Als oud-NS’er en dagelijkse treingebruiker draag ik het bedrijf nog altijd een warm hart toe. Het is een verbluffende prestatie, zo weten kenners, om een zo omvangrijk treinpark op een zo beperkte infrastructuur op tijd te laten rijden. Meer dan 4 van de 5 treinen komen zonder vertraging aan. Kom er eens om met uw automobiel. Maar...
Als oud-NS’er en dagelijkse treingebruiker draag ik het bedrijf nog altijd een warm hart toe. Het is een verbluffende prestatie, zo weten kenners, om een zo omvangrijk treinpark op een zo beperkte infrastructuur op tijd te laten rijden. Meer dan 4 van de 5 treinen komen zonder vertraging aan. Kom er eens om met uw automobiel.
Het is ook een leuke organisatie om voor te werken. Er wordt veel gedaan aan ontwikkeling van mensen, er is een treinkaart tegen een minimaal bedrag en het salaris is goed. Het is er bovendien gezellig.
Met name medewerkers die al wat langer bij de NS werken, vonden het vroeger vaak gezelliger. ‘Het is allemaal veel zakelijker geworden’. Nou, dat was dan ook wel nodig. Op de wachtposten langs de baan zaten drie mensen het werk voor één man te doen. En conducteurs en machinisten hadden per dag zo’n twee tot drie uur (van de acht) dat zij ergens zaten uit te rusten.
Het was niet gezellig, het was een walhalla! De gemoedelijkheid regeerde. Maar niet alleen de gemoedelijkheid. Er was ook veel informele strijd. Zolang je goed lag, had je niets te vrezen en was het één grote familie. Maar er was altijd een groep die het onderspit delfde. Die kregen bijvoorbeeld bijnamen als ‘de zieke kip’ of ‘tien voor twee’ (dit laatste wanneer hun voeten naar buiten wezen).
En dan was er de strijd tussen de afzonderlijke onderdelen. Het treinpersoneel en de treindiensleiders bijvoorbeeld waren niet altijd vrienden. ‘Ze doen niets’ klonk het over en weer.
Nu de boel verzakelijkt is, zie je daar nog sporen van terug. Het treinpersoneel behoort bij NS tot het binnenlands reizigersvervoer; de treindienstleiders zijn tot de overheid gaan behoren en vallen onder Prorail. Steeds vaker hoor je dat NS’ers openlijk de aanval openen op Prorail.
Gisterenavond (29 maart) bijvoorbeeld. De intercity van Utrecht naar Zwolle bijvoorbeeld. 20.20 vertrokken. Vertraagd. Was me al een poosje niet overkomen. Door de vertraging kwam het ding na Amersfoort achter de stoptrein terecht. De machinist riep het keurig om, met de toevoeging dat we de stoptrein in Putten zouden inhalen en ‘dan onze normale snelheid kunnen hernemen’.
Ik weet hoe dat gaat. Treindienstleider en machinist communiceren. Er is een belofte. Maar op de treindienstleiderspost is het door de vertraging iets onoverzichtelijker. En dan vergeet je wel eens wat er in Putten gebeurt. Mag niet gebeuren, maar een fout is menselijk.
Maar dat vond de machinist of conducteur van genoemde trein niet. Die vond het noodzakelijk om om te roepen dat ‘Prorail had beslist’ (het werd 3x herhaald) om ‘ons toch achter de stoptrein te laten rijden’. De reizigers keken elkaar aan. Prorail? Wat was dat ook al weer? Was dat een kafkaiaans monster, een zombieachtige insluiper?
Ik irriteer me aan dit soort zaken. Het is kinderachtig. Een vingertje. En geen verantwoordelijk nemen. Het is je ergernissen aan privatiseringsgeschiedenissen niet intern bespreken, maar aan de grote klok gaan hangen. Klikken bij de klant.
Klikken.
Bah.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO