Vorige week sprak ik een collega-trainer/coach in de trein. Sinds september had hij geen klussen meer, en hij maakte zich duidelijk zorgen. Hij had een sollicitatie lopen bij een callcenter. Hij voelde zich daar niet teveel voor (‘anders had ik niet gesolliciteerd’), maar hij wilde graag zijn eigen vak uitoefenen. De organisatie waar hij voor werkte was overgenomen, en hij was één van de mensen die werd ontslagen. Dit ondanks een goede staat van dienst.
Ik vond het een verdrietig verhaal. Ik kende hem niet, maar hij leek me iemand die een groep wel in beweging kreeg en bovendien goed binnen de doelen van een opdrachtgever kon werken. Dat gaat niet altijd samen. Sommige trainers zijn heel goed in het losmaken van energie, maar de doelen van de opdrachtgever worden dan niet behaald. Het omgekeerde komt ook voor.
-Kan jij niet iets voor me regelen?, vroeg hij. Hij had gehoord van derden dat ik erg veel werk heb. Dat is inderdaad het geval, maar ik verbeeld me niets. Ik heb geluk gehad. Ook wel aan mijn kwaliteit gewerkt en goed onderzocht waar een bedrijfstrainer/coach zijn meerwaarde in kan bewijzen. Ik heb een filmpje laten maken, waar ik gek werd van de oneliners die ik moest uitspreken en waarin ik een paar prominente zakenrelaties over me aan het woord laat (http://pitchersupport.jimdo.com/)
Ik kon helaas niets voor hem regelen. Om te beginnen is volgens anderen een speerpunt van mijn kwaliteit mijn mensenkennis, en ik zag altijd dat ik die meer ‘op straat’ heb geleerd dan in studies. Opdrachtgevers willen je om zo’n eigenschap hebben. En dan bedoel ik dat ze jou, specifiek jou willen hebben. Ik heb dat zelf ook met anderen ervaren. Als mensen om een bepaalde trainer vroegen, en ik ging dan in plaats van die trainer, dan was het hard werken om jezelf geaccepteerd te krijgen.
-Heleen doet het zus. Heleen doet het zo. Jij doet dit heel anders.
Mensen die Heleen belden, wilden Heleen. Mensen die mij bellen willen mij. Zo werkt het nu eenmaal. En de collega-trainer/coach begreep dit. En er was nog wat, zei hij.
-Het punt met trainingen is dat degene die ze in organisaties bestellen, zo veel training hebben gehad dat ze bijna trainers zijn geworden, mompelde hij. Ze zijn niet meer realistisch in wat ze vragen. Ze kijken minder naar de doelen als naar de energie in de training zelf. Als mensen energie krijgen, zijn ze eigenlijk al blij. Dus willen ze energieke trainingen, ook als die niets opleveren.
Ik ben meer het type, vervolgde hij, dat de doelen van belang vindt. Dat kan wel eens ten koste gaan van de creatieve vormgeving. Natuurlijk moet het allemaal een beetje dynamisch zijn, maar je wilt uiteindelijk dat de mensen iets opsteken en liever nog gaan doen.
Ik knikte.
-Je hebt gelijk, maar kennelijk is dat niet voldoende om werk te hebben in deze tijden. Opleidingsbudgetten zijn niet vet in deze tijden. Je moet dus iets doen waar organisaties echt iets mee kunnen. En misschien af en toe ook iets extra’s doen.
-Dat vertik ik, zei hij. Ik ga niets van mijn tarieven afhalen of allerlei extraatjes geven. Dat vind ik window dressing.
-En daar heb je een hekel aan?
-Ja. Nou en of.
Ik hoor vaker dat mensen, die niet goed zijn in het presenteren, met veel bombarie verkondigen dat ze inhoudelijk deskundig zijn maar ‘niet van window dressing houden’. Hiermee denken ze hun beperkingen te kunnen verhullen. Niet doen, denk ik dan. Iemand die een winkel heeft, moet ook een etalage hebben.
Ik moest de trein uit. Ik vertelde hem dat ik het ook wel eens had meegemaakt dat het even stil viel, en dat hij er ook van moest proberen te genieten. Hij bedankte me voor de tip, maar voegde er aan toe dat hij beter in het call center kon gaan werken, dan van het leven te genieten.
Ik ben benieuwd of jullie een tip voor hem hebben.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
Mijn tip: sta stil bij je visie op het vak, stel bij als je merkt dat deze aan vernieuwing toe is of blijf geloven in waar je voor wilt staan als je dat eerder (bij je) passend hebt verwoord of verbeeld.
De paradox is overigens dat trainers die werk zoeken, vaak geen werk vinden. De potentiele opdrachtgever voelt zich (on)bewust teveel onder druk gezet. Als je echt vrij een gesprek in gaat, krijg je het werk dat bij je past.
Werkt niet meer in deze crisistijden. Opdrachtgevers zijn als vissen in een vijver, en om die vijver zitten momenteel gigantisch veel vissers (trainers) met vrijwel allemaal hetzelfde aas. Wat maakt dat de vissen in jóuw aas bijten?
Bert geeft het juiste antwoord. Door méér te doen, iets anders te doen dan al die andere vissers.
Mijn ervaring is dat (mijn) opdrachtgevers op dit moment hun visser / trainer selecteren op 3 punten:
1. Kwaliteit van training. Je moet niet alleen goed zijn, je moet béter zijn, iets bieden dat de anderen niet bieden, bijvoorbeeld jarenlange ervaring in specifiek hún markt. Inclusief duidelijk positieve evaluaties (met rapportcijfers) van tientallen enthousiaste cursisten. Belangrijk selectiecriterium voor opdrachtgevers die geld genoeg hebben.
2. Prijs. Van belang voor opdrachtgevers die te maken hebben met (forse) bezuinigingen. Niks van je (uur-)prijs af willen doen? Weinig opdrachten tot gevolg. Ben creatief in onderhandelingen en/of bied een totaalprijs waarin je uurprijs niet staat vermeld.
3. Service. Zeer belangrijk selectiecriterium voor álle opdrachtgevers. Geven geven geven en niks terug verlangen. Dát wordt gevoeld! Denk mee, stuur links door, zoek mee naar subsidiemogelijkheden, bied oplossingen voor problemen. Regelmatig (gratis!) om de tafel zitten om te luisteren, adviezen te geven, vervolgens trainingen of workshops op maat te verzorgen, pilots aan te bieden tegen gereduceerde prijs etc (met gratis verslag met aanbevelingen achteraf).
ZorgCollegeLimburg biedt 1, 2 én 3. Wij zijn binnen een half jaar gegroeid van 2 naar 10 trainers en hebben werk voor de komende 3 jaar. Trainers die wanhopig op zoek zijn naar werk vanuit een soort slachtofferrol en verder star blijven hangen in oude gedragspatronen (van ver vóór de eerste kredietcrisis) komen er bij ons niet in. Laat ze hun karretje maar elders aanhangen. Wij werken met kartrékkers!