Morgen geef ik een training in Antwerpen. Dat gebeurt in het Radisson Hotel tegenover het Centraal Station. En dat is vanavond ook mijn uitzicht: het Centraal Station die als een kathedraal verrijst uit het van de regen glimmende straatbeeld. Mijn kamer is op de zesde verdieping van het hotel. (zie ook www.egobert.wordpress.com)
Hotelkamers zijn voor mij een vertrouwd beeld sinds 1995. De betere hotels, ook de zakenhotels, proberen een sfeer van comfort te scheppen. Het ontbreekt aan niets in de hotels. Internet is een gratis faciliteit geworden. In het verleden moest je daar nog fors voor betalen. En verder probeert men met imitatiehout en knusse verlichting de ontheemde en vaak wat conservatieve zakenmannen en –vrouwen een thuisgevoel geven.
Mensen romantiseren die zakenreizen wel eens. Ik heb dat ook lang gedaan, maar tegenwoordig weet ik dat in Hong Kong, Sydney, Parijs en Antwerpen de hotels overal in dezelfde stijl zijn en door het globalisme wordt in alle wereldsteden de sfeer hetzelfde. Lounges met jazzy chillmuziek. Soms wentel ik me daar even in, maar meestal blijf ik trouw aan mijn eigen sfeer.
Dan combineer ik het nuttige met het aangename. Ik werk tot een uur of acht, en dan ga ik wat eten en drinken, en omdat ik Antwerpen betrekkelijk goed ken (want ik gaf hier vaker trainingen en shop er graag), weet ik een goed restaurant waar het rustig is, en zeker in januari, nu de koude wind en vandaag ook de striemende regen de straten leeg veegt.
Het Koningin Astridplein waaraan het hotel ligt, kent veel 19e eeuwse panden. Ik wist dat van te voren en omdat ik van sfeerversterkers houd, nam ik Poesjkin mee en strijkwerk van Johannes Brahms. Na het werk en het eten en drinken is er dan tijd voor rust en lezen.
Mensen denken wel eens dat je eenzaam bent in zo’n hotel, en ik denk als je steeds de wereld rond moet, dat dat ook wel ontstaat. Maar ik vermaak me altijd wel. Ik lees en schrijf meestal wat dichtregels of aanzetjes daartoe. Om niet te vergeten dat deze avond er ooit was.
Morgen doe ik een salestraining. Ik heb me mede voor dat doel vandaag verdiept in twee grootheden. Scott Bedbury en Philip Kotler. Misschien zeggen de namen je niets, maar ze hebben behoorlijk veel invloed op ons leven. Scott Bedbury maakte Nike en Starbucks groot. Philip Kotler heeft zo ongeveer de hele reclamewereld beïnvloed. Mister Marketing. Er is heel veel kans dat je favoriete merk iets heeft met Kotler.
Ik ken mensen die de zakenwereld kil noemen. Of politiek verwerpelijk vinden. Dat laatste begrijp ik. Dat iemand iets politiek verwerpelijk kan vinden. Maar ik heb niet echt kunnen vaststellen dat die gewone zakenmannen en –vrouwen alleen maar aan zichzelf denken. In gesprekken merk ik altijd weer dat ze zich ook druk maken om het maatschappelijk belang. Niet iedereen is een graaikapitalist.
Kotler en Bedbury zijn allebei mannen die vinden dat menselijkheid een belangrijke eigenschap is. Ook voor salesmensen. Dat vind ik op de een of andere manier altijd weer verrassend. Zoals ik het verrassend vind dat milieubewuste mensen moedwillig liegen over de termijn dat de aarde zijn gletsjers kwijtraakt.
Tja, en aan zulke dingen denk je als 50-jarige nu op je hotelkamer. Om Poesjkin te pakken en snel weg te vluchten uit het hier en nu, waar veel mensen zo dol op zijn. Morgen ga ik daar mijn bijdrage weer aan leveren.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO