Hoe hou je je directeur bij de les? (Case)

In mijn boek ‘Heerlijk, de werkvloer op!’ (2008, 2e druk bijna uitverkocht) probeer ik operationeel leidinggevenden een paar handvatten te geven. Dit vond ik destijds nodig  omdat ik in zo’n tiental grote Nederlandse organisaties had opgemerkt dat reorganisaties en veranderprocessen steeds spaak liepen. Niet in de hogere managementlagen maar in de leidinggevende laag daaronder. Zeg maar: de groep die in direct contact stond met de werkvloer.

Mij vielen en vallen een aantal dingen  op bij die laag. Zij moeten beleid vertalen van hun managers naar de medewerkers. Daarbij staan ze vaak in hun eentje tegenover een grotere groep. Omdat de managementlagen boven hen veranderlijker zijn dan het weer, hebben ze een bijzonder moeilijke taak.

Veranderingen worden ingezet in de top met de bedoeling de organisatie de goede kant uit te krijgen. Maar het maken van een choreografie is, hoe complex ook, sneller gebeurd dan de uitvoering van die choreografie. Dit is nog meer het geval bij het opzetten van een veranderplan dat door de teamleiders of voormannen vorm moet worden gegeven in het veld van hun medewerkers.

In de top is de voorbereiding van de verandering soms wel een of twee jaar eerder klaar dan op ‘de vloer’.  Het gevaar is dat de directie en het hoger management dan vaak de passie verloren zijn voor het verandertraject, en weer een nieuw verandertraject implementeren. Onder teamleiders en hun medewerkers maakt dit een bijzonder chaotische indruk.

De vraag is eenvoudig: hoe moeten we hier nu mee omgaan?

Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen

Probeer het Pro-abonnement een maand gratis

En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.

Word een PRO