Een ondernemer huurde me in. Zijn bedrijf groeit en echt veel managementopleiding heeft hij niet. Ik coach hem, maar doe zoals gebruikelijk dan altijd iets extra. Eén van de dingen die ik hem heb beloofd is hem korte brievemails te schrijven over Amerikaanse managementliteratuur. We hebben afgesproken dat ik de brieven mag publiceren op JongeBazen. Leerzaam. Het boek dat ik hierbij aanraad is ‘The 100 best business books of all time’. De eerste mail. ‘Beste P,
Als aanvulling op onze coachingbijeenkomsten stuur ik je een eerste mail. Je weet welk boek ik hiervoor gebruik. Een echte aanrader, al blijft managementliteratuur altijd een beetje saai. Omdat je niet als ik een snellezer bent en vast geen tijd om 100 uittreksels te gaan doornemen, zal ik je de komende weken uittreksels sturen. Dit is het eerste.
De onderwerpen in het boek geven gelijk een aardig overzicht waar het, behalve omzet, winst en kosten om draait voor een leider in deze tijden. De onderwerpen zijn: jij, leiderschap, strategie, sales en marketing, regels en scorekeeping, management, verhalen van grote managers (als voorbeeld), ondernemerschap, succesverhalen van grote bedrijven (als voorbeeld), innovatie en creativiteit, grote ideeën (als voorbeeld) en ‘weetjes’.
Ik zal met het eerste onderwerp beginnen. ‘Jij’, oftewel: wat moet je eigen doen om een goede leider te worden. Ik gebruik het woord ‘leider’ nu maar even in de breedste zin van het woord. In de managementwereld maakt men graag een onderscheid tussen leider en manager; ik doe dit hier nu even niet.
Cover en Sattersten, de schrijvers van het boek, behandelen in dit hoofdstuk werken van Mihalyi Csikszentmihalyi, David Allen, Peter F. Drucker, Robert E. Kelley, Stephen Covey, Dale Carnegie, Harvey B. Mackay, Gary Klein, Po Bronson, Theodore Geisel en Eugene O’Kelly. Die namen moet je maar even onthouden, want het zijn managementgoeroes. Niet omdat je goeroes zou moeten nalopen, maar soms kom je mensen tegen die zweren bij één van hen, en dan is het handig als je een beetje weet waar ze voor staan.
Wie de uittreksels leest uit ‘Jij’, het eerste hoofdstuk, leest allerlei stellingen, soms tegengesteld. Ze zijn vaak gebaseerd op onderzoek, kennelijk belangrijk om serieus genomen te worden.
Kan iedereen leider worden. Nee, volgens sommigen. Vaardigheden alleen zijn onvoldoende. Er moet ook passie zijn, en flow. Anderen gaan er vanuit dat alles aan te leren is, dus ook leiderschap. Welke vaardigheden, karaktereigenschappen en competenties dan nodig zijn, daarover beweer men verschillende dingen.
Planmatig leven, zeggen mensen als Covey en Allen, en zorgen voor een staat van mentale rust. Dat is noodzakelijk om op een verstandige manier tot actie te komen. Ook Peter Drucker vindt dat belangrijk en hij benadrukt dat het niet gaat om de dingen goed te doen, maar vooral ook om de juiste dingen te doen. En dat is dan weer het gevolg van een keuze vooraf, die je goed moet doordenken.
Allemaal goed en wel, maar er zijn beroepen waarbij snel gehandeld moet worden, en niet over alles oneindig kan worden nagedacht. Geen punt, we hebben onze intuitie en beroepsroutine en die helpen ons als we snel moeten handelen. Die intuitie valt te ontwikkelen.
Al met al komen doen en denken steeds terug. Grofweg kan je zeggen dat er twee wegen zijn:
-eerst denken en dan doen; of
-eerst doen en dan denken,
maar altijd moet je doen én denken. Het lijkt erop dat de dingen situationeel zijn. Een rotwoord maar het wordt veel gebruikt in managementland, in combinatie met het woord ‘leiderschap’. Wat ik ermee bedoel is dat er situaties zijn waarin rustig planmatig werken belangrijk zijn om tot een goed resultaat te komen, maar voor een militair of hartchirurg in stress omstandigheden werkt dat niet altijd. Dus zijn er situaties te bedenken waarbij het planmatig werken op de tweede plaats komt. Dan doe je eerst, en stel je vervolgens bij. Denken na doen dus.
Dale Carnegie en Harvey Mackay laten het belang zien van de vaardigheid ‘netwerken’. Relaties zijn erg belangrijk en zullen dat blijven in carriereland, dus leer de ander goed kennen en maak hem belangrijk. En wanneer je iemand aan je netwerk wil toevoegen, of met iemand in contact wil komen, moet je je heel goed voorbereiden. Streef naar win-win-situaties luidt het devies.
Maar dat moet ons niet weerhouden van het werken aan onszelf. Covey raadt aan op fysieke, mentale, spirituele en sociaal-emotionele gebieden aan de gang te blijven. Mediteren, de sportschool, af en toe een boek en vooral ook relaties geeft onze vrije tijd een meerwaarde.
Angst is niet handig. We blijven vaak hangen in vaste denk- en leefpatronen, omdat ze ons veiligheid hebben geboden. Maar het kan helpen om het roer helemaal om te gooien. De te kloppen tegenstander is dan angst. Passie kan daarbij helpen: kies voor iets waar je echt warm van wordt. Teveel realiteitszin maakt in zulke omstandigheden de angst te belangrijk.
En zo komen we naast denken, intuïtie en doen bij andere factoren: passie, flow, gevoel, of hoe je het ook noemen wilt. En jezelf op verschillende gebieden blijven ontwikkelen. Wie die dingen een beetje op de rails heeft, komt in balans. En dat maakt waarschijnlijk goede leiders van ons. Of beter: een goede leider heeft die balans.
De volgende mail zal het onderwerp ‘leiderschap ‘ verder uitdiepen. Het kan even duren, want het is druk ondanks de crisis.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO