‘Mij kan je niets meer leren, Bert’ zei Theo, een 62-jarige deelnemer aan een van de Management Development trajecten die ik verzorg voor organisaties. ‘Nog een paar jaar en dan ga ik met pensioen. De camper voor Nieuw-Zeeland staat al klaar.’ Ik ben wie ik ben, voegde hij er nog aan toe. We moesten het er maar mee doen. Maar de ambities van de organisatie gingen verder. Ze stonden voor een grote verandering.De markt gedroeg zich grillig en was aan het veranderen. De organisatie zou het moeilijk gaan krijgen wanneer er niet een nieuwe dynamiek zou ontstaan. De concurrenten drongen zich op en kwamen steeds meer in het vizier, na jaren van monopoly. De oude jongens krentenbrood sfeer waarin iedereen zich veilig voelde moest doorbroken worden, zonder dat mensen hun werkplezier of bedrijfstrots verloren.
‘Dus moet je toch nog veranderen, Theo’ zei Jaap, zijn leidinggevende.
‘ Maar dat kan toch niet meer, joh?’ verzuchtte Theo. ‘Wat moet je aan mij nou nog veranderen? Stuur me liever met pensioen.’
Theo was aan het ‘afbouwen’, om eens een woord van Youp van ’t Hek te gebruiken. Hij dreef op zijn ervaring. En volgens Jaap deed hij dat ‘ wel aardig’. In zijn team was niet heel veel mis. Het enige punt was dat ze niet goed waren aangesloten op de rest van de organisatie. Maar ze leverderen geen slechte resultaten.
‘Toch willen we daar wel een paar dingen veranderen’ zei Theo.
Ik herinnerde me een uitspraak van Nelson Mandela. ‘Het lijkt altijd onmogelijk totdat het is verwezenlijkt.’ Waarom zou dit niet voor de mogelijkheid tot verandering voor Theo gelden. Maar dan zouden we wel de juiste knoppen moeten vinden. Hoe bereik je 60 plussers bij een verandering?
Gemakkelijk is het niet. De gedachte dat er niets meer te leren is, is om te beginnen niet meer dan een gedachte. Wie blij wordt van
In zijn boek ‘ De wijsheidsparadox’ raadt de neurowetenschapper Elkhonon Goldberg aan om tot op hoge leeftijd je verstand te oefenen en dingen aan te blijven leren. Sterker nog: we moeten! Hij geeft het voorbeeld van een vrouw die haar mentale scherpte verbeterde op hoge leeftijd door pianoles te nemen.
Volgens Goldberg hebben mensen die zich hun leven lang mentaal geoefend hebben, een voordeel op latere leeftijd. ‘Deze beschutting, een soort mentale automatische piloot, zal hun tijdens de laatste decennia van hun leven goed van pas komen.’
We kunnen ‘profiteren van onze mentale automatische piloot’ maar moeten ons niet door hem in slaap laten wiegen. ‘We moeten, ongeacht onze leeftijd, onze geest op de proef blijven stellen en blijven streven naar nieuwe mentale uitdagingen.’
Deze uitspraak vertoont verdacht veel overeenkomsten met dingen die Nobelprijswinnaar en psycholoog Daniel Kahnemann beweerde. Ook hij bespreekt een soort automatische piloot. Hij noemt deze echter anders: systeem 1. Kenmerken van dit systeem zijn:
-Het is een automatisch en snel systeem, met weinig inspanning en geen gevoel voor controle. Denk aan het rijden op een lege weg of het oplossen van een som als 2x5. Je hoeft er niet voor te denken.
-Het veroorzaakt ‘ priming’. ‘Priming’ is dat een woord of idee je reactie voorbereidt.
Dat je bijvoorbeeld aan eten denkt en dan sneller het woord ‘sop’ leest als soep. Denk je aan televisie, dan denk je bij het woord ‘sop’ sneller aan ‘soap’. Dat waarmee je bezig bent, beinvloedt dus je waarneming.
-Het wil alles vereenvoudigen. Het maakt van moeilijke vragen makkelijke vragen. ‘Niet moeilijk doen’ heet het dan, terwijl sommige dingen nu eenmaal gewoon moeilijk zijn.
-Het neemt situaties voor waar aan en toetst die niet. Of beter: wij doen dat.
- Het (je kunt steeds ‘wij’ lezen) bedenkt zelf oorzaken voor gebeurtenissen en dicht intenties toe aan gedrag van anderen.
-Het doet mentale ‘hagelschotten’: het ‘gokt’ en neemt dat voor waar aan.
-Het schept verbanden tussen dingen waartussen geen verbanden zitten.
-Het geeft te veel gewicht aan kleine kansen, zoals bij de lotto of de staatsloterij
-Is gevoeliger voor heftige emotionele voorbeelden dan voor wat bredere analyses.
Het automatische systeem is lui en niet tuk op verandering. Denk maar eens aan de zucht die Theo in mijn voorbeeld slaakt, die vergezeld gaat van de opmerking ‘Stuur me maar pensioen’.
Nog eens: mensen zijn luie denkers. We houden van routine en overzicht en proberen een situatie die we veilig vinden in stand te houden. Dit noemen we cognitief gemak. We gaan voor comfort en aangename omstandigheden, en we zien soms niet dat we die beter bereiken met een korte periode van ‘moeilijker denken’.
Gelukkig beschikken we ook nog over een ander systeem. Kahnemann noemt dit systeem 2. Je zou dit de ‘innerlijke criticus’ kunnen noemen, al dekt dat de lading niet helemaal. Een paar kenmerken.
-Dit bevindt zich normaliter in sluimerstand. We mobiliseren het (onbewust en bewust) als systeem 1 in de problemen raakt, bijvoorbeeld omdat het een vraag niet kan beantwoorden.
-Het wordt geactiveerd als ons wereldbeeld en ons paradigma niet blijkt te kloppen.
-Het bevat bewuste aandacht voor mentale inspanningen die worden verricht, waaronder ingewikkelde berekeningen
-Eenmaal geactiveerd controleert het de binnengekomen informatie op juistheid.
-Het maakt zelf keuzes en denkt na over wat te doen en te laten; ons bewustzijn.
-Het is trager dan systeem 1
-Het controleert het eigen gedrag, maar is ook lui: het neemt veel voor waar aan wat systeem 1 aanlevert.
-Systeem 2 is kritischer dan systeem 1: het volgt regels en maakt keuzen tussen alternatieven.
-Wanneer systeem 2 druk is, maken mensen zelfzuchtiger keuzen, gebruiken seksistischer taal en vellen oppervlakkige oordelen.
-Teveel taken achter elkaar in systeem 2 leiden tot minder bereidheid om dit te doen: je geeft sneller op.
- Systeem 2 is door zijn luiheid niet zonder meer betrouwbaar; het laat zich misleiden. De meeste mensen nemen niet de moeite om door te denken.
Wie dit leest en Goldberg combineert met Kahnemann kan bijna niet anders doen dan concluderen dat het ‘wakker houden’ van je mentale vermogens een belangrijk doel is. Ook, of misschien wel juist, als je behoort tot de ouderen.
Terug naar Theo.
‘Mij kan je niets meer leren, Bert.’
De gedachte dat hij niets meer zou kunnen leren, is maar een gedachte. En hoezeer hij er zelf ook in gelooft, het is een onjuiste gedachte. Hem daarvan doordringen is de eerste poging die je kunt ondernemen. Dus, je zou zeggen: in gesprek gaan en met feiten komen. Dan kom je er vanzelf achter of Theo niet kan veranderen, of dat de wil ontbreekt.
Zijn weerstand tegen het leren van nieuwe dingen vertoont trekjes die in verband gebracht kunnen worden met systeem 1 en de automatische piloot. Uit het verhaal van de neurowetenschapper zou hij kunnen leren dat mensen tot op hoge leeftijd mentaal actief moeten blijven.
Het grappige aan Theo is, dat hij op zijn hoge leeftijd nog 5x per week aan training doet in de sportschool. Zijn lichaam wil hij in goede conditie houden. Hij is ervan overtuigd dat dat moet om ouder te worden. De vergelijking tussen lichaam en brein is hier zonder problemen te maken, als we het recente onderzoek moeten geloven.
Ik zou dan ook iedere 60 plusser van harte willen aanraden af te stappen van de overtuiging dat hij niets meer kan leren. Laat de camper in de achtertuin nog maar even lekker staan. Die komt nog wel aan de beurt. Voorlopig houd je je zelf het meest vitaal door open te staan voor de dingen die nog komen. Het kost even wat moeite maar uiteindelijk maakt het het leven vast leuker.
Bert Overbeek is de schrijver van ‘Bert’s Breinboek voor Managers en Trainers’ dat sinds kort verkrijgbaar is via managementboek.nl of in de shop van mijnmanagementboek.nl Het boek behandelt de invloed van nieuwe inzichten op management development, selectie en werving en veranderprocessen bij medewerkers en teams.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro
Naast het cognitief leren moet er ook aandacht zijn voor het sociaal leren; hoe kan ik beter omgaan met teleurstellingen en toch blijven leren en mezelf ontwikkelen?
Leren is leren als je je er bewust van wordt dat je leert en hoe je leert. En dat dit mentale bewustzijn je leven kleur geeft; voor jezelf en je omgeving.
Wanneer houdt het stigmatiseren van 'ouderen' nou eens op?! Ze willen/kunnen niet meer veranderen, zijn fysiek niet meer in staat om te presteren, begrijpen de snelle veranderingen in de wereld niet meer en verstarren in achterhaalde ideeën en opvattingen.
Inmiddels ben je als 45-plusser al 'oud' aan het worden en hard op weg om afgeschreven te worden als werkkracht.
Hoogste tijd om eens na te denken over het effect van dit voortdurend rondbazuinen van vooroordelen over 60-plussers als ambitie-loze, verstarde 'ouwe lullen'. Het is volgens mij de kunst om jong en oud bij elkaar te brengen/houden, vooral nu onze overheid aanspoort om steeds langer door te werken.
Ruud Vriese (59 jaar en nog lang niet klaar met leren en werken)
Onzin artikel dus.
Met de stelling dat weerstand tegen veranderen niet nodig en onverstandig is, ben ik het eens. Dat heeft niks met leeftijd te maken en - naar mijn idee - ook niks met typisch werknemersgedrag. Past het discrimineren van werknemers binnen de Code of Conduct, maar dit terzijde?
Ik vind het leuk een paar nuanceringen aan te brengen.
Ik constateer dat met het vorderen van de leeftijd bij sommigen het aantal authentieke inzichten toeneemt. Gewoon door de toenemende ervaring. Dat is mooi!
Als je de pech hebt dat je gezondheid wat afneemt, is het slim je ambities aan te passen aan je energetische mogelijkheden. Daardoor kunnen sommige nogal ambitieuze ouderen ook karikaturen van zichzelf worden. Soms is dat zelfs zichtbaar bij bestuurders van publieke ondernemingen. Ik verzucht wel eens: kan zo'n mastodont niet eens plaats maken?
En Ruud Vriese heeft natuurlijk ook gelijk. De arbeidsmarkt geeft nauwelijks meer ruimte aan 45-plussers. Alleen was dat mijns inziens de essentie van je column niet. Een bedroevend en onterecht gevolg van de crisis, dat wel.
Vriendelijke groet,
Freek