Op 12 september jongstleden was ik als één van de honderd juryleden te gast bij de verkiezing van De Gouden Kans 2006. Deze prijs is een initiatief van het innovatieprogramma KansenKanon van het Ministerie van Economische Zaken (Syntens) en de provincie Noord Holland. Winnaar van 2006 werd het bedrijfje Deam, dat een gepatenteerd stuurmechanisme op de markt gaat zetten dat te gebruiken is bij operaties in ziekenhuizen.
Het KansenKanon, mis of raak ?
Het KansenKanon is één van de vele projecten en programma's in Nederland waarmee de (provinciale) overheid tracht technologische innovatie te stimuleren. De aanpak bestaat meestal uit het organiseren van netwerkbijeenkomsten met ondernemers, het uitgeven van fullcolor glossy brochures en dito websites en het gericht adviseren en ondersteunen van technologische start-ups. Niet zelden is de ondersteuning gericht op samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen in een sector of regio, hetgeen natuurlijk een goede zaak is.
Dit alles kost behoorlijk wat geld, in het geval van KansenKanon gaat het om een totaal budget van € 4.460.000 voor de periode 2004 t/m 2007. En KansenKanon is nog maar één van de programma's die vanuit de provincie Noord-Holland worden medegefinancierd. In het geval van deze provincie gaat het om zo'n € 33,6 miljoen, waarvan de provincie zelf ongeveer 38% direct financiert. Dat is een hele hoop euro's. Levert al dat geld ook wat op?
Mij geven dit soort initiatieven al snel de indruk van een enorme draaimolen waarin geld vooral bij een grote groep advies- en onderzoeksbureaus terecht komt. Directe financiering van innovaties neemt maar een beperkte plaats in. Het KansenKanon kent innovatievouchers waarmee ondernemers kennis in kunnen kopen. Het gaat om 40 vouchers ter waarde van €3.500 per stuk. Dit maakt een investering van € 140.000. Waar gaat die andere €4,3 miljoen KansenKanon-geld dan heen? Gaat dit allemaal op aan het organiseren van netwerkbijeenkomsten, innovatiekringen, het aan elkaar knopen van samenwerking en het helpen bij het formuleren van businessplannen?
Ik merk dat dit een zuur stukje begint te worden. Ben ik te negatief? Als je het de ondernemers zelf vraagt dan zijn ze heel erg blij met initiatieven zoals het KansenKanon. Logisch, want als startende ondernemer ben je blij met alle steun die je kunt krijgen. Maar dat wil nog niet zeggen dat het geld efficiënt en effectief wordt besteed.
Moeten we af van aanbodgerichte innovatieprogramma's en moeten we bijvoorbeeld toe naar een start-up gebonden budget voor innovatie, bijvoorbeeld via fiscale maatregelen? Of moeten we helemaal stoppen met innovatiesubsidiëring en al het geld in onderwijs en infrastructuur stoppen? Ik ben er nog niet uit. Wat vindt u?
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro
Ook ik had de eer hier als jurylid op te mogen treden en ik heb mezelf dezelfde vraag gesteld: raakt dit kanon nu doel of zijn het losse flodders?
Kijkend naar het doel "het innovatie gedrag bevorderen in het MKB n de regio" kom ik tot de conclusie dat het doel op z'n minst niet effectief geraakt wordt. Zoals je schrijft waren de genomineerden vooral starters, en starters zijn wel innovatief. Maar of dit nu een stimulerend effect heeft op het gevestigde MKB? Waarschijnlijk niet.
Als nu bijvoorbeeld voor iedere branche gezocht zou worden naar het MKB bedrijf wat het meest innovatief is, en de resultaten van dit bedrijf afgezet zouden worden tegen de branche gemiddelden, dan zou dat een stimulans voor anderen kunnen zijn. Dat zegt immers iets over het resultaat van innovaties. Het steunen van techno-starters is natuurlijk heel nuttig, maar heeft naar mijn idee weinig te maken met het bevorderen van het innovatiegedrag in het MKB.
