Problemen op de werkplek: Help!

Organisatie-adviseurs lijden nogal eens aan een ziekte, die ik ‘solvitis’ zou willen noemen. ‘Solvitis’ is afgeleid van het Engelse ‘to solve’ (oplossen) en het geeft exact aan wat adviseurs graag willen: problemen oplossen. Zo simpel is dat. De adviseur is deskundig, hij weet het, hij wordt er bovendien voor betaald. 

Organisatie-adviseurs lijden nogal eens aan een ziekte, die ik ‘solvitis’ zou willen noemen. ‘Solvitis’ is afgeleid van het Engelse ‘to solve’ (oplossen) en het geeft exact aan wat adviseurs graag willen: problemen oplossen. Zo simpel is dat. De adviseur is deskundig, hij weet het, hij wordt er bovendien voor betaald.

Interessant is dat in managementland, daar waar de adviseurs hun inspirerend bedoelde hagenpreken houden, de solvitis al een poosje op de terugtocht is. Daar hoor je steeds vaker dat managers een zwak hebben voor ‘coachen’. Dit staat in schril contrast tot het aandragen van panklare oplossingen. Je laat de ander door middel van vraagtechnieken zelf oplossingen bedenken. Je activeert zijn leervermogen.

Het is een prachtige manier van werken, maar helaas is het slechts voor weinigen weggelegd om anderen door middel van de vraagstelling ook daadwerkelijk een stap verder te brengen. Dat is een vak apart. Echt goede coaches zijn veel schaarser dan mensen die beweren goede coaches te zijn.

Aangezien ik zelf adviseur ben, lijd ik ook aan solvitis. Ook ik weet altijd wel een antwoord of oplossing voor een probleem. En dat is jammer. Vandaar dat ik nu maar eens een kwestie aan mijn vakbroeders wil voorleggen. Hij dateert van een aantal jaren terug, maar is afkomstig uit mijn praktijk. Hij dateert van zo’n 6 jaar geleden en ik vind dat ik de zaak toen niet goed heb opgelost.

Op een afdeling werken twee vrouwen en drie mannen. De sfeer is niet goed en dat leidt er toe dat een man (Joop) en een vrouw (Ans) uit de groep met langdurig ziekteverzuim te kampen hebben. Het probleem wordt volgens Joop en de niet-zieke vrouw (Belinda) veroorzaakt door Ans.

‘Ze verpest de sfeer met haar geroddel’ zeggen ze, maar ze durven dat niet te zeggen.
Ans, echter, is van mening dat de twee haar bewust negeren en praat daar veel over met de twee andere mannen, die wel op haar hand zijn, maar dat nooit openlijk tonen. Het is hun mening, zo blijkt in 1-op-1-gesprekken met de adviseur, maar ze willen de sfeer niet verder verzieken.

Volgens een van hen, Cor, is er in het verleden wat gebeurt tussen Ans en Belinda, en Cor vindt dat niet Ans maar Belinda de sfeer verziekt, door Joop te beinvloeden. De manager van het gezelschap, Coen, is een persoonlijke vriend van Cor. Ze kennen elkaar al lang, werken al 30 jaar voor ‘de firma’ en hebben vroeger samengewerkt.

Coen probeert zaken en privé integer gescheiden te houden, maar geeft bij de intake aan dat hij dat lastig vindt. Hij deelt eigenlijk de mening van Cor, maar probeert dat zorgvuldig verborgen te houden voor Joop en Belinda (‘anders breekt de pleuris uit’ zegt hij plastisch).

Zijn doel is dat er eindelijk een einde komt aan het gekonkel. Hij wil een open sfeer op zijn afdeling.

‘Dit past niet bij mij’ zegt hij ‘Die lui dwingen me tot achterbaks gedrag en daar moet een einde aan komt.’

Ik ben uiterst benieuwd hoe jullie deze zaak aan zouden pakken.

CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement 

Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro

Ingmar Nieuwold
Beste Bert,

Ik lees dat deze mensen elkaar niet kunnen/durven aanspreken op gedrag.
Dit leidt tot  interpretatie en geroddel in de wandelgangen.
Ik zou dit gedrag terug spiegelen naar het team. Ik zou ze op de hart willen drukken dat het belang van elkaar aanspreken en het vermogen tot (zelf)reflectie cruciaal is voor goede samenwerking.
Ik zou met ze aan de slag gaan in groepsverband met (zelf)reflectie werkvormen (de juiste vragen leren stellen, bij de ander blijven) en deze methodieken laten toepassen op de werkvloer in elkaar aanspreken op gedrag.
Ik zou het ook voordoen door ze zelf hun gedrag tijdens het leren te spiegelen en te reflecteren.

Het geeft ze duidelijke handvatten voor een meer transparanter en verantwoordelijke samenwerking.
Bovendien geeft het het team de veiligheid die ze nodig hebben om de confrontatie niet meer uit de weg te gaan.

groet,
Ingmar