Vanochtend wil ik een begin maken met een nieuwe politieke partij. Deze politieke partij heeft op dit moment één lid en er is nog niets formeels geregeld. Het is een partij die naar de toekomst kijkt en die het van belang vindt dat onze samenleving een gezonde en gezellige plek is voor iedereen. Naïef zijn 'we' niet. We weten ook wel dat mensen elkaar van tijd tot tijd de hersens inslaan. We weten ook dat er overal op de wereld misstanden heersen, dat er terreur is en maffia. Maar we willen er iets tegenover stellen. Iets dat mensen faciliteert om het prettiger te hebben.
We zijn geen moraalridders. Met iedereen is wel wat, en vromer dan de paus zijn leidt tot de katjes in het duister knijpen. Om een eerste indruk te geven hebben we hieronder beschreven waar we naar streven.
Deze partij streeft naar een samenleving:
- die duurzaam en gezond geniet, in alle opzichten;
- die integer omgaat met mensen, kapitaal en arbeid en daarin mensen en organisaties ook coacht;
- die voor een zo breed mogelijk deel van de wereldbevolking het genieten van het leven faciliteert.
Dat lijken een paar leuke idealen maar ze hebben nogal wat gevolgen. Kinderarbeid is bijvoorbeeld niet integer. Mensen op onrechtvaardige gronden ontslaan evenmin, maar niets doen voor je geld bij een werkgever is ook not done. Dat de een niet weet waar hij zijn geld moet laten, en de ander geen eten heeft, is ook strijdig met het ideaal van de partij van het levensgenieten. Niet kaviaar voor de een, en een hap zand voor de ander.
Links? Nou, nee, het vrije ondernemerschap is een belangrijk thema. En het liberale ideaal van leven en laten leven is ook relevant. Verschil mag er zijn, maar zodra een van de drie bovenstaande punten wordt bedreigd, grijpen we in. Groen is de partij wel, maar ze staat helemaal niet afwijzend tegenover wetenschap, omdat ze de bevordering van duurzame technieken zeer belangrijk vindt.
De Partij van het levensgenieten is een serieuze poging om de samenleving beter te maken. Is het nu dan zo slecht? Nou, het houdt niet over. Maar we willen niet klagen. Liever een positieve richting aangeven. Fris, fief en vrolijk. En kijken of er animo voor is. Dus graag reacties hieronder, en het artikel doorsturen naar goede bekenden.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
Jouw mooie doelstellingen voor de samenleving heb ik al gevonden in een bestaande politieke partij. De vijf 'richtingwijzers' van deze partij:
1. Vertrouw op de eigen kracht van mensen
2. Denk en handel internationaal
3. Beloon prestatie en deel de welvaart
4. Streef naar een duurzame en harmonieuze samenleving
5. Koester de grondrechten en gedeelde waarden
Inderdaad: geen moraalridders, en inderdaad: met iedereen is wel wat, dus er is vast ook wel iets aan te merken op mijn partij, maar ik nodig je graag uit om je aan te sluiten: met jouw idealen pas je helemaal bij D66.
Met democratische groet! (en lees vooral verder op http://site.d66.nl/d66nl/item/richtingwijzers)
Het is juist Els Borst geweest, die het paard achter de wagen heeft gespannen.
Marcel van Dam De dubbele agenda van deskundigen (Volkskrant 31 maart 2011)
Commentaar: Als argument hoor ik al jaren dat de stijgende zorgkosten door de vergrijzing komt. Feit is dat de echte vergrijzing nog moet beginnen.
Bij productontwikkeling speelt het probleem dat de klant wil een Rolls Royce voor de prijs van een Volkswagen. Dit fenomeen doet zich ook in de zorg voor. Er zijn meer perspectieven om naar de kosten in de gezondheidszorg te kijken. Nu wordt de zorg vooral gezien als een groeisector waarin veel geld valt te verdienen. Met name Els Borst heeft er voor gezorgd dat de overheid de rem uit de zorgauto heeft verwijderd. De hamvraag is of met het toenemen van de kosten de kwaliteit navenant stijgt? Het is de grootste misser om de gezondheidszorg met de massaproductie van een T-Ford te vergelijken. In deze zin is de zorg geen markt. Voor de collectieve sector geldt veelal de wet van Baumol, namelijk bij veel arbeidsintensieve diensten is de toename van de arbeidsproductiviteit aanmerkelijk geringer dan bij het productieproces van agrarische en industriële goederen die zich lenen voor mechanisering en dat van diensten die zich lenen voor automatisering. Het gaat dan bijvoorbeeld om leerkrachten, verplegend en verzorgend personeel, uitvoerende kunstenaars, maar ook om kappers en schoenmakers. Of misschien nog belangrijker is de vraag hoe ziek is de maatschappij door onze aandacht alleen op marktwerking te focussen? De zorg is deel van de “instant-geluksindustrie” geworden. Het is wenselijk met een ‘hybride’ bril naar de éne werkelijkheid te kijken.
Met vriendelijke groet,
Harry Nijhof