Hartkloppingen bij presentaties? Schuld van het brein!

Hoe kan het zijn dat je bij een presentatie soms precies al die dingen voelt,  die je niet zou willen voelen? Je gaat trillen, je mond wordt droog, je ademhaling komt te hoog te zitten. Allemaal niet heel functioneel. Je wilt rustig zijn en je zeker niet gespannen voelen, vooral als er belangrijke mensen in je publiek zitten. Je zou misschien niet denken dat dit door de evolutie komt. De zogenaamde oude hersendelen zijn af en toe sterker dan de prefrontale cortex, waarmee we proberen de onrust uit ons lijf te krijgen. Ons systeem reageert alsof het een leeuw tegenkomt, terwijl we niet veel meer hoeven te doen dan een boodschap over te brengen op een manier die bij anderen goed blijft hangen.

(Op de foto hiernaast geeft Bert een presentatie over hoe neuronetwerken ontstaan. Binnenkort is hij weer te zien in een workshop over dit onderwerp. Zie hieronder.)

Waar het om gaat is dat je boodschap overkomt, dat de mensen het een beetje naar hun zin hebben tijdens je presentatie en dat er een prettige sfeer hangt. Jijen je publiek moeten een paar leuke en interessante momenten hebben hangen. Dan zullen ze ook van jou genieten als presentator. Ontspannen is niet per definitie onzakelijk of onprofessioneel. En een formele power point is niet per se een professionele presentatie, ook niet als ze volstaan met statistieken.

Tips dan maar.

1. Een presentatie bestaat uit een inleiding, een middenstuk en een afsluiting. De verhouding 3-4-3 past. Drie minuten voor de inleiding, vier voor het middenstuk en 3 voor de afsluiting.

2. Open met een anekdote, een plaatje en zorg ervoor dat plaatje en anekdote aansluiten bij de actualiteit van je publiek. (Plaatjes passen beter bij ons brein dan woorden en lange lappen tekst)

3. Vermijd detailinformatie; wees sowieso karig met al teveel cijfers. Zorg dat de mensen die krijgen in een bijlage.

4. Praat begrijpelijk Nederlands.

5. Stel regelmatig een vraag aan je publiek, en maak even ruimte. Baken dan weer af en kom terug op je onderwerp.

6. Vertel vooral dingen die je leuk vindt aan je onderwerp; daar ga je van glimmen.

7. Zet je conclusies voorop, en niet aan het einde van de redenering. Licht wel toe waarom je de conclusie hebt getrokken.

8. Accepteer het feit dat je een droge mond hebt, een ‘dunne’ stem of een trillende hand. Je verhelpt ze niet door ze niet te accepteren.  Zorg voor een glas water en voor een rustige buikademhaling. Ik ken mensen die voor een presentatie even hard staan te schreeuwen om zich ervan bewust te zijn dat ze nog een stem hebben!

9. Ga je voorbeelden niet imiteren. Ga uit van je persoonlijke kwaliteiten, niet van die van een ander. Als je geen inspirator bent, ben je misschien weer een heel aangename en aandachtige spreker; en omgekeerd.

10. Heel belangrijk: welk effect wil je bereiken bij je publiek?

11. Wees niet te breedsprakig. Mensen vinden langdradigheid niet leuk. Zelfs als je zelf erg enthousiast wordt van een onderwerp wordt een ander dat misschien niet.

12. Hou iets in je hand tijdens de presentatie.

13. Wees niet te perfectionistisch. Sta jezelf fouten toe en durf ze te benoemen; eventueel in een kwinkslag. ‘Ik sta nu precies het tegenovergestelde te beweren van dat wat ik de hele week onder veel druk heb voorbereid.’ Of ‘Altijd als ik met de inleiding wil beginnen, begin ik met de afsluiting’. Zulke dingen vinden mensen grappig.

14. Leuke filmpjes, niet te lang, vindt het publiek ook vaak leuk.

15. Probeer je te herinneren wanneer je je helemaal ontspannen voelde.

Alvast succes met deze tips.

Bert Overbeek geeft op 20 en 27 september samen met multitalent Aubrey Snell presentatieworkshops. U kunt informatie opvragen via pitcher.support@hetnet.nl  

//