De commissie-Bakker houdt me bezig. Niet zozeer dat Peter zelf elke dag aan mijn bureau staat, maar meer dat ik hem voel opdringen in m’n hoofd. Hoe ziet dat eruit? In mijn hoofd is het een wanorde van jewelste. Grijze massa wordt constant en flikkerend opgelicht door elektrochemische verbindingen. Het is er druk. Door de ogenschijnlijke janboel loopt echter een structuur. Als je goed kijkt, zie je grote verbindingen die vaak voorkomen, noem ze snelwegen. Andere zijn kleinere vertakkingen, provinciale wegen, maar ook landweggetjes of routes die door te weinig gebruik niet meer actief zijn. Sinds kort heb ik daarboven een Tomtom. En deze heet: Bakker. Commissie-Bakker. En deze leidt me, hoe graag ik ook ergens anders naartoe wil, telkens naar hetzelfde eindpunt: zevenenzestig jaar.
67 jaar. De eindstreep. Ik mag nog dertig jaar, heet dat dan. Nu lijkt dat niets, ik voel me fit en gezond, er komt meer uit m’n handen dan ooit en stoppen met werken lijkt me niks.
Maar hoe denk ik daar over tien jaar over? Of over twintig?
Mijn ouders hebben me geleerd na te denken over de toekomst. Daar nu al voorzieningen voor te treffen. Opleiding, investeren in loopbaan, pensioenvoorziening, etc. Het was in een tijd waarbij de voorspelbaarheid in een ((levens)loop)baan groot was. Je begon onderop, werkte tien jaar voor dezelfde baas en promotie bestond uit het overnemen van de functie van je leidinggevende. De huidige open samenleving is anders. Vandaag bij de een, morgen bij de ander, lijkt het adagium. Flexibilisering van arbeid, zou je ’t kunnen noemen, om met Bakker te spreken. Niks mis mee, juist goed. Je kennis en kunde aanwenden op het juiste moment op de juiste plaats. In de jaren negentig heeft de ICT-sector dit met detacheringconstructies flink aangezwengeld.
Wat opmerkelijk is, is dat de flexibilisering nog niet helemaal doorgevoerd is. Zo wordt de kant van de individuele consultant nog vaak onderbelicht. Waar voor de een de kortere werkweek belangrijk is, is voor de ander een pensioenverzekering dat. Of de mogelijkheid om 60 uur per week te werken en navenant te verdienen. Het surplus gaat in een lijfrentepolis en het sparen voor het prepensioen (vanaf 60?) is een feit. Maximale keuzevrijheid, gebaseerd op je eigen levensloop. Ik werk momenteel aan een concept om dit alles mogelijk te maken.
En de commissie-Bakker? Vanuit macro-economisch perspectief begrijp ik het natuurlijk. Alleen, bij mij wil het er niet in. Mijn ouders hebben altijd gezond geleefd, totdat kanker hen beiden trof. Onverwacht, zoals dat vrijwel altijd het geval is. 60 en 63. En dat krijg ik niet uit m’n hoofd.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro
Misschien dat het juist hier misgaat in je gedachtegang. Macro-economisch is de verschuiving van 65 jaar naar 67 jaar slechts een lapmiddel, windowdressing om de echte financiele rampspoed over de financiering te maskeren.
We zouden het echter eerst moeten hebben over het macro-sociaal perspectief. Is het sociaal om als overheid uberhaupt met een "eindleeftijd" te werken. Elke vastgestelde eindleeftijd is fout. Het gaat nameliik voorbij aan de individuele wensen en behoefte.
Maar om die flexibiliteit toe te laten is een fundamentele andere wijze van denken nodig over pensioen. Te beginnen bij het loslaten van een vaste pensioenleeftijd.