Vanmiddag was ik te gast bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor een workhop over "sociale innovatie en medezeggenschap". Een boeiend onderwerp, te meer omdat geen brede overeenstemming is over wat er onder sociale innovatie wordt verstaan. Iedere partij claimt het begrip met zijn eigen particuliere agenda. En dan de link met medezeggenschap, hoe moeten we dat zien? Het is een nuttig initiatief van het Ministerie vam SZW om eens wat helderheid over deze begrippen te verschaffen en om medezeggenschap op de sociale innovatiekaart te zetten.
Verrassenderwijs waren de aanwezigen het vrij snel eens over de ingrediënten voor een werkdefinitie voor sociale innovatie. Termen die vielen waren bijvoorbeeld "van onderop organiseren", "sociale dialoog", "concurrentiekracht", " innovatie van de organisatie", "kwaliteit van de arbeid", "slimmer werken" en "deregulering". Met andere woorden: innovatief organiseren. Wat ik interessant vond dat het boek De levende Onderneming van Arie de Geus werd aangehaald. In dit boek staat de idee centraal dat bedrijven levende gemeenschappen zijn met een eigen identiteit. Sociale innovatie in deze context is het tegelijkertijd ontwikkelen van de organisatie en het ontwikkelen van de talenten van de mensen die er werken. Op die manier kunnen ondernemingen zich lerendeweg aanpassen aan een veranderende omgeving. De pay-off is de duurzame onderneming (in de betekenins van: continuïteit, kwaliteit).
Ontwikkelen kost tijd, en daar is in de jachtige en Angelsaksisch gekleurde wereld van vandaag de dag niet altijd het geduld voor. Verwijzend naar Cor Boonstra werd tijdens de workshop geopperd dat ondernemingen vandaag de dag behoefte hebben aan een spagetti van formele en informele communciatiestructuren om tot nieuwe dingen te komen. Overigens wilde Boonstra juist minder spagetti, maar dat terzijde. Bedrijven zullen ook de creativiteit moeten aanspreken die zich onder het topje van de ijsberg bevindt. Dus niet alleen het topmanagement, maar alle stakeholders. Hoe maak je iedereen betrokken bij de toekomst van je bedrijf?
Als nuchtere econoom voeg ik er dan wel aan toe dat sociale innovatie om de sociale innovatie weinig zin heeft. Je wilt er wel wat voor terug zien. Mijn idee is dat sociale innovatie moet leiden tot concurrentieel voordeel. In een globaliserende wereld waarin "we" het op kosten niet meer redden en ook onze R&D steeds vaker uit het buitenland komt moeten we ons afvragen waar we de concurrentiekracht van de Nederlandse economie in moeten zoeken. Waarin kunnen we onverslaanbaar zijn? Volgens mij is sociale innovatie een deel van het antwoord: slimme organisatieconcepten, regisseur van complexe netwerken, snel kunnen reageren, een gedragen lange termijn visie over organisatie- en arbeidsperspectief.
Als ik de alinea's hierboven nog eens nalees komt het in me op dat het bijna vanzelfsprekend is dat medezeggenschap een rol speelt bij innovatief organiseren. Immers, medezeggenschap verenigt twee doelstellingen. De ondernemingsraad is er voor het goed functioneren van de organisatie in al haar doelstellingen, en is tevens een vertegenwoordiging van de in de onderneming werkzame personen. Je mag van sociale innovatie verwachten dat het meerwaarde oplevert voor de onderneming. Zo mag je ook van de medezeggenschap een "return on medezeggenschap" verwachten.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro
Volgens mij zou de medezeggenschap zich wel degelijk moeten inspannen voor sociale innovatie. De OR is immers een vehicel voor indirecte participatie van medewerkers. Naar mijn mening zou de OR moeten bevorderen dat zaken die dicht tegen het "verrichten" van het primaire proces van de organisatie aanliggen zo veel mogelijk via de weg van directe participatie geregeld worden. De OR kan zich dan bezighouden met de hoofdzaken en zich dan toeleggen op het adviseren van de bestuurder over het "richten" en "inrichten" van de organisatie. De OR is dus zelf onderwerp van sociale innovatie (moet strategischer en pro-actiever opereren) en tevens aanjager (werkoverleg, verbeterteams e.d. bevorderen).
Groet,
Edwin
Dat is mijn wens voor sociale innovatie in organisaties. Het is toepasbaar - en wat mij betreft nodig - op alle niveaus. Hierbij kiest de leider/manager bewust voor participatief leiderschap. Hij/zij houdt zich enkel bezig met het bouwen van zijn/haar team, het beschikbaar stellen van resources en het volgen van de resultaten. Op topniveau komt daar natuurlijk ook het vormen en communiceren van een visie, missie en koers bij, waarbij overigens ook weer alle onderliggende lagen actief betrokken worden.
De leider/manager die omwille van sociale vernieuwing kiest voor participatief leiderschap houdt zich nadrukkelijk niet meer bezig met voortdurend instrueren en controleren van de uitvoering. Hij/zij is - met de handen op de rug - sterk betrokken bij zijn mensen, geeft volop ruimte en gunt mensen hun eigen succes; is in zijn beslissingen en communicatie volstrekt transparant en daarmee een inspirerend voorbeeld van moed.
Ken jij ondernemingsraden die zich voor deze vorm van sociale vernieuwing hardmaken, ken jij resultaten daarvan?
Naar mijn idee is er juist meer sturing nodig om tot een goede zelforganisatie te komen. Participatief leiderschap moet niet betekenen 'langs de zijlijn staan kijken hoe anderen het werk doen'. In mijn ervaringen hebben werknemers, uitzonderingen daargelaten, geen behoefte aan een coachende baas. Wel aan een baas die duidelijk en consistent is, zijn verantwoordelijkheid pakt en voor het belang van zijn mensen staat. Handen uit de mouwen dus in plaats van in de zakken!
Edwin