De Sociaal Economische Raad (SER) wil zzp’ers opnemen in het bestuur. Dat heeft de SER aan minister Piet Hein Donner van Sociale Zaken geadviseerd. Het huidige aantal zetels voor werknemers- en werkgeversorganisaties verandert echter niet en blijft 22 in totaal. De nieuwe bestuursleden worden namelijk gerekruteerd uit de zzp-clubs die door werkgevers en werknemers zelf zijn opgezet (Bron: NRC Handelsblad, 19 december 2009).
Hoe komt het dat zzp’ers zo in de belangstelling staan in de bestuurlijke polder van Nederland? En is de gekozen oplossing om hen via de klassieke werkgevers- en werknemersorganisaties te laten vertegenwoordigen wel zo verstandig?
Ondanks de crisis groeit het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) gestaag door. In 2009 waren het er al 640.000, wat betekent dat 9% van de beroepsbevolking als éénpitter door het leven gaat. Dat is een substantiële groep. Ondanks de crisis groeit hun aantal nog steeds gestaag. Volgens het CBS komen er iedere maand 8.000 bij. Dat gebeurt overigens lang niet altijd uit weelde, want veel ontslagen werknemers besluiten bij gebrek aan vacatures een poging te wagen op het ondernemerspad. De zzp’er is samen met de uitzendkracht de flexibele schil van de arbeidsmarkt. Die positie is fijn als de conjunctuur meezit, maar nu het economisch een stuk minder gaat ervaart menig zzp’er dat het niet meevalt om aan betaalde opdrachten te komen. In feite is er sprake van een flinke verborgen werkloosheid.
Feit is wel dat zzp’ers alleen al in getal een steeds belangrijkere groep worden. Ik zie hun aantal in de komende 10 jaar wel stijgen naar 20% van de beroepsbevolking. Zij verdienen dus ook een stem als het gaat om sociaaleconomische onderwerpen die in de SER worden besproken. Dan gaat het bijvoorbeeld om sociale zekerheid, arbeidsvoorwaardenvorming, ontslagrecht en arbeidsmarktbeleid. Ook voor de SER is deelname van deze nieuwe groep arbeidskrachten bittere noodzaak. De arbeidsverhoudingen in Nederland veranderen en de SER moet mee om niet uit de tijd te raken, als het daarvoor al niet te laat is.
Het probleem doet zich wel voor dat niemand de zzp’er goed kan vertegenwoordigen. De diversiteit is enorm en zij zijn niet collectief verenigd. De legitimatie van werkgevers- en werknemersorganisaties om namens de zzp’er in het strijdperk te treden is op zijn minst twijfelachtig. Hiervoor zijn drie argumenten aan te voeren:
- De eerste reden ligt nogal voor de hand: de zzp’er is noch werknemers, noch werkgever. Bonden en werkgevers zien hun invloed langzaam slinken door de opkomst van al die zelfstandige ondernemers die maar weinig ophebben met polderoverleg en collectiviteit. Het is daarom alleen al uit eigen lijfsbehoud slim om je op deze nieuwe groep te richten. Maar daarmee is het legitimiteitprobleem niet opgelost.
- Bovendien is slechts een klein deel van de zelfstandigen aangesloten bij de klassieke werknemersorganisaties. FNV Zelfstandigen heeft bijvoorbeeld volgens de eigen website meer dan 10.000 leden, wat maar een fractie is van de genoemde 640.000.
- Ten derde is de diversiteit binnen de zzp-gelederen op zichzelf al een probleem, deze loopt van de bouwvakker die ‘voor zichzelf’ is begonnen tot aan het oud-directielid die in de laatste jaren voor zijn pensioen nog een paar interim klussen voor eigen rekening wil doen.
Overigens is de stap van het Haagse om de zzp’er in de SER toe te laten wel een handige. Piet Hein Donner kan straks, na een advies van de nieuwe SER-samensteling, via wetgeving heerlijk gaan bemoeien met het ondernemerschap van de zzp’er. En ik zie de zzp’er nog niet richting Malieveld marcheren om zijn/haar mening kenbaar te maken!
Is het daarom niet verstandiger om eens na te gaan denken wat in de toekomst de rol van instituten als de SER zal zijn? Ze vervullen nu nog een belangrijke intermediaire taak tussen de landelijke politiek en de decentrale arbeidsverhoudingen binnen organisaties en instellingen. Toenemende complexiteit, diversiteit en afnemende legitimiteit eroderen deze rol echter steeds meer. De SER vertoont daardoor langzaam maar zeker de kenmerken van een dinosauriër die maar niet wil geloven dat zijn soort langzaam aan het uitsterven is. Het ‘inlijven’ van de zzp’er past in dit achterhoedegevecht.
Ik nodig de SER en de politiek dan ook uit om eens fundamenteel over de rol van het polderoverleg in de sociaaleconomische orde van Nederland voor de komende tien tot twintig jaar na te denken. En dan zou de conclusie best kunnen luiden dat we in geleidelijke stappen naar een nieuw model toe moeten werken.
Verbeter je persoonlijke effectiviteit, scherp je managementvaardigheden en houd je vakkennis actueel
Neem een Pro-abonnement
Upgrade nu voor €200 en krijg onbeperkt toegang tot alle artikelen en kennisbankpagina’s >>
Volgens mij inderdaad een gevecht om behoud van (machts)positie. Ik ben het met de schrijver eens dat het inderdaad op termijn een niet houdbare positie is. Een andere ordening van de nu verdeelde posities zal op termijn niet alleen de SER treffen maar ook andere nu gangbare instituties als WW en CAO door geheel andere arbeidsverhoudingen en arbeidsbehoeften. in hoeverre er ZZP-voordelen aan zitten weet ik niet. Wordt/is/blijft de freelancer een Zelfstandige Zonder Positie?
Zelfstandige Zonder Positie: mooi gevonden! Inderdaad is de rechtszekerheid van een zzp'er maar mager. Dat blijkt maar weer in deze recessie. Daar komt nog eens bij dat veel zzp'ers zich niet voor arbeidsongeschiktheid verzekeren en waarschijnlijk ook niet al te veel aandacht schenken aan pensioenopbouw. Dat vraagt op termijn om problemen.
Edwin Lambregts
This post was mentioned on Twitter by Innovatief: Nieuw bericht: : Zzp'ers in de SER http://www.innovatieforganiseren.nl/innovatie-en-hrm/zzpers-in-de-ser-donner-freelance/...