'Het brein en verandering' voor professionals!

Op 20 september voltooi ik een eerste reeks workshops over verandermanagement en het brein.  In het totaal werden de vier workshops bezocht door 50 hoog opgeleide professionals, die in hun evaluaties een groot enthousiasme lieten horen, en vooral ook: een verlangen naar meer. De gemiddelde waardering van de workshops lag op een 8 en van de begeleiding zelfs op een 9. Dat zijn hoge cijfers voor een workshop met een pionierskarakter.

Eigenlijk zijn alle workshops over dit onderwerp tankstations langs de weg naar meer definitieve voortuitgang in neuropsychologie. We weten nog veel niet; we zijn –zoals dat heet- ‘onderweg’. De meetapparatuur voor het brein is nog niet optimaal, hoe competenties en cognities precies werken weten we nog niet en hoewel neurowetenschappers met veel stelligheid roepen dat er geen ‘ik’ of ‘ziel’ is, is zelfs dat niet bewezen.

Toch vallen er wel een paar dingen te vertellen over het brein en veranderen. We moeten leren om te gaan met onze impulsen en kijken hoe we die op een handige manier kunnen hanteren. Leiders moeten mensen zijn die goed planmatig kunnen denken, en weten hoe ze moeten dealen met allerlei werkingen van de evolutionair oudere hersendelen. Deze produceren veel ad hoc situaties. Wie er mee kan dealen en een lijn vast weet te houden in die omstandigheden, maakt veel kans op succes.

Bij veranderingen is het van belang te begrijpen dat niet iedereen alles in hetzelfde tempo kan leren, of het nu gaat om een taal, wiskunde of gedragsmatige zaken zoals onderhandelingsvaardigheden. Je kunt een eind komen, maar het kan zijn dat je er 12 jaar over doet om je een verandering eigen te maken, waar een organisatie 3 maanden voor heeft staan.

Leidinggevenden moeten dus duidelijker afspraken maken, ook als het om gedrag gaat. ‘Binnen 3 maanden schreeuw je niet meer tegen je collega’s.  Ik houd dat in de gaten en over 3 maanden hoor je of je gedrag in orde is.’ Dergelijk expliciet normstellend gedrag is voor het menselijk brein belangrijk. Hoe meer je vastlegt (digitaliseert), des te duidelijker het is.

Ook een belangrijk punt is de conclusie dat competenties te kort schieten. Dat metingen op dit gebied worden gedaan door subjectieve waarnemers. Dat je met competenties niet meet hoe iemand zich in de context gaat gedragen waar hij gaat werken. Dat de labels van competenties interpretaties weergeven, en geen waarnemingen.

Wie dit overziet, en doordenkt wat voor gevolgen het heeft voor zijn huidige managementstijl, zal merken dat de breininzichten op zichzelf misschien niet zo revolutionair lijken, maar heel veel doen met bestaande modellen. Ze breiden de inzichten vooral uit. NLP en RET zijn nog wel bruikbaar, maar werken niet altijd en ook niet bij iedereen. Je zult ze moeten aanvullen met andere benaderingen.  Nu gebeurt het nog teveel met een pil.

In de toekomst willen we graag hersenmetingen kunnen doen die in kaart brengen, welke dingen voor een individu wel, beperkt, traag of niet te leren zijn. Daarvoor moet de meetapparatuur verbeteren. Nu meten we alleen de toevoer van bloed naar de hersenen. We willen graag meer. Ook zouden we nog meer willen begrijpen  van de relatie tussen de evolutionair jonge prefrontale cortex en de andere delen van de hersenen.

Dit laatste is vooral van belang bij de verhouding tussen intentioneel gedrag en impulsen, die we ook wel emotionele actietendensen noemen.  We hebben wel een antwoord op de vraag hoe het komt, dat we iets niet doen wat we eigenlijk wel willen. Impulsen halen ons uit onze principes. Simpel gevolg van hoe het gaat in het brein.

Antwoorden op vragen over leiderschap en teamdynamiek vinden we ook in de breinwetenschappen, maar daarbij hebben we de biologie zeker nodig. Mensen als Richard Dawkins en Frans de Waal hebben hier baanbrekende informatie aangereikt, maar in de toekomst willen we gewoon goed kunnen voorspellen hoe iemand zich in een bepaalde context gedraagt.

Bovendien willen we een beter beeld hebben van dat wat iemand kan leren, en hoe snel iemand dat kan leren, in context A en wat daarvan overblijft in context B. En zo zijn er nog wel een paar punten te benoemen.

Bedrijven willen beter kunnen meten wat mensen kunnen in contexten, en hoe snel ze iets kunnen leren (hoe snel ze kunnen veranderen). Als daarvoor waardevolle meetinstrumenten ontstaan, kan er veel verbeterd worden. Je noemt iemand dan geen talent meer, als een meting (van het brein, en van gedrag in een context) iets anders laat zien.

Nu zijn ze aangewezen op subjectieve competentieprofielen  en labels, die interpreterend zijn en niet concreet. Omdat we niets beters hebben, maar ook omdat we niet kritisch genoeg durven te kijken naar onze modellen.

De workshop is een tankstation onderweg naar meer duidelijkheid. Het is de vrucht van pionierswerk, en wie dat boeiend vindt is van harte welkom bij de workshop van 20 september. Ook kan hij zich aanmelden voor dezelfde workshop in november, maar daarvan is de datum nog niet precies bekend. Hij zal in elk plaatsvinden in stadscafé De Observant in Amersfoort.

Op 20 september verzorgt Bert Overbeek de betaalbare workshop, ‘Kunnen we wel veranderen?’ Hierin staan verandermanagement en het brein centraal. Hier vind je de link: http://www.jongebazen.nl/verandermanagement/workshop-voor-managers-trainers-en-coaches-over-het-brein  Bert twittert op Goeroetweets. (pitchersupport.com)

De workshop is intussen bezocht door enthousiaste professionals van diverse ministeries, de Hoge Raad, de Baak, de gemeentes Rotterdam en Purmerend, ABN AMRO, Fontys, VNN en een aantal commerciële organisaties.  

 

 

Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen

Probeer het Pro-abonnement een maand gratis

En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.

Word een PRO