Grotere verschillen tussen arm en rijk maken een samenleving onstabiel. En Nederland moet daar ook voor oppassen. Zei nobelprijswinnaar Robert Shiller op 19 oktober in het NRC. Hij noemt het oplopen van verschillen tussen arm en rijk ‘het grootste gevaar voor de Westerse samenleving’. De implicatie hiervan is simpel: zorg voor werkgelegenheid. Ik heb al eerder geschreven over dit fenomeen, en ook over een van de oorzaken. Bedrijven gooien in hun kostenbeheersingswoede goede arbeidskrachten over de schutting. Bedrijfseconomische cijferdwepers maken ongestraft excel sheets van hun organisaties, en kijken alleen nog naar wat de cijfers zijn, niet naar hoe ze tot stand zijn gekomen.
Ze worden daar ook harder en oneerlijker in, schrijven de media en ik hoor dergelijke vragen ook steeds vaker. Het harde zit hem erin dat ze iemand zich bewezen kan hebben, en zelfs een goede relatie kan hebben met de top, maar dat de top hem of haar er toch uit slingert als dat zo uitkomt. En niemand kent je dan meer.
Bovendien zegt zo’n bedrijf niet gewoon dat het gaat om kostenbesparing, maar huurt ook mensen in die als izegrims met competentieprofielen zwaaien. Iemand die weg moet vanwege geld of andere plannen, wordt fijntjes of minder fijntjes verweten dat hij niet voldoet omdat hij bepaalde competenties niet zou hebben. Als de persoon in kwestie zich verdedigt, bijvoorbeeld met goede beoordelingen in het verleden, wordt gezegd dat er verkeerd beoordeeld werd.
Met andere woorden: veel van dit soort bedrijven bekommeren zich niet om mensen, maar wel om cijfers. Als dat een maatschappelijk verschijnsel is geworden, dan moet je daar als politiek iets aan doen. Dat vinden we niet fijn, omdat we overheidsbemoeienis willen beperken, maar normen en waarden in een samenleving moet je ook bij bedrijven neerzetten.
Heel wat organisaties laten zich niets gelegen aan het belang van Nederland en zijn inwoners. Ook Nederlandse bedrijven niet. In sommige landen in Afrika, en je hoopt dat dat Nederland niet ook overkomt, staat er een enorm hek rond organisaties. Je kunt vanaf het dakterras van dat soort bedrijven in de verte de armoede zien lopen. Maar geen bedrijf dat daar mee zit. Het geeft aan dat bedrijven niet echt betrokken zijn bij de interne structuur van een land.
Het moet voor bedrijven belangrijker worden om iets voor de landen te doen waar ze in werken. En als ze dat niet snappen, moet je als politiek iets doen. Om te voorkomen dat je samenleving naar de augurken gaat. Het mag niet zo zijn dat organisatiebelangen een samenleving helpen ontwrichten. Daartegen moet je als overheid in het geweer komen.
En dat begint met een eerlijke verdeling van arbeid. Je hoort veel medewerkers klagen over de hoeveelheid werk die ze hebben momenteel. Die klachten lijken in sommige gevallen terecht. Ook hoor je klachten over oneerlijke, louter door juridische procedures ingegeven motieven bij ontslag. Al dan niet omkleed met gezwets over competentieprofielen waar mensen niet aan zouden voldoen.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
ook organisaties en de manier van functioneren daarbinnen zijn een voortvloeisel van een bredere maatschappelijke ontwikkeling in combinatie met menselijke drijfveren. Organisaties zijn aandeelhouders gedreven geraakt, oa doordat hebzucht de aandelenmarkt enorm heeft opgejaagd. Globalisering, verstedelijking in combinatie met 'ik-gerichtheid' en autonomiebehoefte maakt dat mensen binnen en buiten organisaties nog maar weinig bereid zijn rekening te houden met elkaar. We rennen allemaal naar de LIdl omdat die zo lekker goedkoop is, zonder te rekening te houden met de effecten van ons handelen op het leven van (voor ons onbekende) anderen. Op het moment dat je dan ook nog de huidige sociale regelingen versobert, ontstaat er nog veel meer druk op en tussen mensen.
Organisaties zijn volgens mij dus een onderdeel van het hele maatschappelijke systeem en laten vooral zien hoe het systeem op dit moment functioneert.
Gelukkig zie je allerlei vernieuwingsstromingen| nieuwe organisaties ontstaan die meer gericht zijn op duurzaamheid. Zij dragen bij aan een transformatie in de maatschappij. En, zo zei Rotmans van de week op de radio 'als zo 'n 20 % zich anders gaat gedragen, begint het systeem mee te bewegen'. Verandering begint daarmee bij het bedrag van individuele mensen. Die elkaar aansteken met hun gedrag.
ook organisaties en de manier van functioneren daarbinnen zijn een voortvloeisel van een bredere maatschappelijke ontwikkeling in combinatie met menselijke drijfveren. Organisaties zijn aandeelhouders gedreven geraakt, oa doordat hebzucht de aandelenmarkt enorm heeft opgejaagd. Globalisering, verstedelijking in combinatie met 'ik-gerichtheid' en autonomiebehoefte maakt dat mensen binnen en buiten organisaties nog maar weinig bereid zijn rekening te houden met elkaar. We rennen allemaal naar de LIdl omdat die zo lekker goedkoop is, zonder te rekening te houden met de effecten van ons handelen. Op het moment dat je dan ook nog de huidige sociale regelingen versobert, ontstaat er nog veel meer druk op en tussen mensen.
Organisaties zijn volgens mij een onderdeel van het hele maatschappelijke systeem en laten vooral zien hoe het systeem op dit moment functioneert.
Gelukkig zie je allerlei vernieuwingsstromingen| nieuwe organisaties ontstaan die meer gericht zijn op duurzaamheid. Zij dragen bij aan een transformatie in de maatschappij. En, zo zei Rotmans van de week op de radio 'als zo 'n 20 % zich anders gaat gedragen, begint het systeem mee te bewegen'. Verandering begint daarmee bij het bedrag van individuele mensen. Die elkaar daarmee dan weer aansteken.