Op de financiële afdeling eet een boekhouder veel chocola. Hij legt in de kast tussen de dossiers altijd een voorraadje aan van repen. Ook liggen er koeken. Hij is niet zelfzuchtig, want hij trakteert kwistig in het rond. ‘Ik leef maar één keer, hoor’ zegt de man, die Ronald heet. ‘Ja en hopelijk niet te lang’ reageert één van de collega’s een keer hardop geïrriteerd. Wat is er aan de hand?
De irritatie van Marian, want zo heet de collega, valt de hele afdeling (12 mensen) op, en er valt een stilte, vooral als Marian opstaat en de kamer uitloopt, die ze met een slaande deur verlaat. Ronald trekt een wenkbrauw op en grapt dat ze ‘zeker ongesteld’ is. Collega’s maken hem duidelijk dat het even niet de tijd voor grapjes is.
Als Marian terugkomt is het duidelijk dat ze zich heeft hersteld. Ze gaat zitten en gaat zwijgend aan het werk. Ronald gaat naar haar toe om het goed te maken. Hij is geen geweldige communicator.
‘Ben je uit je doen dat je net zo boos deed? Gaat er thuis iets niet lekker?’
Dan explodeert Marian. Ze gaat tekeer en maakt hem uit voor alles wat mooi en lelijk is. Ronald haalt zijn schouders op en zegt dat hij vindt dat ze zich aanstelt. Anneke, een vriendin van Marian, loopt naar Ronald en zegt dat Marian gelijk heeft.
‘Je laat wikkels tussen de dossiers liggen, overal liggen kruimels en op je toetsenbord zitten allemaal vetvlekken. Daar heeft zij last van. En zij niet alleen?’
Nu wordt Ronald boos.
‘Moet jij soms op mijn toetsenbord werken? En wat doen jullie tussen mijn dossiers? Let alsjeblieft op jezelf. Jullie zitten je hier openlijk op te maken. Laatst zat mevrouw daar (bedoeld is Marian) haar nagels te harsen.’
Een dag later hoort de manager het verhaal. Wat vindt de lezer dat hij moet doen?
Begin 2025 goed!
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden
50% korting op een Pro-abonnement
Upgrade nu voor €100 en krijg onbeperkt toegang tot alle artikelen en kennisbankpagina’s >>
Hier kun je spelregels over afspreken, het is namelijk belangrijk bij wie de verantwoordelijkheid voor het probleem ligt. Zolang iemand zich stilletjes ergert, is het puur en alleen zijn/haar probleem, zodra hij erover roddelt, is het het probleem van de groep. Pas als hij of de groep de veroorzaker inlicht over de ergernissen, heeft hij/zij de kans er iets aan te doen en heeft daarmee verantwoordelijkheid. Spreek ook af dat hints niet tellen, want niet iedereen vangt hints op.
Aanvullend kun je afspraken maken over de rol van de groep wanneer iemand gaat klagen over zijn/haar ergernissen. Het hangt van de specifieke groepscultuur af wat dan goede afspraken zijn.
Vervolgens is het belangrijk hoe de 'dader' ingelicht wordt want die weet nog van niets. Tips hiervoor vind je als je googelt op 'feedback geven'.