Groet,
Peter Fekkes
Nuttige aanvulling. Volgens mij zou de organisator van het KansenKanon (Syntens) dit op zich kunnen nemen. Zij zien immers vele MKB'ers die iets met innovatie willen, dus zij zouden een benchmark aan kunnen leggen.
Groeten,
Edwin
Laat ik voorop stellen dat ik zijn kritische vragen waardeer want inderdaad zijn lang niet alle initiatieven op het gebied van innovatiestimulering even doeltreffend. Het Kansenkanon heeft echter zijn succes na twee jaar al bewezen, waarbij de doelstellingen die voor de totale looptijd van 3 jaar zijn geformuleerd al grotendeels zijn bereikt.
Lambregts spreekt van ‘die aanbodgerichte innovatieprogramma’s’ terwijl Het Kansenkanon nu juist volledig vraaggestuurd is. Samen met de ondernemers worden de knelpunten en drempels op de weg naar innovatie geïdentificeerd. Het is mij dan ook volslagen onduidelijk waar Lambregts zijn mening op baseert. Wel stelt hij zichzelf de vraag: ben ik te negatief? Het antwoord werd gegeven door de ondernemers zelf die hij tijdens het event ondervroeg. Zij waren allemaal zeer enthousiast, moet Lambregts bekennen. “Maar,??? voegt hij eraan toe, “startende ondernemers zijn blij met alle steun die ze kunnen krijgen.??? Daar brak mijn klomp. De bij Het Kansenkanon betrokken ondernemers zijn met name gevestigde ondernemers. Bovendien zijn ze stuk voor stuk zeer drukbezette mensen die absoluut geen tijd hebben om deel te nemen aan praatclubjes en netwerkbijeenkomsten waar ze niets aan hebben. Misschien moet Lambregts eens een kijkje in de keuken gaan nemen bij het Bulb Trade Center, bij bedrijven als LiveCom, Hexos, Potveer of de winnaar van dit jaar: Deam. Stuk voor stuk ervaren en veeleisende ondernemers.
Verder is het heel makkelijk om cynisch te zijn over projecten die mislukken. Reële innovatieprogramma’s calculeren mislukking echter in en accepteren ook dat mensen een keer onderuit gaan. Van de 60 businessclusters die wij helpen oprichten, moeten er volgens doelstelling uiteindelijk minimaal 10 overeind blijven. De rest strandt onderweg. En dat is normaal, anders heet het geen innovatie. We zitten nu op tweederde van het programma en we hebben 54 clusters opgestart. 10-15 zitten al in de realisatiefase dus de kans is groot dat zij succesvol worden. Dat lijkt me goed besteed overheidsgeld.
Tot slot wil ik graag het vooringenomen beeld corrigeren dat Lambregts schetst als het gaat om de besteding van de centjes: er gaat niets naar grote, dure adviesbureaus. Driekwart van het totale budget wordt rechtstreeks in de ondernemingen gepompt in manuren van Syntens die de ondernemers begeleiden. De overige 25 procent gaat op aan derden die de bij Het Kansenkanon betrokken bedrijven en clusters adviseren en helpen hun innovatie succesvol te maken. Denk hierbij aan marktonderzoek, voor ondernemers benodigde know-how van kennisinstellingen en partijen als TNO, het algehele projectmanagement en de communicatie over het programma. Want mede dankzij de goede communicatie zijn er nu zo’n 1200 ondernemers bij Het Kansenkanon betrokken.
Het Kansenkanon boekt concrete en mooie resultaten. Er wordt om die reden al gesproken over de mogelijkheden van landelijke uitrol. Ik nodig de heer Lambregts van harte uit voor een gesprek om hem van wat meer feiten te voorzien. Daar wordt zijn eventuele volgende stukje journalistiek ongetwijfeld beter van.
Martijn Meima is projectleider van Het Kansenkanon, een driejarig innovatieprogramma op initiatief van provincie Noord-Holland en Syntens.