Organiseren: van gestold wantrouwen naar vloeiend samenwerken en aanpassen

Het organigram en de functiebeschrijvingen: het zijn allemaal vormen van gestold wantrouwen. Wantrouwen dat medewerkers meer doen dan hun bevoegdheden toestaan of minder doen dan hun verantwoordelijkheden vereisen. Vaak is organiseren dan ook stollen in plaats van flexibel maken.

Organiseren is vandaag de dag bij veel organisaties gelijk aan vastleggen (‘stollen’). Alles wat nodig is om de doelen te bereiken en het werk te organiseren wordt vastgelegd in schema’s, regels en procedures. Wanneer de omgeving om aanpassing van de organisatie vraagt, dan zijn verandermanagement of reorganisaties niet langer de remedie want reorganiseren is gewoon hernieuwd stollen op een andere manier. Om echt wendbaar te zijn (‘agile’ of ‘adaptief’), heb je een volledig flexibele organisatie nodig die zich snel, zonder wrijving en continu kan aanpassen.

reorganisatie

Traditionele vormen van organisatie-inrichting hebben vooral aandacht voor de statische elementen, zoals afdelingen en handboeken. Flexibele of adaptieve organisaties richten zich daarentegen veel meer op de dynamische elementen, zoals samenwerken, communiceren, reflecteren, leren, informatie vergaren en kennis delen (dit zijn niet toevallig allemaal werkwoorden). In een flexibele organisatie bepaalt niet het organigram of het management hoe binnen de organisatie wordt samengewerkt of hoe de organisatie zich aanpast aan de omgeving, maar wordt de aard en werking van de organisatie bepaald door dynamische processen. Of zoals Johan Roels zegt: ‘the process is the leader’.

In het artikel ‘Vloeibaar organiseren: onontkoombaar’ schrijft Richard van der Lee: “Aan deze vormen van anders organiseren worden allerlei termen gekoppeld. Denk hierbij aan Fluidism … of aan Fuzzy organiseren (‘The Fuzzy Firm’, Van den Born). Zelf noem ik dit al enige jaren vloeibaar organiseren. Dat is gerelateerd aan de gedachte van het ‘vloeibariseren’ van de samenleving, dat de Brits-Poolse filosoof en socioloog Bauman beschrijft in ‘Vloeibare tijden – Leven in een eeuw van onzekerheid’. Zoals Bauman beschrijft, worden relaties steeds vluchtiger en leven we in een maatschappij waarin vrijwel alles beweegt en weigert consistent te worden.”

Metaforen voor vloeiend organiseren

Ik ben al enige tijd op zoek naar een goede metafoor voor de ‘vloeibare organisatie’ of voor het ‘vloeiend samenwerken en aanpassen’. In een eerder artikel gebruikte ik als metafoor ‘de organisatie als vogelzwerm’. In zijn originele boek ‘De kracht van de zwerm: zelfsturing in organisaties’ (2009) beschrijft Jaap van Ginneken de belangrijkste kenmerken van een zwerm:

  • ­ omvat groot aantal gelijksoortige en vrijelijk bewegende eenheden
  • ­ die naar een gemeenschappelijk doel streven
  • ­ die geheel zelfstandig en snel op elkaar en op de omgeving kunnen reageren
  • ­ die zich bewust zijn van hun wederzijdse afhankelijkheid en daarom bij elkaar willen blijven.

Volgens Van Ginneken zijn de voordelen van een zwerm dat deze zich voortdurend kan aanpassen aan nieuwe en onverwachte omstandigheden en een groot vermogen tot zelforganisatie, innovatie en creativiteit heeft dat uitstijgt ver boven de voordelen centrale aansturing.

Als reactie op mijn artikel merkten enkele vogelkenners echter op dat de zwerm niet gebruikt wordt om te trekken, maar om te foerageren en te overnachten. Samenscholen in een zwerm geeft namelijk meer veiligheid voor de individuele vogel. Met ‘meer veiligheid’ hebben de vogels een gezamenlijk doel, maar als metafoor voor een organisatie gaat het toch meer om een te bereiken bestemming als doel.

Als we dan toch bij vogels blijven, dan is ‘de ganzenvlucht’ misschien een betere metafoor. Bij hun jaarlijkse trek vliegen de ganzen in V-vorm met een steeds wisselende voorman waarbij formaties uit elkaar vallen en zich opnieuw vormen afhankelijk van de situatie en de behoefte.

De metafoor van de ganzenvlucht is eigenlijk meer van toepassing op teamwork. Een andere metafoor die ik al enkele keren heb gelezen, onder andere bij de eerder genoemde Richard van der Lee, is de ‘Barbapapa organisaties’. Voor degenen die Barbapapa niet kennen: “De Barbapapa's kunnen hun gedaante in iedere gewenste vorm brengen. Vlak voordat ze naar een nieuwe vorm veranderen roepen ze vaak: "Huup, huup, Barbatruc". Dit gebeurt niet voor elke gedaanteverwisseling.” (bron: Wikipedia).

barbapappa

De Barbapapa’s kunnen zich dus flexibel aanpassen aan hun omgeving, maar alleen in hun verschijningsvorm, aan hun buitenkant. Want hoe de aanpassing van binnen werkt is niet duidelijk. Ook Wikipedia geeft hierop geen antwoord. Deze metafoor geeft ons dus geen inzicht over hoe organisaties wendbaar en flexibel kunnen worden.

