Vrouwen blijven trouw aan doelen, meer dan mannen. En mannen stellen hun doelen bij als omstandigheden veranderen. Dat heet contextafhankelijkheid. En het is belangrijke kennis voor managers. Deze opmerkingen kom je tegen in het boek van de Amerikaanse topneuroloog Elkhonon Goldberg. Wie nog dacht dat vrouwen en mannen in feite niet zo verschillen, moet dit boek lezen.
Hij moet dan wel goed zoeken, want het boek is niet gemakkelijk geschreven. Maar waar een wil is is een weg. En het levert veel op. Goldberg schrijft onder andere over fysieke verschillen tussen mannen en vrouwen in de hersenen. En passant ontmantelt hij een paar hardnekkige misverstanden over de hersenen.
Een van die misverstanden is dat rationaliteit in de linker hersenhelft zit en emotie in de rechter. Zonder te diep in te gaan op deze kwestie, het is niet zo. Er is sprake van samenwerking onder leiding van verschillende hersendelen. Die samenwerking kom je bij Goldberg overal tegen. Tussen de hersenhelften is wel een onderscheid te maken, maar dat zit onder andere meer in vrolijkheid en somberheid.
Als je letsel hebt in je rechterhersenhelft, dan leidt dat euforie; in je linkerhersenhelft tot depressie. Conclusie is dat de hersenhelften (hemisferen noemt Goldberg ze) elkaar in balans houden. Dat is wel handig omdat de rechterhersenhelft door ervaringen veel minder snel wordt gewijzigd dan de linker. Ook daar zie je dat ze elkaar in balans houden.
Goldberg geeft nog meer informatie over de werking van de hersenhelften, maar we gaan weer terug naar mannen en vrouwen. Mannen zijn contextonafhankelijker dan vrouwen, en houden daardoor minder goed aan doelen vast. Dat is voor organisaties van grote betekenis, want het is bij de selectie en werving van belang.
Heb je behoefte aan een medewerker die snel inspeelt op omstandigheden, dan kun je beter een man kiezen; wil je daarentegen vasthouden aan doelen, ongeacht de omstandigheden, dan is een vrouw beter op haar plaats. Ik realiseer me dat ik generaliseer, maar in het algemeen zijn vrouwen meer gebonden aan afspraken en doelen. Mannen stappen daar gemakkelijker van af.
Goldberg haast zich om dit verschil uit de sfeer van waardering te trekken. Het een is niet minder dan het ander. Maar het zou kunnen verklaren waarom ‘vrouwelijke omgevingen’ als het onderwijs meer behoudend zijn ingesteld, en omgevingen met veel mannen soms overmatig veranderingsbereid.
Bij wisseling van leiders zie je mannen vaak vrij gemakkelijk achter nieuwe leiders aanlopen. Bij vrouwen werkt het anders en zie je vaak een meer principiële opstelling.
Een ander verschil tussen mannen en vrouwen is dat de verschillen tussen de rechter- en linkerhersenhelft bij mannen groter zijn dan bij vrouwen. Dit geldt ook voor de frontale hersenkwabben. Bij mannen zie je dan ook vaker ziektebeelden als schizofrenie, ADHD en het syndroom van Tourette.
De vraag die Goldberg stelt, en die is ook weer interessant voor organisaties, is: welk verbindingspatroon is geschikt voor welke cognitieve taak? Mannelijke en vrouwelijke hersenstructuren vullen elkaar goed aan; het lijkt er dan ook op dat organisaties met een mooie mix tussen mannen en vrouwen het het beste doen. De situatie bepaalt welke leider het meest geschikt is: vrouwen in settings waarin contextonafhankelijkheid van belang is, mannen in situaties waarin contextafhankelijkheid zinvol is.
Heel zwart-wit kun je er natuurlijk niet over denken, want Swaab heeft al uitgelegd dat je mannen hebt die door ontwikkelingen in de baarmoeder vrouwelijk zijn en omgekeerd. Niet alle hersenen zijn ‘standaard’. Dat dacht men vroeger, dat er zoiets was als een model voor gezonde hersenen. Dat beeld verdwijnt.
Wat verdere ontwikkelingen in de neurologie met onze diagnoses gaan doen over mannen en vrouwen of ADHD, autisme en dergelijke, is nog niet bekend. Wie het boek van Goldberg leest, weet dat er nog geweldig veel te ontdekken valt over de hersenen. Maar dat organisaties er hun voordeel mee kunnen doen is wel zeker. Jongebazen zal hierover blijven publiceren!
(Bert Overbeek schreef afgelopen weekend de zakelijke column voor nu.nl: http://www.nuzakelijk.nl/column-goedbezig/2471479/vroeger-was-soms-echt-beter.html)
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
Ik heb blijkbaar een keuze welk deel ik inzet. Oftewel blijkbaar is de aansturing wezenlijk voor de wijze van uitvoering.
Hartelijke groet,
Wilbrand Kuijt
Mooie reactie. Wat je in feite zegt, gaat recht in tegen Swaab (en Ben Tichelaar). In een variant op de boektitel van Swaab: We zijn meer dan ons brein. En dat maakt ons als mens oneindig veel complexer en ook interessanter dan pak 'm beet m'n herdershonden.
Zonder dat geen ruimte voor zelfsturing en persoonlijke ontwikkeling. Dit overigens onverlet de fundamentele verschillen tussen groepen en individuen, ook in neurologisch opzicht.
Hartelijke groet,
Stefan van Weers
Hoewel het onder neurologen 'poppy' is om de vrije wil van de mens ter discussie te stellen (wat best een aardige discussie oplevert) denk ik dat het breinonderzoek ons vooral leert dat een heleboel dingen minder 'magisch' en 'spiritueel' zijn dan gedacht. Een aantal zaken zitten gewoon in ons hoofd, en het is interessant om daar kennis van te nemen, zelfs al gaan daarmee oude denkbeelden op de helling.
Ik ben het overigens eens met de gedachte dat ons brein niet alles dirigeert. Ik zie het als een instrument, misschien zelfs als een dirigent. Ik geloof (maar het is niet meer dan een geloof) dat we het brein aansturen vanuit een immateriële 'ziel'. En dit is nu precies wat neurospecialisten niet geloven. En dat mag allemaal.
Maar angstig hoeft niemand te zijn. Niet verdedigen met oneigenlijke argumenten. Dat vind ik wel belangrijk.