Veel organisaties zijn niet groot genoeg om, bijvoorbeeld bij reorganisaties, medewerkers van werk naar werk te begeleiden binnen de eigen organisatie. Eigenlijk geldt hetzelfde voor talent-management: niet iedere organisatie is groot genoeg om altijd werk te kunnen bieden dat past bij (wijzigende) talenten van medewerkers. Een oplossing is de structurele samenwerking op het gebied van arbeidsmobiliteit door verschillende organisaties binnen de eigen regio of de eigen sector.
Onlangs las ik over een praktijkvoorbeeld van regionale-sectorale samenwerking in het zogenoemde Gelders Arbeidsmarkt Model (GAM). De uitgangspunten hiervan staan beschreven in het boek ‘Waarden die werken’ (2015) uitgebracht door de Werkgeversvereniging Zorg en Welzijn.
De ondertitel van het boek luidt: ‘bruggen slaan naar een flexibele arbeidsmarkt’. Of zoals de initiatiefnemers zelf de aanleiding voor hun samenwerking verwoorden: “De arbeidsmarkt staat sterk onder druk. De ene werkgever moet krimpen of gaat failliet, terwijl de andere juist extra mensen nodig heeft. Gelderse zorg- en welzijnsorganisaties hebben daarom de handen ineen geslagen. Zij zorgen er enerzijds voor dat kennis en expertise voor de sector blijven behouden. Anderzijds dat zij zelf flexibel kunnen inspelen op over- en onderbezetting van personeel, én dat de klant krijgt wat hij nodig heeft”.
Bij de samenwerking in het GAM wordt uitgegaan van een regionale intersectorale arbeidsmarkt. De uitgangspunten van dit model zijn de waarden: ‘zelfregie van de medewerker’, ‘werkzekerheid in plaats van baanzekerheid’, ‘werkgeverschap gedeeld of boven de organisaties’ en ‘goed werkgever- en werknemerschap’. De overtuiging is dat deze waarden leiden tot succesvolle oplossingen voor arbeidsmarktvraagstukken.
De praktische uitwerking van de samenwerking berust op drie pijlers. De eerste pijler is een gezamenlijk Transitiebedrijf (vergelijk met een mobiliteitscentrum in grote ondernemingen) dat voor één jaar het werkgeverschap overneemt en met deskundige begeleiding door loopbaancoaches (P&O medewerkers uit de verschillende initiatiefnemers) zorgt voor herplaatsing van boventallige medewerkers. De tweede pijler is de Werkgeverij: een gezamenlijke, besloten marktplaats voor vraag en aanbod van werk waarin partijen - werkgevers en werknemers - contractueel overeengekomen inspanningsverplichtingen hebben om werk aan te bieden. En tot slot de Masterclasses om kennis vanuit de wetenschap (regionale universiteiten en hogescholen) te delen en om te zetten in praktische actie. In dit geheel spelen gemeentelijke en provinciale overheden een belangrijke stimulerende rol.
Voorbeeld:
Op dit moment is er een tekort aan wijkverpleegkundigen. De neiging is om hiervoor alleen starters op te leiden. Die komen echter pas over een paar jaar op de arbeidsmarkt. Volgens de waarden van het GAM is juist goed om (boventallige) mensen uit Zorg en Welzijn die al over de juiste competenties beschikken, bij te scholen en in te zetten.
Een voorbeeld van sectorale samenwerking is de samenwerking tussen woningcorporaties. In de toekomst zullen er minder mensen bij corporaties werken en met andere competenties dan ze nu hebben. De stichting Fonds Leren en Ontwikkelen Wooncorporaties (FLOW) ondersteunt initiatieven die corporaties helpen zich daarop voor te bereiden. Het verhogen van de mobiliteit en inzetbaarheid van medewerkers staat daarbij voorop.
De samenwerking richt zich vooral op loopbaan en mobiliteit. Denk bijvoorbeeld aan het vervullen van vacatures, aan detacheringen, stages en mogelijkheden voor scholing. Door samenwerkings-verbanden te vormen, worden corporaties serieuze gesprekspartners voor andere sectoren. Daaruit komen ook goede digitale tools als Loopbaaninitiatief voort. De samenwerking is een win-win sitiatie: voor medewerkers vergroot de samenwerking hun kansen op de arbeidsmarkt en voor corporaties levert het besparing op in hun transitiekosten. In de regio’s Amsterdam en Noord-Nederland werken corporaties al intensief samen. In Stedendriehoek en omstreken is een nieuw regionaal samenwerkingsverband van start gegaan waarbij, met subsidie en support van FLOW, zestien woningcorporaties samen de arbeidsmobiliteit in hun regio gaan versterken.
De Europose Unie (EU) streeft in haar arbeidsmarktbeleid naar meer ‘flexicurity’, ofwel: een gezonde balans tussen flexibiliteit en zekerheid. De waarden die het GAM hanteert, gelden eigenlijk voor de verbetering van de gehele Nederlandse arbeidsmarkt. Deze is namelijk nog steeds onvoldoende flexibel. Regionale of sectorale samenwerking tussen verschillende organisaties kan een (tijdelijke) oplossing bieden. Ook dat is innovatief organiseren!
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO