Intuitie is het vermogen om in het zeer korte tijdsbestek van enige seconden een beslissing te nemen die effectief is. Met name voor chirurgen, brandweermannen en ambulancepersoneel is dit handig. Om een 2 seconds decision te nemen, moet je ervaring hebben en deskundig zijn op het gebied waarover je de beslissing neemt.
Lang is gedacht dat intuitie een instrument van de geesteswereld is, maar dat idee is verouderd; alleen in spirituele kringen wordt het nog aangehangen. Tegenwoordig zien we de menselijke geest steeds minder vaak als een externe invloed. Het is een product van ons brein, of tenminste een product van de interactie tussen brein en omgeving.
Intuitie valt dan ook op te vatten als een vaardigheid. Vergelijk het met veters knopen. Iedereen heeft het moeten leren. Aanvankelijk was dat moeilijk. Je begon ermee, maar het ging steeds mis. De voorbeelden om je heen lieten je zien hoe het moest, je moest het nu zelf gaan doen. Je hersenen beschikten wel over het vermogen; niet onbelangrijk.
Intuitie is de resultante van ervaring met kennis en/of praktijk. Onze hersenen beschikken over het vermogen om patronen te herkennen in problemen. Als we een bepaald probleem verschillende malen hebben meegemaakt, doorzien we het patroon en weten we al heel snel wat we er mee kunnen. Die snelheid neemt toe met de ervaring. Chirurgen met veel ervaring voelen bij operaties aan wat de risico’s zijn. Kunsthistorici hebben dat bij vervalsingen. Zonder dat ze het kunnen beredeneren heeft hun intuitie ze al verteld dat er iets niet klopt.
Onze voorvaderen hebben ons met behulp van de evolutie geholpen door patroonherkenning genetisch op te slaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de angst voor gevaarlijke dieren. Krokodillen, slangen en spinnen roepen onmiddellijk gevoelens van afkeer op. De natuur vertelt ons erbij weg te blijven. Dit hebben we gemeen met dieren.
Die vorm van intuitie noemen we vaak instinct. Maar daarbij past een kanttekening. Dit instinkt maakt niet altijd de juiste keuzes. Ze heeft zich geevolueerd in een wereld waarin we veel te maken hadden met de gevaren van de natuur. Onze samenleving is anders geworden. We wonen in steden en dorpen en dieren hebben minder macht over ons dan in de vrije natuur.
Dit betekent dat we af en toe inpulsen krijgen die niet meer functioneel zijn. We maken verkeerde inschattingen. We voelen ons angstig over dingen waarover we ons niet angstig zouden hoeven voelen. We vluchten voor dingen die nuttig kunnen zijn. We zien gevaren waar geen gevaren zijn, of wanen de kust juist veilig terwijl er andere gevaren dreigen.
Uit verschillend onderzoek blijkt momenteel dat ons brein niet helemaal betrouwbaar is in zijn waarneming. Beroemd daarbij is het boek ‘De onzichtbare gorilla’ dat een Nobelprijs won. Mensen blijken belangrijke dingen gewoon niet te zien. Motorrijders worden aangereden, schepen worden aangevaren, vliegtuigen krijgen botsingen op landingsbanen omdat ze simpelweg niet zijn gezien.
Kan dat? Dat we dingen niet zien? Ja, zeker wanneer we ergens op gericht zijn. Wanneer we ballonnen in de lucht tellen, kan je een slang aan onze voeten leggen, we gaan er zomaar opstaan. En er gebeuren meer ongelukken wanneer we mobiel bellen tijdens het rijden.
En dat is allemaal niet zo erg, totdat je je realiseert dat mensen volledig vertrouwen op hun waarneming. Hier is veel onderzoek naar gedaan. Wij allemaal missen continu belangrijke informatie en dingen in onze omgeving, wanneer we gefocust zijn. Maar we geloven dat we alles zien. En dat is wat het riskant maakt.
Onze hersenen hebben nog iets: ze vullen zelf informatie aan die ontbreekt. Dat doen ze op basis van de beelden die al in het hoofd zitten. Die aanvullingen zijn dus fictief en niet betrouwbaar.
Blind op je intuitie vertrouwen werkt ook zo. Heel wat boeken bevelen het aan: vertrouw op je intuitie. Maar een blind geloof negeert de mitsen en maren. Onze hersenen zijn niet volmaakt, onze intuitie is dat evenmin. We maken inschattingen op basis van onze deskundigheid, onze ervaring, onze genen en de onberekenbare en onvolmaakte beoordelingen van ons brein, die ons nu eenmaal af en toe foppen.
De vraag of je op je intuitie kunt en moet vertrouwen, beantwoord ik met: wees er voorzichtig mee. Toets je ingevingen kritisch. Dat kan vooraf, maar ook achteraf. Maar ik ben ook benieuwd hoe jullie tegen intuïtie aankijken. Laat het hieronder vooral weten. ook als je het volkomen oneens met me bent.
Bert Overbeek is de schrijver van ‘Bert’s Breinboek voor Managers en Trainers’ dat sinds kort verkrijgbaar is via managementboek.nl of in de shop van mijnmanagementboek.nl Hier vindt u een artikel over het boek: http://www.jongebazen.nl/verandermanagement/eindelijk-een-breinboek-voor-managers-trainers-en-coaches. Het boek behandelt de invloed van nieuwe inzichten op management development, selectie en werving en veranderprocessen bij medewerkers en teams.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
Lees niks over intuitie, weet dat het er is, vertrouw erop en volg het!
Ik denk hoe groter je bevattingsvermogen en ervaringsveld, hoe sneller je reactievermogen (intuitie) wanneer snel handelen nodig is. Daarbij moet je razendsnel argumenten verwerken en beoordelen.
Vertrouwen op die Intuïtie/gedachte heeft te maken met in hoeverre je je eigen beoordeling vertrouwt.....
Dus je mag eigenlijk niet twijfelen..... Dus je beslist op een cruciaal moment naar eigen goeddunken.
Dat heet mens zijn.... Dus niet zonder fouten....
In een werksituatie kan je zoveel mogelijk opvangnetten inbouwen, ook weer gebaseerd op ervaring. Vandaar dat er werk is voor alle leeftijden ha ha!!!
Patroonherkenning, dat is feitelijk de kern van het waarnemen in de hersenen.