De ‘zwerm’ gecombineerd met de ‘ganzenvlucht’ is dan nog de beste metafoor die ik ken. Als iemand een betere metafoor weet, dan houd ik mij aanbevolen! (Reacties graag onderaan dit artikel)

Vloeibaar organiseren door zelforganisatie

Zelforganisatie is een andere manier om de vloeibare organisatie te beschrijven. Bij zelforganisatie zijn er geen opgelegde kaders, de inrichting van de organisatie is bottom-up. Er zijn dus geen organigrammen of procesbeschrijvingen, maar alleen eenvoudige principes. Voor de benodigde principes van zelforganisatie kunnen we de ‘zwerm-principes’ aanpassen en uitbreiden. Bij zelforganisatie zijn of hebben de leden van de organisatie:

  1. een gezamenlijk doel waaraan iedereen wil bijdragen in plaats van moet bijdragen
  2. elkaar nodig (zijn afhankelijk van elkaar) om het doel te bereiken
  3. niet afhankelijk zijn van centrale leiding, maar steunen op eigen initiatief en individuele reactie op wijzigingen in omgeving
  4. de besturing en de uitvoering van de benodigde werkzaamheden liggen in eigen hand
  5. overwegend horizontale samenwerking, inclusief onderlinge afstemming en onderhandeling
  6. een actieve houding en een herkenbare eigen bijdrage (toekijken of alleen kritiek uiten is niet acceptabel).

Om succesvol te blijven in snel veranderende omgevingen is de uitdaging om van gestolde organisaties vloeibare organisaties te maken. Dat doe je door alle statische elementen, of in ieder geval zoveel mogelijk, weg te halen. Dus minder denken in organigrammen en functiebeschrijvingen en meer in gezamenlijke doelen en de kracht van horizontale afstemming tussen medewerkers onderling en met de omgeving (ofwel: zelfsturing en zelforganisatie).

Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen

Probeer het Pro-abonnement een maand gratis

En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.

Word een PRO 

Frank Lambregts
Ik vind 'gestold wantrouwen' een goede samenvatting van hoe veel organisaties zichzelf organiseren. De oude Ackoff schreef een jaar of veertig geleden al dat als je de organisatie tekent als een organigram (de hark), je niet gek moet staan te kijken dat de organisatie zich ook zo gaat gedragen. Jouw verantwoordelijkheden bevinden zich precies in het gebiedje tussen de mensen die boven en onder je staan. Het zijn ook gestolde verantwoordelijkheden.

Organiseren is natuurlijk ook maar een middel - dat wil ik even benadrukken - maar de structuur van een organisatie bepaalt wel hoe iedereen zich gaat gedragen, dus is het wel een belangrijk middel. Als visualisatie de mensen in de organisatie helpt om zich verantwoordelijker te voelen, dan zou ik trouwens niet te veel in de natuur gaan shoppen, want die vergelijkingen gaan snel mank. Is het eigenlijk wel zeker dat een zwerm spreeuwen z'n doel bereikt?

Om dichter bij de mens te komen zou ik liever het stammenverband als metafoor nemen. Een stam is een overzichtelijke eenheid waarin mensen elkaar kennen, iets voor elkaar over hebben, een gezamenlijk doel nastreven en waarin iedereen z'n taak heeft.

De organisatie als een verzameling Gallische dorpjes, die het samen opnemen tegen de Romeinen (de buitenwereld). Met de visionaire kracht van de leider als toverdrank. Dat vind ik een mooi beeld. Ik heb hier de leiding niet weggeredeneerd. Dat lijkt me ook niet verstandig. We hebben aan het Romeinse Rijk kunnen zien wat er op de langere termijn gebeurt als je de coördinatie er uit haalt.
Richard van der Lee
Eric, ik kwam jouw artikel bij toeval tegen en voel me vereerd dat ik hierin terugkom. Bedankt hiervoor. Verder een prima artikel qua inhoud.

Frank, eens dat organiseren slechts een middel is. Dit is iets dat vaak wordt vergeten binnen organisaties. Nog even ingaan op het laatste (De Gallische dorpen) en het wel of niet weghalen van de leiding. Je hoeft leiding niet weg te redeneren. Ik zie het meer als een rol, waarbij deze in veel gevallen situationeel kan worden ingevuld. En over het Romeinse Rijk en de ondergang: Het gaat volgens mij wel iets verder dan een gebrek aan coördinatie, wat natuurlijk ook te maken heeft met de kwaliteiten en drijfveren van mensen die in dit geheel een bepaalde rol vervulden!
Marjan Geschiere
Ik denk als metafoor aan het speelgoed Magnetix. Je hebt mensen met energie (magneetbolletjes) die hun verschillende talenten (staafjes) verbinden met de talenten van een ander waardoor er een versterkend effect optreedt. Als iedereen zijn energie er in steekt en talenten op de juiste wijze bundelt ontstaan er stabiele vormen. Om de connectie te maken is vertrouwen nodig tussen de verschillende deelnemers, als er wantrouwen is werkt het als tegengestelde polen... de verbinding kan niet worden gemaakt.

Los van de zoektocht naar een passende metafoor is het denk ik interessant om het denkwerk en onderzoek te volgen wat vanuit de Radboud Universiteit Nijmegen wordt gestimuleerd onder bezielende leiding van Jan Jonker. In het boek over Nieuwe Business Modellen (NBMs) gaat het om duurzaam ondernemen en waardecreatie, en is een klaverbladmodel beschreven als leidraad voor het komen tot een flexibele organisatievorm.