Over trekken aan dode paarden en revolutie op de werkvloer
Medewerker: ‘Wat is dat voor type, die nieuwe Ketenmanager? Heeft hij een beetje visie of is het er weer zo eentje die aan dode paarden gaat staan trekken?’ Collega: ‘Nee hoor, Bart trekt niet aan dode paarden. Die zijn al overleden voordat hij kan beginnen met trekken!’
Dood of niet, veel managers gaan net als Bart opgewekt verder met trekken. Van belang zijn in hun wereld niet de mensen maar de harde cijfers: er moeten klinkende resultaten geproduceerd worden. Dat de kloof tussen het management en de werkvloer hierdoor alleen maar groter wordt lijkt hen niet te deren. Directeuren en managers kennen hun eigen bedrijf en afdeling niet meer, zowel organisatorisch als op het menselijk vlak. Ze hebben geen flauw idee wie zij voor zich hebben. Dat hoeft ook niet, vinden zij zelf. Waarom zou je je druk maken om mensen als je hen uitsluitend ziet als ‘een bezettingselement’ op een overzicht met ‘aantallen fte’s’?
Op de werkvloer is het gelatenheid troef: niemand staat meer te springen om deel te nemen aan brainstormsessies, werkgroepjes of klankbordgroepen. Als er toch niets met hun ideeën wordt gedaan is dat immers verspilde moeite.
Hoogste tijd dus om je als medewerker af te vragen wat je wilt: je blijven gedragen als een dood paard of het roer omgooien? Kies je voor het eerste: veel plezier. Gaat je voorkeur uit naar de tweede optie, dan is actie en zelfs revolutie geboden. Revoluties komen nooit vanzelf tot stand. Er zijn door de eeuwen heen altijd individuele acties van mensen voor nodig geweest om ze te ontketenen. Vaak waren dat eenlingen die de visie en het lef hadden om zich weerbaar op te stellen tegenover de gevestigde orde en zich durfden te laten horen. Eén ding is zeker: als niemand iets had gedaan en iedereen zijn mond had gehouden, dan was er zeker geen revolutie gekomen en was er al helemaal niets veranderd!
Met verandering van de bedrijfscultuur is het niet anders: iedereen kan een steentje bijdragen aan de strijd tegen het moderne management. Twintig procent gelijkgestemden is al voldoende om een verandering teweeg te brengen in de gehele populatie. In veel bedrijven is dat percentage ‘vernieuwingsgezinden’ wel te vinden, maar betreft het individuele revolutionairen die onvoldoende in staat zijn om zich te verenigen. De organisatiegraad is met andere woorden vaak te laag. De kunst is dus om voldoende ‘gewicht’ in de schaal te leggen om de balans te laten doorslaan naar de andere kant. Dat begint met het doorbreken van het stilzwijgen en het bundelen van de krachten. Werknemers aller organisaties: sta op en laat je horen!
Katinka Velthuijs is auteur van de boeken ‘Hoezo, mijn mensen?’ en ‘Hoezo, de baas?’. Via haar bureau Lunare Persoonlijk Raadgever verzorgt zij workshops en lezingen op het gebied van persoonlijke ontwikkeling en leiderschap.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
Het ECHTE innovatief organiseren is DEorganiseren.
Tony de Bree
Auteur 'Dinosaurier of krokodil'.