Er zijn nog steeds psychologen, trainers en managers die zeggen, dat creativiteit in één van de hersenhelften zit. En hele volksstammen nemen het nog steeds over. Het idee komt uit een tijd dat de psychoanalyse en spirituele stromingen de macht hadden in de organisatie- en managementpsychologie. Zij kwamen met het idee, dat de ratio (het hoofd) in de ene kant van het brein zit, en het gevoel (het hart en de onderbuik) aan de andere kant. Om kort te gaan: dit is een mythe, of meer specifiek: een neuromythe. En ons brein is nu eenmaal gevoeliger voor mythe dan voor feiten. (Dit artikel is een fragment uit 'De schakelaar'; een boek dat overal verkrijgbaar is)
Als ‘het werkt’ of veiligheid biedt, accepteert ons brein het als ‘waarheid’. Zoiets gold ook voor de neuromythe, dat creativiteit in een andere hersenhelft zat dan zakelijk en logisch denken. De (onjuiste) conclusie luidde jarenlang dat we in het westen teveel gefixeerd waren op de ene hersenhelft, en de andere verwaarloosden. Maar creativiteit zit niet in slechts één van de hersenhelften; het benut neuronetwerken uit beide helften. Neurowetenschapper Elkhonon Goldberg laat dit in zijn boek ‘Creativity’ goed zien. Volgens hem is creativiteit een complexe vaardigheid, die heel wat neuronetwerken in tegelijk activeert.
Creativiteit, zo stelt Goldberg verder, werkt niet bij iedereen op dezelfde manier. Mozart componeerde bijvoorbeeld veel sneller dan Beethoven. Zijn briljante 41e is in een paar maanden gecomponeerd. Beethoven deed over zijn 9e zes jaar. In de schilderkunst en literatuur zien we vergelijkbare tijdsverschillen. En dat geldt dus ook voor wetenschap en slimme managementideeën. Het bekende i-tje voor producten van Apple (iphone, ipad en, iMac) was zo’n slim idee. Niet Steve Jobs was de bedenker van die naam, maar zijn adviseur Ken Segall. Anders had de ipad ManPad geheten en de iMac ManMan. Door Segall’s vasthoudendheid kwam de i in de markt. Zijn zeer creatieve team had meestal een week nodig voor het bedenken van een goede naam.
Mooi van Goldberg is dat hij al vooraan in zijn boek op een rij zet welke kwaliteiten nodig zijn voor creativiteit.
-Het vermogen om tot essenties door te dringen en de juiste vragen te stellen;
-Nieuwsgierig zijn en geïnteresseerd zijn in nieuwe oplossingen;
-Het vermogen om oude kennis met nieuwe problemen in verband te brengen;
-Optioneel leren denken, dat wil zeggen: brainstormend verschillende oplossingen bedenken voor een probleem;
-Mentale flexibiliteit: af kunnen stappen van eigen of andermans gedachten en mee kunnen gaan met ‘de flow’ en met je ideeën;
-Mentaal focussen oftewel doelgericht handelen;
-Onvrede met het bestaande artistieke, intellectuele of wetenschappelijke status quo;
-Aansluiten op bestaande issues in de samenwerking; en
-Zowel sociale aanpassing als het onvermogen er toe.
Goldberg geeft aan dat een aantal van deze vaardigheden tegenstrijdig ogen, maar niettemin in één brein te vinden zijn. Dit goede nieuws betekent voor mijn gestructureerde collega-trainster, dat ook zij creativiteit kan ontwikkelen. En wat voor haar geldt, geldt ook voor leiders. Mensen die hun creativiteit willen ontwikkelen, zouden zichzelf op alle genoemde kwaliteiten kunnen ontwikkelen. Doen! Creatieve managers zijn in tijden van veranderingen nu eenmaal heel welkom. Dit is zo’n tijd van verandering.
Bert Overbeek is niet zomaar de zoveelste trainer. Hij is bekend van zijn werk in talloze grote organisaties in binnen- en buitenland, waaronder Heineken, de NS, Henkel Flora Holland en verschillende energiebedrijven. Mensen kennen hem misschien ook uit de media vanwege zijn managementboeken, waarvan er liefst vier in de top 10 belandde.
/jonge-bazen/diversiteit11368
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO