Onlangs bleek dat Chinese zuivelproducenten melk en babymelk aanlengden met melamine. Dit is niet goed voor baby’s, 53.000 werden ziek en minstens drie zijn inmiddels overleden aan de nierklachten die melamine veroorzaakt. Schandalen zoals deze zijn ook niet goed voor de reputatie van Chinese produkten en de economische schade van deze affaire kan behoorlijk oplopen. Wat kunnen we hieruit opmaken over de situatie in China?
Het is de partij redelijk goed gelukt om de spelen harmonieus te laten verlopen. Maar ondanks de belofte van een jaar geleden om de veiligheidsvoorschriften rond de produktie van voedsel en geneesmiddelen drastisch te verbeteren, het vrijmaken van een budget van $ 1.1 miljard en het op pad sturen van 300.000 extra inspecteurs is er nu toch weer een nieuw schandaal. Sanlu, een joint venture met de Nieuw Zeelandse zuivelreus Fonterra, wordt met name genoemd. De voorzitster van Sanlu is een partijfunctionaris, en is ook door de partij benoemd. Zo is objectieve controle geen eenvoudige opgave, en lagere partijgenoten hielden zich dan ook niet zozeer bezig met het waarschuwen van het publiek maar deden alle mogelijke moeite om het uit de openbaarheid te houden. Toen de problemen met de babyformule bekend werden op het hoofdkantoor van Sanlu wilden de drie minderheidsvertegenwoordigers van Fonterra de produkten direct uit de schappen halen. De meerderheid was het daar echter niet mee eens. Het verhaal kwam pas naar buiten nadat de overheid van Nieuw Zeeland contact opnam met China. Ouders die hun beklag deden over de ziekmakende melk vonden geen gehoor, en kritische journalisten die twee maanden voor de spelen op het spoor van de affaire kwamen konden niet publiceren om de harmonie rond de spelen niet in gevaar te brengen.
Misschien is het toch niet zo eenvoudig om als een eenpartijstaat een groot land te runnen, en continue economische ontwikkeling op gang te houden. Zonder kritische pers en onafhankelijke controleurs komen controlemechanismen moeilijk van de grond. Het oppakken en executeren van zogenaamd falende partijfunctionarissen blijkt niet te helpen. Het probleem is structureel, de partij moet zichzelf controleren, en dat is lastig. Misschien maken wij ons wel veel te veel zorgen over de opkomende landen als India en China. Er is veel op te merken op de kwaliteit van ons bestuur, maar bij een mondiale vergelijking doen we het bepaald niet slecht. Voordat opkomende landen in onze buurt komen zijn we decennia verder. Het is wel prettig dat de groeiende middenklasse in opkomende landen interesse heeft in onze en andere Europese produkten. De grootste bedreiging voor onze economie blijven we voorlopig zelf. Conservatisme, zoals blijkt uit het onvermogen om het ontslagrecht te hervormen, en uit de toegenomen afkeer van iedereen die van buiten komt, daar hebben we pas echt last van.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro
poesje mao