“Ach, het is een mix van ervaring, onderbuik, spitzenfingergefühl, apres-ski, yin yang, win-win…”
Een tv spotje waarin een manager dit weet te melden over zijn vak. Prachtig fout, aangedikt en uitvergroot. De humor spreekt aan. Hoe zit dat in de werkelijke managementwereld? Regeren daar ook fingerspitzengefühl en de onderbuik?
“Ja, dat is dus een kwestie van onderbuikgevoel” zei een HR-manager laatst tegen me. Ik vroeg hem hoe hij omgaat met de innovatiewensen van zijn medewerkers: ambitieuze professionals met behoefte aan ontwikkeling. Hoe weet je in welke richting de professionals zich willen ontwikkelen? Hoe weet je wat de innovatieve kennisgebieden zijn? Op welke manier kunnen professionals aan hun ambities werken in lijn met de organisatiedoelen? Hoe kom je erachter wie welke opleiding precies moet gaan doen?
Het antwoord: onderbuikgevoel dus. Bij het managen van zoiets belangrijks als ambities, innovatiebehoefte en deskundigheidsbevordering van medewerkers vaart men op onderbuikgevoel. Dan moet je wel erg precies kunnen voelen. En in een grote organisatie ook die gevoelens goed kunnen bijhouden. Lijkt mij lastig.
Wellicht is dit een misvatting en vormen managers een aparte categorie mensen die bijzonder goed kunnen voelen. Maar daar is mij geen enkel wetenschappelijk bewijs van bekend.
Maar zou het kunnen? Kunnen managers beter aanvoelen dan anderen? Stel je voor: managers hebben een kwaliteit die andere mensen missen. Ze voelen van alles en nog wat aan. Een soort zesde zintuig. Wat een ontdekking! En wat een gevolgen: cursussen voor de hoogsenstitieve manager, lotgenotenclubjes, managers kopen massaal de bestseller “Sensing management”. En hún managers schaffen boeken aan over hoe om te gaan met hoogsensitieve werknemers!
Managen is geen kwestie van aanvoelen, vind ik. En zeker niet van apres-ski. Met de nuance dat mensen met bepaalde persoonlijkheidstrekken wat betere leiderschapskwaliteiten hebben of die sneller ontwikkelen. Zonder bepaalde kwaliteiten kom je er niet. Maar zonder kwantitatieve basis ook niet.
Met cijfers maak je onderbuikgevoelens expliciet. Daardoor zorg je dat niet alleen één persoon, die toevallig wat onderbuikgevoelens heeft, weet wat er speelt. Je maakt het transparant. Én je zorgt voor continuïteit. Want wat als die ene onderbuikmanager weggaat? De plaatsvervanger zal opnieuw moeten gaan voelen waar de innovatiebehoeften liggen. Wat als die wat minder sensitief is? Hoe moet je dan opnieuw gaan aanvoelen?
Voor het sturen op innovatie door deskundigheidsbevordering moet je zicht hebben op mogelijkheden en wensen van je medewerkers. Sommige HR-managers zijn blijkbaar in staat dit te doen op gevoel. Goed voor hen. De rest van ons doet het op basis van overzichten van kennis, ambities en expertisebehoefte. Om goed te managen zijn bepaalde overzichten en cijfers gewoon nodig. Net als de manager uit het reclamespotje, trouwens, die de beschikking blijkt te hebben over cijfers van de KvK.
Vaar daarom niet alleen op gevoel, maar maak gebruik van transparante overzichten van expertise en ambities. En laat professionals niet de dupe worden van het onderbuikgevoel van de hoogsensitieve manager.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro
Aan de andere kant, mensen noemen het vaak onderbuikgevoel, maar wat ze eigenlijk bedoelen is dat ze patronen en verbanden zien en het gewoon niet kunnen benoemen als zodanig.
Ik heb een duidelijk beeld van onderbuikmanagement. Het hangt namelijk samen met onderling ver- of wantrouwen binnen een organisatie. Dat vertrouwen is slechts voor een deel gebaseerd op cijfers en methoden. Een hoogleraar zei mij ooit dat de kracht van een organisatie kan worden afgemeten aan de aanwezige zwakke verbindingen. Hij doelde daarbij op de onderlinge relaties. Iedere reorganisatie maakt al die verbindingen in een keer kapot.