstand tegen weerstand? Vraag je vooral af waarom je zo'n weerstand hebt tegen weerstand en kijk goed naar wat het effect is. Ik hoor regelmatig oordelen over de weerstand op de werkvloer. Dan is het lastig want een oordelende houding roept vanzelf weer weerstand op. Leren van de weerstand is echt een leuke manier om samen te blijven leren. Kost soms wel wat meer tijd, maar uiteindelijk win je er veel mee.