De auteurs Daron Acemoglu en James A. Robinson van het boek ‘Waarom landen falen’ onderscheiden inclusieve instituties, die brede welvaart en economische groei bevorderen, van extractieve instituties, die macht en rijkdom concentreren in de handen van een kleine elite. In de huidige geopolitieke context lijkt er vanuit de Verenigde Staten een extractieve wind te waaien. Grote technologiebedrijven hebben een ongekende concentratie van economische macht, en politieke bemoeienis dreigt instituties verder te polariseren en te destabiliseren. Europa, onder aanvoering van de Europese Unie, daarentegen kiest met regelgeving, zoals de AI-verordening, duidelijk voor de kant van beschaafde digitalisering en inclusiviteit.
Bescherming of uitsluiting
Inclusieve instituties bevorderen breed gedeelde welvaart en economische groei. Ze worden gekenmerkt door eigendomsrechten, een rechtsstaat die bescherming biedt tegen willekeur, open toegang tot economische en politieke macht, en democratische controle. Dit alles motiveert individuen en bedrijven om te investeren, te innoveren en actief deel te nemen aan de economie.
Aan de andere kant concentreren extractieve instituties macht en rijkdom in de handen van een kleine elite. Ze ontnemen burgers zekerheid over hun eigendommen en ontmoedigen innovatie en economische participatie. Politieke macht is vaak in handen van een selecte groep die haar positie verdedigt door anderen uit te sluiten. Dit leidt doorgaans tot instabiliteit en economische stagnatie. Voorbeelden van extractieve instituties zijn te vinden in landen zoals Noord-Korea, de vroegere Sovjet-Unie of historisch gezien in koloniale samenlevingen in Latijns-Amerika.
Kritieke keerpunten
De auteurs benadrukken dat historische gebeurtenissen, zoals revoluties of kolonisatie, vaak kritieke keerpunten vormen die bepalen of een land zich in de richting van inclusiviteit of extractiviteit ontwikkelt. Zo leidde de ‘Glorious Revolution’ in Engeland in 1688 tot inclusieve instituties die de basis legden voor de latere Industriële Revolutie, terwijl koloniale instellingen vaak extractief werden opgezet en uitbuiting de langetermijngroei in de weg stonden. De Franse Revolutie bracht het feodale systeem (het gelaagde machts-, bestuurs- en samenlevingssysteem waarbij een grootgrondbezitter de rechten als eigenaar van de grond in bruikleen gaf aan derden in ruil voor betalingen en diensten)[i] ten val en zette een proces in gang van institutionele hervormingen. Hoewel de resultaten gemengd waren, inspireerde het de overgang naar meer inclusieve instituties in verschillende delen van Europa. De Civil Rights-beweging in de Verenigde Staten dwong institutionele veranderingen af die inclusiviteit vergrootten, zoals gelijke rechten en stemrecht voor Afro-Amerikanen, wat de democratische instituties in de Verenigde Staten versterkte.
De rol van technologie
Technologische vernieuwing speelt een cruciale rol in economische ontwikkeling, maar de impact ervan hangt sterk af van de aard van de instituties. Inclusieve instituties bevorderen innovatie door intellectuele eigendomsrechten te beschermen en markten open te stellen voor nieuwe ideeën. Ze creëren gelijkheid van kansen, zodat talent uit alle lagen van de bevolking kan bijdragen aan vooruitgang. Daarentegen remmen extractieve instituties innovatie, omdat nieuwe technologieën de gevestigde machtsstructuren kunnen bedreigen. Het concept van creatieve destructie, waarbij oude economische structuren worden vervangen door nieuwe, speelt hierbij een sleutelrol. Inclusieve instituties omarmen dit proces en maken economische dynamiek mogelijk, terwijl extractieve instituties vaak proberen deze veranderingen te blokkeren.
Anno 2025 lijkt kunstmatige intelligentie (AI) een belangrijke aanjager van aankomende creatieve destructie. Het transformeert de manier waarop bedrijven opereren en hoe mensen werken en leven. AI automatiseert routinetaken, maakt een nieuwe generatie (informatie)systemen mogelijk die menselijke intelligentie kunnen nabootsen en creëert nieuwe economische mogelijkheden. AI brengt ook risico’s met zich mee, zoals verdere concentratie van macht en ongelijkheid. Bedrijven en landen die AI omarmen, kunnen grote voordelen behalen, maar zonder regulering kunnen de negatieve effecten van AI bestaande ongelijkheden verder versterken.
Politieke macht van bedrijven
De politieke bemoeienis van invloedrijke individuen zoals Elon Musk en Jeff Bezos in de Verenigde Staten kan worden gezien als een potentieel gevaarlijk keerpunt voor inclusieve instituties, en daarmee voor de lange termijn economische welvaart van het land. Wanneer individuen met aanzienlijke economische macht ook substantiële invloed krijgen over het politieke systeem en de media, ontstaat het risico dat politieke en economische macht worden geconcentreerd in handen van een kleine elite. Musk krijgt een sleutelrol in de regering van president Trump om de overheidsbemoeienis in te perken en zogenoemde bureaucratie af te breken om de overheid efficiënter te maken. Bezos lijkt nadrukkelijk censuur te plegen als eigenaar van de Washington Post bij het niet laten plaatsen van een spotprent die hem als een soort ‘hielenlikker’ van Donald Trump presenteert. Eerder verbood Bezos zijn krant om stelling te nemen voor Kamala Harris tijdens de presidentsverkiezingen in 2024.
De bemoeienis van Musk en Bezos verwijst naar de dynamiek van extractieve instituties, waarbij macht niet langer breed gedeeld is maar in dienst staat van een selecte groep. Het ondermijnt democratische controle en het vermogen van burgers en journalisten om invloed uit te oefenen op beleid en besluitvorming.
Wanneer beleid en politieke agenda's worden gevormd door persoonlijke of zakelijke belangen, kan dit het vertrouwen van het publiek in instituties verminderen. Deze erosie van vertrouwen maakt inclusieve instituties kwetsbaarder voor verandering in de richting van extractiviteit. Een dergelijk systeem ontmoedigt brede participatie, zowel economisch als politiek, wat innovatie en groei belemmert. Musk, als technologiepionier, symboliseert innovatie en disruptie. Maar wanneer een figuur met zo'n aanzien politieke invloed gebruikt om beleid te sturen dat zijn eigen belangen dient, kunnen structuren worden opgezet ten koste van nieuwe spelers in de markt. Dit kan creatieve destructie blokkeren en de economische dynamiek verminderen die essentieel is voor duurzame groei en welvaart.
De Europese Unie als tegenmacht
Het concept ‘beschaafde digitalisering’ dat wordt omarmd door beroepsgroepen zoals de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Informatieprofessionals en Vereniging register voor Informatici en EU-wetgeving zoals de AI-verordening zijn cruciaal om de positieve effecten van digitalisering en AI te maximaliseren en inclusieve instituties in stand te houden. Beschaafde digitalisering streeft ernaar om technologie, waaronder AI, te ontwikkelen en in te zetten op een manier die ethisch verantwoord en maatschappelijk wenselijk is. Het benadrukt respect voor menselijke waarden, zoals privacy, inclusiviteit, autonomie, transparantie en duurzaamheid, terwijl het voorkomt dat digitale innovatie leidt tot vervreemding, ongelijkheid of misbruik. Het doel is om technologie te laten dienen als een hulpmiddel dat bijdraagt aan een rechtvaardige en menselijke samenleving. De AI-verordening heeft als doel het reguleren van AI-systemen om veilig, transparant, en ethisch verantwoord gebruik te waarborgen. Het stelt regels vast die risico's van AI minimaliseren, zoals discriminatie en schade, en benadrukt het belang van menselijke controle, betrouwbaarheid en transparantie. Door AI op te delen in risicocategorieën (van minimaal tot hoog risico en zelfs een verbod), wil de verordening innovatie bevorderen terwijl fundamentele rechten en publieke veiligheid beschermd blijven.
