Verliefd op het werk; je brein op hol! (Wat zegt dat over verandermanagement?)

Esmeralda, een voormalig trainee van me belde een half jaar geleden. Verliefd. Op een collega van kantoor. En niet zo’n beetje maar heel erg. ’s Avonds liep ze over hem te dagdromen, was prikkelbaar tegen haar man en zocht op internet naar informatie over hem. Ze wilde de hele dag bij hem zijn. Het werk voorzag in die behoefte, maar ze durfde haar gevoel niet te delen. Wat moet ik hier nu mee?, vroeg ze. Ik begon met te zeggen dat ik geen liefdescoach ben, en dit soort dingen ook niet precies weet. Zeker in liefdeszaken is het gevoel moeilijker ‘aan te sturen’ dan ooit. Ook bij haar was dit het geval.

-Ik wil helemaal niet verliefd zijn. Ik heb er geen zin in om mijn relatie met Bas op het spel te zetten, of om van die gesprekken met hem over mijn verliefdheid te moeten gaan voeren. Die verliefdheid komt helemaal niet uit.

Niet verliefd willen zijn en het toch zijn, dan is er onmacht in het spel. Dan kan je je wil niet opleggen aan je gevoel. De vergelijking lijkt misschien vreemd, maar dit gebeurt ook in veranderingsprocessen. Ook daar kan de onmacht om je wil op te leggen aan je gevoel en gedrag, een grote rol spelen.

-Ik weet niet of het een troost voor je is, zei ik tegen haar, maar het komt meer voor. En het gaat over. Je kunt verliefd zijn beschouwen als een psychische ziekte. Dat is niet zo romantisch, maar je vertoont in verliefdheidsperioden dezelfde kenmerken als mensen met een psychose.

-Dat zal allemaal wel, maar ondertussen wil ik maar één ding: bij hem zijn.

Ze zuchtte.

-Arme Bas.

Swaab vindt dat je je partnerkeuze moet uitstellen tot na de verliefdheid. Samenwonen, trouwen, dat soort dingen, nooit doen in verliefdheidsfases. Als de eerste lokstoffen zijn uitgewerkt, ontstaat er meer ruimte om weer ‘normaal’ te denken. Dan kan je een definitieve keuze maken. Vaak maken mensen echter ‘wilde keuzes’ in de verliefdheidsfase.

Als je verliefd wordt maken je hersenen hormonen aan. Dopamine, het stresshormoon norepinephrine dat voor vlinders in je buik zorgt, endorfine, serotonine en het ‘knuffelhormoon’ oxytocine. Deze stoffen zijn verslavend. Je wilt steeds bij degene zijn die jouw systeem heeft uitgekozen om verliefd op te worden.

-Verliefdheid overkomt je, zeggen we vaak, en daar zit iets in. Anderen zeggen dat je verliefdheid kunt regelen, maar wie echt verliefd is geweest weet wel beter. Tegen een dergelijke hormonenuitbarsting in je lichaam is weinig bestand.

Met andere woorden: iemand kan wel tegen je zeggen dat je moet ophouden met verliefd zijn op een collega, maar zo gemakkelijk is het dus niet. Hoe komt het toch, dat die hormonen niet luisteren naar onze wil? Het antwoord is minder ingewikkeld dan de praktijk van ‘ongewenste’ verliefdheid.

De delen die verantwoordelijk zijn voor het gevoel van verliefdheid, zijn eerder in de evolutie ontstaan, dan onze prefrontale cortex. De prefrontale cortex is de dirigent van ons brein, de grote coördinator, de planner. Als we tegen onszelf zeggen: vanaf vandaag gaan we dit anders doen, en we sturen onszelf daarbij aan, dan is de prefrontale cortex actief. Maar wanneer het orkest zelfstandig bombastisch begint te spelen, staat de dirigent machteloos. De prefrontale cortex heeft simpelweg te weinig power om verliefdheid te bedwingen.

Andere hersendelen nemen het over. Nuchter denken is er nog wel bij, maar het heeft geen enkel effect meer en het kan tot paniek leiden.

-Arme Bas, zei Esmeralda, waaruit bleek dat het denken nog wel actief was, maar ze was machteloos tegenover haar gevoel. Op het werk is dat een ingewikkelde kwestie. Vooral als je in een relatie zit die je wel prettig vindt, want de theorie dat mensen verliefd op anderen worden, omdat hun relatie wel slecht zal zijn, kan in de koelkast.

Hoe zit het dan? Om dit toe te lichten moeten we een klein uitstapje maken.

Nico Frijda onderscheidde in de jaren negentig ‘intentioneel gedrag’ en ‘emotionele actietendensen’. Hij had geen patent op deze begrippen, maar hij beschreef ze in zijn boek ‘De emoties’ heel helder. Intentioneel gedrag is, het woord zegt het al, gedrag dat samenhangt met intenties en doelen. Je neemt je iets voor en voert het uit. Ook gedrag dat je ‘programmeert’ op basis van overtuigingen, is intentioneel gedrag. Als je vijf keer per dag bidt, is dat intentioneel gedrag.

Emotionele actietendensen zijn impulsen. Ze leiden tot gedrag dat intentioneel gedrag onderbreekt, want ze vragen om voorrang. En daar kunnen ze behoorlijk dwingend in zijn. Verliefdheid is er een prachtige voorbeeld van.

Het komt mij voor dat intentioneel gedrag ‘een product’ is van de prefrontale cortex; de dirigent van het orkest. Emotionele actietendensen komen voort uit oudere hersendelen. De parallel met veranderingen in organisaties is nu ook te maken. Organisaties ‘lijden’ nogal eens aan neiging tot emotionele actietendensen, net als de markt.

En ook medewerkers hebben daar last van. Hun weerstand wordt vaak gezien als intentioneel. Ze ‘willen’ niet. Maar de vraag is of dat zo is. De kans is groot, dat ze niet anders ‘kunnen’. (Swaab zal dit idee vermoedelijk onderschrijven.)  Net als bij verliefdheid, blokkeren emotionele actietendensen de weg naar het doel. Het is dan geen uiting van liefde, maar van angst en stress.

Wat moet je met emotionele actietendensen als manager? Hoe stuur je gedrag aan dat het bereiken van je doelstellingen doorkruist? Ook hier weer een simpel antwoord, met moeilijke praktische consequenties. Je kunt niet anders doen dan doelen stellen, en mensen aanspreken als ze die doelstellingen niet nastreven. Anders regeren de emotionele actietendensen.

Gemakkelijk is het niet. Maar het is ook dat, wat het leven leuk maakt. Zowel voor managers, als voor Esmeralda, want emotionele actietendensen onder controle krijgen (in korte of langere tijd) verdiept de persoonlijkheid, en geeft het leven kleur. Bovendien geven ze een realistisch beeld van de verwezenlijking van doelen. Dus: het is maar goed dat de prefrontale cortex niet alles onder controle heeft, anders werd het leven wel erg planmatig en klinisch.

Toen ik dat aan Esmeralda uitlegde, begon ze te mokken.

-Wat heb ik daar nu aan?, zei ze.

-Je moet dit zelf ondergaan en zelf ervaren, antwoordde ik, ik kan je wel vertellen wat wijs is en wat je zou moeten doen, maar uit ervaring weet ik dat het zo niet werkt.

Onlangs belde ze. De verliefdheid was over. Ze had er met Bas over gesproken, en die had heel ruimhartig gereageerd. Haar verliefdheidsobject was bovendien arrogant gedrag gaan vertonen. Eén ding wist ik toen: de emotionele actietendens was voorbij; de lokstoffen waren gedoofd.

Bert Overbeek geeft op 20 september een interessante workshop over veranderingen en het brein, zie: http://www.jongebazen.nl/verandermanagement/workshop-voor-managers-trainers-en-coaches-over-het-brein  Managers en adviseurs kunnen hier snel hun kennis bijspijkeren over het onderwerp om niet achter te blijven bij moderne ontwikkelingen.  Bert twittert op Goeroetweets (pitchersupport.com)  

Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen

Probeer het Pro-abonnement een maand gratis

En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.

Word een PRO 

Carla
Kahneman zegt in zijn prachtige boek: 'thinking slow and fast' dat juist piekmomenten een rol spelen of mensen achteraf concluderen of ze gelukkig zijn of niet. Beter een paar goede momentenv an heftigheid dan een lang en midner gelukkig leven....
Ik weet het zelf ook niet maar kan die beide ideeen nog niet helemaal aan elkaar verbinden. Moeten we die emotionele actietendsen nu vermijden dan wel proberen in de tang te houden of er zoveel als mogelijk uithalen?
Diederik Steeman
Lid sinds 2019
Nee, het is niet de bedoeling om afscheid te nemen van emotionele actietendensen. Trouwens, dat zou ook niet lukken. Maar fundamentele keuzes maken als je in de slipstream van een actietendens zit, dat is nief altijd verstandig. We zullen moeten leren deze dingen in onze cultuur een plaats te geven.