Slaapverwekkende presentaties hebben maar één doel: afschuwelijk te zijn voor het publiek. En voor jou als presentator moet er geen groter genoegen zijn dan je publiek in slaap te praten. Dat is gemakkelijker dan dat het lijkt. Publiek is namelijk dom geworden door televisie en internet. Ze willen iets heel snel gepresenteerd krijgen. Anders verwatert hun interesse. Al heel snel. Maar dat is ook de bedoeling: we moeten het publiek vermoeien met eindeloze verhalen, en ervoor zorgen dat ze niet weg kunnen. Dat het onbeleefd is om weg te gaan bijvoorbeeld.
Wat zijn handige tips om mensen in slaap te praten? Stapels sheets. Volle sheets. Met heel veel detailinformatie. In saaie procedurele taal, soms jargon. En zo dat de toehoorders zien dat er nog een héééleboel sheets te gaan zijn.
Het verhaal moet worden afgedraaid, terwijl de sheets achter de presentator in vol licht staan te branden. Het is handig als de presentator zelf half in het licht van de beamer staat, en het publiek in het duister. Contact met het publiek wordt niet gemaakt. Oogcontact onbreekt. Monotoon en met een noodlottige neiging tot volledigheid staat de presentator zijn publiek te vervelen. Vanachter de katheder. Als dit lukt, doe je het goed.
Geloven ze hun eigen verhaal wel?, moet het publiek zich afvragen. Het is dus helemaal niet erg om zelfbedachte dingen als feiten te presenteren. In de wetenschap doen ze het ook. Denk maar aan Diederik Stapel. Passie en enthousiasme moeten trouwens ver te zoeken zijn. Welke dingen de presentator blij maken of droevig in zijn verhaal, dat moet volkomen onduidelijk zijn.
De openingen van de presentaties moet net zo bedroevend zijn als de afsluiting, en het kan in je voordeel werken wanneer je je al excuseert bij opkomst. ‘Ik werd gevraagd, omdat ik kennelijk…’
Je houding moet boekdelen spreken. Afhangende schouders, met de rug naar het publiek ( je moet immers wel precies weten wat er allemaal op je scherm staat en dat is veel), en underdressed. Heel handig is voor mannen om een stropdas te dragen, die onder hun overhemdkraag uitkomt, uiteraard onder een gekreukt pak, met schoenen die niet passen bij het pak. Het geheel is pas echt af wanneer je er witte sokken bij draagt. Voor vrouwen volstaat een te sterk parfum, een te korte rok, onverzorgd haar en teveel make up of geen make up.
De voorbeelden uit je presentatie moeten vooral niets met het publiek te maken hebben: vertel verpleegkundigen bijvoorbeeld anekdotes over de werkelijkheid van een productiemanager. Ga niet uitleggen wat het verband tussen de werkelijkheid van de verpleegkundigen en die van de productiemanager zijn; laat mensen in volstrekte onduidelijkheid over die dingen. Originaliteit moet ver te zoeken zijn: je ‘leent’ cliché’s en uitgekauwde voorbeelden van anderen, als je al anekdotes vertelt, want dit moet je niet teveel doen want dan zou je publiek geamuseerd kunnen raken.
Ik maakte het ooit mee dat een gedragstrainer in Duitsland zijn publiek verweet dat het aan hen lag, dat ze hem niet begrepen. Als hij een vergissing maakte, lag het niet aan hem zelf, maar aan anderen of aan verkeerde informatie. Het interesseerde zijn publiek niets, maar dat maakte hem niet uit. Was hij verantwoordelijk voor de motivatie van zijn publiek? Die instelling moet je hebben om je publiek volledig in slaap te kunnen krijgen.
Hieronder zie je 36 tips om je presentatie slaapverwekkend te laten zijn:
1. Kies niet voor een kop-romp-staart-opzet bij je presentatie. Vertel dingen uit de losse pols, zonder duidelijk doel, zonder duidelijke inleiding.
2. Het is belangrijk om geen onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken.
3. Zorg altijd voor een aarzelende opening en doe geen afsluiting; midden in het betoog stoppen is nog het beste. Men zegt altijd dat de eerste en laatste indruk blijven hangen, maar moet jij daar iets mee? Dat is jouw probleem niet, maar het probleem van het publiek.
4. Voorbeelden en anekdotes zijn net als plaatjes handicaps in je betoog. Het houdt de mensen wakker. Eindeloze detailopsommingen of sheets met veel data, liefst met wat opschepperij van jouw kant erbij, dat is veel slaapverwekkender.
5. Herhaal de kern van je boodschap niet in je betoog. Je boodschap moet uitgebreid geformuleerd zijn, en het kan helpen om er ongebreideld over te vertellen. Dit is je stokpaardje, laat je maar gaan!
6. Voor de opbouw wordt vaak een verleden-heden-toekomst-concept gebruikt, maar er zijn ook andere indelingen denkbaar. Oud-belegen-jong bijvoorbeeld. Ook hier geldt: niet aan beginnen. Waarom zou je? Je moet vooral niet alles panklaar maken voor je publiek. De boodschap is: doe helemaal niets aan opbouw.
7. In de opening moet je je publiek vooral niet gaan boeien. Een vraag die je je nooit moet stellen is: what’s in it for them?
8. Presenteer cijfers onduidelijk en dubbelzinnig, want in het publiek zitten altijd een paar betweters die je gaan controleren. Om hen te straffen maak je de cijfers rommelig. En dat zeg je er gewoon bij. Achteraf. ‘Dat heb ik expres gedaan om jullie te straffen.’
9. Probeer een Steve Jobs na te doen, of een andere goede spreker. Wees vooral niet jezelf. Dat pakt verkeerd uit.
10. Voeg tijdens de presentatie nog van alles toe aan je betoog, vooral zijwegen en zaken die er niet toe doen. Leg nadruk op dingen die minder belangrijk zijn, en vertel zaken die belangrijk zijn en passant.
11. Wees niet origineel. Als je dingen ‘leent’ van anderen, geef je je er beslist niet je eigen draai aan.
12. Voeg geen beelden toe om uw boodschap te versterken. Maar doe wel extra boodschappen als u wat plaatjes hebt. Introduceer daarbij rustig nieuwe onderwerpen. In een presentatie over ‘belastingen op roken’, vertelt u bijvoorbeeld bij een plaatje van een sigaretrokende belastingambtenaar, dat belastingambtenaren graag aan badminton en korfbal doen. Echt slaapverwekkend wordt u als u vervolgens een verhandeling geeft over de impopulariteit van korfbal.
13. Het is niet belangrijk om uw onderwerp van haver tot gort te kennen. Durf dat te camoufleren met irrelevante details.
14. Wat uiterlijk betreft: nooit overdressed. Gekreukte kleding geeft een shabby indruk; dat kan. De mensen zullen dan medelijden met u krijgen. En een slechte adem houdt lastige vragenstellers op afstand. Om uw overtuigingskracht iets te verminderen, kunt u ervoor zorgen dat u iets op uw lip heeft. Mayonaise of een chocoladevlek, liever van pure dan van melk.
15. Het publiek wil altijd door. Het maakt ze niet uit wiens fout het is als het even spaak loopt tijdens een presentatie. Jou wel. Jij staat er graag even bij stil wiens schuld het is dat iets niet soepel loopt. Het publiek kan best even wachten. Maak trouwens geen excuses bij vergissingen.
16. Mensen komen voor je verhaal, niet voor jou. Een reden te meer om een beetje op te scheppen. Een lange inleiding over je prestaties tot nu toe kan dan geen kwaad. Je kunt ook een voorbeeld geven van een situatie, waarin jij over iemand triomfeerde. Betrek het publiek er nooit bij door vragen te stellen. En vermijd het om in de schoenen van je publiek te stappen. Wat willen ze horen? Wat niet? Het moet je geen klap interesseren.
17. Zoek alles uit over je publiek. Weet wie er zit en wat belangrijk voor hem/haar is. En zorg ervoor dat je gewapend bent tegen alle aanvallen.
18. Zorg dat je geen afstandsbediening hebt voor de beamer. Dan kan je regelmatig bij je publiek weglopen om de volgende sheet te presenteren. Erg handig bij grote hoeveelheden sheets. Ook prettig voor jou is als je in de war bent, bijvoorbeeld omdat de sheets niet op volgorde liggen, omdat je niet weet hoe de beamer werkt of omdat je je ergert aan het licht.
19. Spreek in onbegrijpelijke taal. Durf jargon te gebruiken dat vreemd is voor je publiek. Onthoud daarbij de onbelangrijkste punten en woord voor woord wat je hebt opgeschreven.
20. Ga regelmatig met je rug naar het publiek staan.
21. Als je je publiek emotie laat voelen, negeren ze de ratio. Daarom is het nuttig om ze ernstig te vervelen en ze geen emotie te laten voelen. Dan gaan ze meer nadenken.
22. Publiek komt soms met hele goede ideeën. Maar dat verlevendigt je presentatie. En is dat de bedoeling?
23. Vertel anekdotes gortdroog en durf ook saaie anekdotes te vertellen, bij voorkeur zonder plot.
24. Vermijd pauzes, waarin het publiek ruimte heeft om dingen te laten bezinken.
25. Probeer te voorkomen dat je je doel duidelijk hebt. Alles in de presentatie dient doelloos te zijn, en mocht de presentatie een doel hebben, dan moet voorkomen worden dat de dingen die je zegt een relatie hebben tot dat doel.
26. De laatste indruk blijft hangen. Zorg voor een vreselijke uitsmijter, waardoor je het publiek schoffeert.
27. Een beamer kan erg vervelen en dat is geweldig. Dus als je hem gebruikt, doe het dan lang en veel. Zet er veel tekst op de sheets. Ga regelmatig in het licht staan van de beamer. Zet hem niet uit.
28. Plaatjes zeggen veel, dus gebruik ze weinig. Doe liever veel tekst. Maar laat de plaatjes de boodschap tegenspreken, niet illustreren.
29. Doe er geen remindertjes bij. Dan onthouden mensen je presentatie. Dat is het laatste waar je naar moet streven!
30. Hou nooit iets in je hand, want dat maakt je presentatie vloeiender en geeft je meer zekerheid. Je wordt er zelfs iets aantrekkelijker van.
31. Gebruik veel verkleinwoorden of stopwoorden.
32. Varieer niet in toonhoogte. Graag alles zoveel mogelijk op één toon, en zacht zodat je nauwelijks boven de airconditioning uitkomt. Ervaar het als een compliment als mensen ‘harder, harder’ gaan roepen.
33. Herhaal voorbeelden of anekdotes; niet de boodschap.
34. Kom iets te laat, vooral als je de zaal niet kent. Kan iedereen je verstaan? Nee? Goed zo. Hoe werkt de beamer? Weet je dat niet? Des te beter.
35. Wees nooit enthousiast over je onderwerp. Kies er één die je vermoeit. Probeer te vermijden dat je dingen vertelt die je leuk vindt of die je warm maken.
36. Ga zo min mogelijk in op wat het publiek zegt en blijf dan stroef en wazig in het contact. Zet mensen rustig voor schut, zoals bepaalde cabaretiers.
En oh ja, vergeet niet dat het succes van de presentatie hem zit in de presentator en niet in de presentatie zelf. Wat mensen altijd prettig vinden is een vriendelijke, behulpzame, deskundige spreker die een over een onderwerp komt praten dat mensen aanspreekt. Je weet dus in ieder geval wat je niet moet doen. Vriendelijk en behulpzaam zijn is net zo noodlottig voor een slaapverwekkende presentatie als een deskundigheid.
Wij wensen je veel weerstand!
Bert Overbeek geeft samen met theatermaker Aubrey Snell op 18 oktober een training ‘Slaapverwekkend presenteren’. Uiteraard leer je daar een flitsende presentatie te maken. Maar dit gebeurt met een knipoog. Hier vind je een beschrijving: http://www.jongebazen.nl/lifestyle-kunst/slaapverwekkend-presenteren-de-workshop
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO