Anno 2010 zit er een duidelijke verandering in denken over leiderschap. Het korte termijn scoren, snel resultaat-korte klappen, staat onder druk. Je hoort een behoefte aan andere vormen van leiderschap. Wat zeggen mensen daar over? Wees beter voor je medewerkers, werk vanuit een community idee naar meer resultaat, faciliteer meer en denk op lange termijn. Zorg dat je een band hebt met je medewerkers, durf ze te confronteren en zorg dat je van daaruit aan een beter resultaat werkt. Kortom: de kern van mijn boek ‘Heerlijk, de werkvloer op!’
Het klinkt allemaal geweldig, maar luister eens in de praktijk. Wie van onze lezers herkent het nu echt: leidinggevenden die bezig zijn mensen zodanig te faciliteren dat ze beter gaan werken? Het gaat er niet om om nu steeds de managers er van langs te geven hier. Ik ken veel verhalen van managers die continu weerstand ondervinden bij hun medewerkers, zonder dat zij daar nu direct aanleiding voor geven.
Maar je bewijst je als manager een enorme dienst, als je je mensen weet mee te krijgen. En daar speelt de relatie ook een rol. Zorg voor een community, zou ik willen concluderen, maar als mensen zich niet laten aanspreken, dan kan je faciliteren wat je wil, dan schiet het niet op. Dan moeten ze gewoon een ordinaire schop onder hun kont hebben. En waarom zou dat niet in de community passen?
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
1. Het kind wil er bij horen.
2. Het kind wil complimenten krijgen.
3. Het kind wil het zelf doen.
Als je deze drie onverkort toepast, krijg je een anti-autoritaire opvoeding, met alle rampzalige gevolgen van dien. Er hoort nog een zeer belangrijke vierde bij:
4. Het kind wil weten waar de grenzen liggen.
Dat geldt voor kinderen, net zo goed als voor stratenmakers en binnenhuisarchitecten. Het zijn allemaal (ook kinderen) net mensen.
Probleem in het Rijnlandse model is, dat dit vierde uitgangspunt desastreus vaak niet wordt toegepast.
Dus veel aaien, maar als het moet ook meppen!