Sociale innovatie is volgens het NCSI, het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie, het systematisch verbeteren van de manieren van werken in organisaties. Dat kan door andere vormen van management in te zetten, meer gebruik te maken van flexibele organisatievormen en door slimmer werken zodat organisaties talenten beter benutten. Een belangrijke speler binnen organisaties is de zogenaamde professional. Professionals blijken zich in toenemende mate onbehaaglijk te voelen in hun functioneren.
Op 21 mei staat er zelfs een symposium in Zwolle op de agenda over het thema beroepseer. Dit onder de prachtige titel: gekooide professie? Veel professionals voelen zich belemmerd in hun functioneren door regels, procedures, prestatiecontracten en altijd maar weer die vermaledijde, fors overbetaalde, sta in de weg van de manager. Geef de professional de ruimte om zelf te bepalen wat er moet gebeuren, en het respect zoals dat vroeger zo gewoon was, en alles zal weer snel beter worden. O, ja? In de Volkskrant van 28 april 2007 beschreef stadsdeelvoorzitter Slotervaart Ahmed Marcouch dat er bij een probleemgezin wat zoveel overlast veroorzaakt dat drie omwonende families hun boeltje maar hebben gepakt, ongeveer 20, jawel, TWINTIG, organisaties betrokken zijn. Hij verzuchtte geen bevoegdheden te hebben om de ernstige overlast van het gezin aan te pakken. Hij ziet de hulpverlenende instanties niet samenwerken en zegt dat ze geen oog hebben voor de brede context en alleen maar opkomen voor hun deelbelang. Geweldig, die professionals! En die moeten we dan meer ruimte geven en dan komt het best wel goed? Hoe professioneel is het dan wel om je bij je werk niet af te vragen binnen welke context je zit, of jouw bijdrage binnen het grote geheel wel zinvol is, of het wel efficiënt is om met 19 andere hulpverlenende instanties bij een cliënt betrokken te zijn? Ik heb daar geen hoge pet van op maar tot mijn verbazing voldoen de 20 hulpverleners waarschijnlijk wel aan de normen voor professioneel handelen. Althans, in mijn pas vernieuwde beroepscode van het NIP, het Nederlands Instituut voor Psychologen, lees ik niets over afstemming met andere hulpverleners en verantwoordelijkheid tov de samenleving. Gelukkig kan het ook anders. In de “ethical guidelines for O.D. (organization development) professionals staan twee relevante artikelen. De eerste is “Serve the long term well-being, interests, and development of the client system and ALL ITS STAKEHOLDERS. De tweede “Act with sensitivity to the fact that my recommendations and actions may alter the lives and well-being of people within my client-system AND THE LARGER SYTEM OF WHICH THEY ARE SUBSYSTEMS. In deze beroepscode wordt de professional dus wel opgeroepen om terdege rekening te houden met de context.
Ik heb de volgende mening. Kennis neemt in snel tempo toe, er ontstaan meer specialismen, ook binnen professionele beroepen, en die beroepen krijgen dus per definitie een steeds smallere scope. Een echte professional houdt daar dus rekening mee, kent haar of zijn beperkingen en maakt een professionele afweging over samenwerking indien dat nodig is. Ik heb de indruk dat beroepscodes en opleidingsinstituten onvoldoende rekening houden met afstemmingsproblemen in het functioneren van de professional, die immers per definitie steeds minder weet! Een professional die niet goed weet om te gaan met afstemmingsproblemen en de eigen beperkingen, en multidisciplinaire samenwerking niet goed vorm weet te geven, is geen echte professional maar een trekpaard. Een paard met oogkleppen op in de porseleinkast van de moderne complexe samenleving. Helaas kom je er niet mee wanneer de enige route die je kunt lopen het jaagpad is. Professionals hoeven niet verbaasd te zijn dat de samenleving ze niet meer zo serieus neemt. Het lijkt mij hoog tijd dat professionals eens gaan “sociaal innoveren”, zich diep gaan beraden over (dis)functioneren, samenwerking en afstemming en daar vervolgens zelf eens wat aan gaan doen!
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro
groet,
j
Je stelt dat het gevolg van dit oogkleppengedrag wordt dat dat de samenleving professionals niet meer zo serieus neemt. Dat zit er dik in.
Een goed signaal, Hans. Ik hoop dat we hier aan een discussie toekomen hoe we dit moeten oplossen.
Bedankt voor jullie reacties. Ik denk dat onmacht inderdaad een rol speelt, oftewel angst om de gevestigde positie in te ruilen voor een andere manier van werken die nog erg onzeker is. Ik heb wel een aantal ideeen over de positie van de professional. Die zal ik omschrijven in "trekpaard II", maar ik wacht eerst verdere reacties op de site en het congres over beroepseer af.
Als je ergens speciaal verstand van hebt, zou het kunnen zijn dat je een professional bent. Je bent dan degene aan wie gevraagd wordt 'wat er moet gebeuren en hoe het moet gebeuren'. Als je dan vervolgens begrijpelijkerwijs niet al te kritisch benaderd wordt, dan ga je al gauw denken dat je niet alleen verstand hebt van zaken binnen je eigen professie, maar ook van zaken die er niks mee te maken hebben. Een zekere vorm van autisme maakt zich van je meester. En dan gaat het mis. Je begeeft je op het terrein van andere professionals. Daar komen grote brokken van.
Mijn mening is dat professionals vaker een geweldige schop onder hun kont moeten krijgen, zodat ze niet in de valkuil van hun eigen professionele autisme vallen. Die schop moet gegeven worden door de cliënten, maar ook door de leidinggevende. Helaas is die vaak ook een omhoog gepromoveerde professional.
Autisme vraagt om behandeling. Sociale Innovatie kan één van die behandelmethoden zijn, maar het is niet erg waarschijnlijk dat de lijders aan de kwaal dit zelf inzien.