Voorbeelden zoals beschaafde digitalisering en de AI-verordening voorkomen machtsconcentratie, beschermen fundamentele rechten en bevorderen inclusieve economische groei. Ze eisen transparantie en verantwoordelijkheid van AI-systemen en helpen de negatieve gevolgen van creatieve destructie te verzachten. Op deze manier blijven technologie en samenleving in balans, en worden technologie en AI een kracht voor gedeelde welvaart in plaats van een bron van toenemende ongelijkheid. Als beschermer en voorvechter van inclusiviteit vormt Europese Unie hiermee een tegenmacht voor de extractieve ontwikkelingen vanuit de Verenigde Staten.
Beschaafde digitalisering als sleutel
Deze tegengestelde bewegingen botsen op meerdere niveaus. Terwijl de Verenigde Staten, gedreven door commerciële belangen en deregulering, een model omarmt waarin marktleiders zonder veel beperkingen kunnen opereren, probeert Europa via regelgeving de macht van deze giganten in te perken en technologie sociaal verantwoord te maken. Dit creëert spanningen in internationale handel, innovatiebeleid en dataregulering. De Europese focus op beschaafde digitalisering en inclusieve instituties contrasteert sterk met de Amerikaanse neiging tot extractiviteit, waarbij korte-termijnwinst en machtsconcentratie voorrang krijgen. Deze botsing kan de mondiale technologische en economische verhoudingen blijvend beïnvloeden.
Zo ontspint zich een interessante tweestrijd op het gebied van extractiviteit (VS) en inclusiviteit (EU). De grote (Amerikaanse) tech-bedrijven, gesteund door de invloed van Musk en Bezos, dreigen steeds meer de Europese markt te negeren met hun nieuwste innovaties. Vanwege de strikte eisen van de AI-verordening die aanzienlijke investeringen en aanpassingen vereisen. Dit kan leiden tot een ‘regulatory divide,’ waarbij innovatieve AI-systemen in andere markten beschikbaar zijn, terwijl Europese consumenten en bedrijven hiervan worden uitgesloten. Tegelijkertijd kan het een impuls geven aan lokale innovatie, omdat Europese bedrijven en startups de leemte proberen op te vullen door AI te ontwikkelen die voldoet aan de EU-standaarden. Hiermee kan de concurrentiepositie van deze bedrijven flink versterken t.o.v. de Amerikaanse tech-giganten. Wanneer dit laatste gebeurt ‘schieten de VS zich in mogelijk in hun eigen voet.’ Politiek gezien zou het de discussie over de balans tussen regelgeving en innovatie verder kunnen aanwakkeren, waarbij de vraag centraal staat of strengere regels de maatschappelijke waarden beschermen of de technologische vooruitgang daadwerkelijk belemmeren.
Een verschuiving van inclusieve naar meer extractieve instituties zoals nu in de Verenigde Staten (tijdelijk?) lijkt te gebeuren heeft historisch geleid tot economische stagnatie en instabiliteit. Wanneer beleid wordt gedreven door elitebelangen, worden investeringen en innovatie ontmoedigd, terwijl kansen ongelijk verdeeld blijven. Dit kan leiden tot sociale onrust en een daling van de algemene welvaart. Politieke en media bemoeienis door invloedrijke personen zoals Musk en Bezos kan, indien niet gereguleerd, leiden tot een verschuiving in de richting van extractieve instituties wat zowel de democratische controle als de economische dynamiek in de Verenigde Staten in gevaar brengt.
Daartegenover bieden beschaafde digitalisering en de AI-verordening, geïnitieerd vanuit de EU, juist een model waarin economische groei en ethische waarden hand in hand gaan.
Door technologie te reguleren met een focus op menselijkheid en inclusiviteit, voorkomt de EU niet alleen de schadelijke effecten van extractieve instellingen, maar positioneert zij zichzelf ook als een wereldleider in verantwoord technologisch beleid.
Deze balans is cruciaal om zowel technologische vooruitgang als maatschappelijke rechtvaardigheid te waarborgen. Het waarborgen van transparantie, het voorkomen van machtsconcentratie en het versterken van democratische processen zijn essentieel om het risico op extractieve economische ontwikkeling te beheersen: Beschaafde digitalisering als sleutel voor inclusieve samenlevingen.
Begin 2025 goed!
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden
50% korting op een Pro-abonnement
Upgrade nu voor €100 en krijg onbeperkt toegang tot alle artikelen en kennisbankpagina’s >>