Vorige week had ik een afspraak bij het CNV. Terloops kwam daarbij plezier in het werk ter sprake, een van de thema´s van het CNV. Gevoelsmatig heb ik er moeite mee om werk met plezier te associëren. Zaterdag is mijn huishoudelijke dag. Dat houdt in opruimen, stoffen en stofzuigen en de wc schoonmaken. Ik vind dat niet plezierig om te doen.
Maar ik heb er ook weer geen hekel aan (als ik eenmaal op gang ben en een leuk muziekje heb opgezet) en na afloop geeft het voldoening. Zo gaat dat thuis, en is het werkende bestaan nu zo wezenlijk anders? Mijn eerste echte baan was personeelsfunctionaris en ik kan eigenlijk geen activiteiten bedenken waar ik echt een hekel aan had. Praktische zaken organiseren zoals een datum voor een training bepalen waarop alle 20 deelnemers kunnen vind ik vervelend, maar er waren altijd anderen die mij dat met genoegen uit handen namen. Ontslaggevallen of conflicten tussen chef en medewerkers zijn vaak lastig en pijnlijk, maar ik vond het eerlijk gezegd wel spannend en uitdagend, en ook leuk. Ik koos natuurlijk niet voor niets voor het vak en daarom is het niet zo vreemd dat ik geen echt vervelende klussen kan bedenken. Wanneer ik ´s ochtends met tegenzin naar mijn werk ging, kwam dat door de chef, collega´s of de organisatie.
Nu heb ik de kans en de capaciteiten gekregen om te studeren en om een professie te kiezen. Dat geldt niet voor iedereen. Kun je met plezier aan de lopende band staan? Op zich wel. Volgens de bedenker van het begrip “flow”, Mihaly Csikszentmihalyi, kun je door je te concentreren op simpele handelingen, en door ze heel bewust uit te voeren, ook aan de lopende band een flow-ervaring hebben. Zen en de kunst van het scientific management. Misschien is het wel een tikkeltje elitair om werk en plezier met elkaar te verbinden. Aan de onderkant van de banenladder is het niet allemaal even leuk, de enkele zenmeester uitgezonderd.
Leveren medewerkers met plezier ook meer productie? Het lijkt logisch maar ik heb mijn twijfels. Denk aan een country club. Wanneer het erg gezellig is zonder dat er prikkels zijn om te presteren zal er weinig uit de handen van de country club komen. Plezier in het werk is niet het eerste knopje waar ik aan zou gaan draaien om tot betere prestaties te komen.
In 2006 is een interessant onderzoek onder 4 miljoen medewerkers in 89 landen gepubliceerd door Sirota, Mischkind en Meltzer waaruit blijkt dat 90% van de medewerkers na verloop van tijd onverschillig wordt over hun werk. De resterende 10% werkt bij werkgevers die drie dingen doen. Ze nemen medewerkers serieus en behandelen ze eerlijk en respectvol, ze bieden de gelegenheid om te presteren, om trots te zijn op het geleverde werk, en als laatste heerst er een sfeer van camaraderie en teamspirit. De schrijvers noemen dit de “three Factor Theory of Human Motivation in the Workplace", en gaan er van uit dat dit een belangrijke factor is die tot lange termijn succes van een organisatie leidt.
Het CNV ziet het wel genuanceerd, en op de website staat dat werkplezier meer is dan enkel het etiketje 'leuk'. De drie-factor-theorie geeft een aardige verklaring van wat maakt dat medewerkers met plezier naar hun werk gaan, dan wel zich met tegenzin uit hun bed moeten slepen.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro
Creëren van plezier, geluk en zelfs succes heeft alles te maken met universele natuurverschijnselen die we als leidraad in ons leven en werk kunnen hanteren. Principes met een natuurlijke causaliteit die zorgen voor tevredenheid, plezier en geluk.
Uit het onderzoek destileer ik de volgende principes:
1. jezelf en anderen met respect en eerlijkheid behandelen
2. ruimte om je eigen verantwoordelijkheid te nemen en je eigen keuzes te maken
3. De overtuiging van ‘overvloed’. Het is mogelijk samen te winnen in tegenstelling tot: ‘ik win, dus jij verliest’.
In het onderzoek wordt gesproken van werkgevers die deze principes toepassen. Ik ga er vanuit dat werkgevers hierin een grote verantwoordelijkheid hebben binnen bedrijven, maar dat ook binnen organisaties iedereen daarin zijn eigen verantwoordelijkheid zal moeten nemen. Als je als werkgever vanuit deze en andere principes opereert krijg je werknemers die hierin hun eigen proactieve rol op zich nemen. Ik ben dan ook benieuwd naar het cijfer dat deze 10% medewerkers geven voor de rest van hun leven. Ik durf zomaar de aanname te doen dat zij ook daarin plezier en tevredenheid ervaren en dat allemaal omdat dezelfde principes ook daarin bepalend zijn voor plezier, tevredenheid en succes!
De vijf dimensies waarop deelnemende organisaties worden beoordeeld zijn geloofwaardigheid, respect, eerlijkheid, trots en kameraadschap. Naar mijn overtuiging zijn organisaties die deze waarden hoog in het vaandel hebben meer duurzaam succesvol dan organisaties die dat niet hebben.
Is dat "een tikkeltje elitair"? Ik denk het niet. De vijf genoemde waarden zijn zoals ik het zie te hanteren in iedere werkomgeving, en kunnen daarin helpen een 'great place to work' te ervaren. Voor iedereen.
Edwin
Persoonlijk ga ik met meer plezier naar mijn werk ga dan naar een film. Dat heeft er met name mee te maken dat ik mijn passie meer kwijt kan in mijn werk dan in het kijken van een film. Op mijn werk ervaar ik sterk dat er invulling wordt gegeven aan die genoemde vijf dimensies. Zoals ik het zie leidt het zorgen voor een hoge mate van geloofwaardigheid etc. allicht tot een grotere beleving van plezier dan in de situatie waarin daar geen of minder sprake van is.
Alles wat leidt tot plezier in het werk is wat mij betreft belangrijk, omdat ik er van overtuigd ben dat mensen dan het meest tot hun recht komen. 'Why leave your heart at home when you go to work'? Als een organisatie mensen in staat stelt om vanuit hun kracht aan het werk te zijn en daarin plezier te ervaren, dan gaan dingen "als vanzelf". Zowel voor het individu als voor de organisatie. De fameuze "flow".
Daarbij helpt het bijzonder als de missie van een organisatie zodanig is dat mensen zich daar "vanuit hun hart" aan kunnen verbinden. Of juist niet, als hun persoonlijke missie ze ergens anders heen brengt.
Plezier en werk zijn voor mij daarmee geen onverenigbare zaken. Sterker nog: organisaties die in staat zijn om een omgeving te creeren waarin met plezier wordt gewerkt, zullen naar mijn overtuiging meer duurzaam presteren dan organisaties die dat niet doen. En was werk daar niet om begonnen? Presteren, en liefst duurzaam (dat wil voor mij zeggen met een hoge mate van continuiteit, met respect voor de omgeving - in brede zin - waarin een organisatie opereert)?