‘In control’ zijn, willen we dat nou wel of juist niet?

“Kenmerkend voor hedendaagse organisaties is de zich steeds verder uitdijende lavastroom aan control, beheersing, monitoring, sturing, accreditaties, registraties, protocollen en regels. Steeds meer lijden we er onder. Auditen, afvinken, inspecteren en registreren zijn inmiddels dagelijkse kost geworden. En ze vergen steeds meer van onze tijd en aandacht. Werkactiviteiten bestaan pas, als ze zijn geregistreerd. We zijn pas accountable als we auditable zijn.” Met deze kritische tekst op de achterflap schetst Thijs Homan het centrale thema van zijn boek ‘In control?’ (2017): hoe ontsnappen we aan alle bureaucratie? Of willen we dat eigenlijk niet? Want later stelt Homan vast dat we al deze bureaucratie eigenlijk ook wel fijn vinden … Kortom, volgens Homan hebben we een haat-liefde verhouding met bureaucratie en beheersing.

De ondertitel van Homan’s boek is: ‘Perspectieven op de beheerskramp in en om organisaties’. En het boek doet deze ondertitel zeker eer aan: Homan analyseert het fenomeen bureaucratie vanuit alle mogelijke gezichtspunten. In deel 1 vanuit een theoretisch perspectief op grootschalige veranderingen en in deel 2 aan de hand van zogenaamde ‘narratieven’, persoonlijke verhalen van ervaringen van mensen die veranderingen teweeg willen brengen in een bureaucratie, de zogenaamde ‘activistische doeners’. In deel 3 komt Homan terug op de centrale vraag: ‘hoe erg is het eigenlijk gesteld met de bureaucratie en wat zullen de komende jaren ons brengen?.

In de inleiding stelt Homan dat er drie tendensen zichtbaar zijn: allereerste de bijna onstopbare tendens naar toenemende bureaucratisering, daarnaast de tendens van de opkomst van ‘blije, vrolijk-rebelse’ alternatieven zoals ‘Semleriaans organiseren’ en ‘terug naar de bedoeling’ en als derde tendens zien we een groeiende groep individuen die grote bureaucratische organisaties ontvluchten en voor zichzelf beginnen. Homan vraagt zich af welke tendens het zal gaan winnen. Ik kan alvast verklappen dat de conclusie van Homan is dat het allemaal veel complexer en genuanceerder ligt, maar dat we in ieder geval nog niet op het punt zijn aangekomen dat de bureaucratieën op instorten staan en overgenomen zullen worden door ‘blije’ alternatieven. Bureaucratie biedt namelijk ook veel voordelen, zowel voor de maatschappij, de organisatie, als voor het individu.

“Welke kant het uiteindelijk ook op zal gaan, de grote mate van gewenning en soms zelfs verslaving aan de regel- en controlehabitus, maakt dat blije oproepen tot bezieling, autonomie en ruimte weleens als sterk amputerend ervaren zouden kunnen worden. Je vraagt mensen om dingen te doen die totaal onvoorspelbaar zijn, terwijl zij leven in een wereld waar alles juist voorspelbaar gemaakt wordt. Het houden aan de regels biedt relatieve veiligheid en overzichtelijkheid en dan zijn zelfsturing, professionele ruimte, creativiteit en bezieling flink bedreigende zaken. Hoe gelukkig maak je iemand als je iemand bevrijdt van datgene waar hij tegelijkertijd het meest over klaagt en het meest van houdt?”.

Een complex, maar interessant en intrigerend boek!

Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen

Probeer het Pro-abonnement een maand gratis

En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.

Word een PRO 

Wim Nusselder
Het lijkt me een interessant boek, maar op grond van deze bespreking lijkt het -vanuit mijn perspectief- essentiële perspectief te ontbreken:
In welke organisatiecontext is 'in control zijn' wel/niet nastrevenswaardig (en in welke mate), in welke mate is het (daar) mogelijk en welke alternatieven zijn er (voor welke contexten)?
Onno Geveke
Wanneer ben je eigenlijk 'in control' ? Als je nú denkt in control te zijn, kan dat het volgende moment volledig anders zijn. Hoe helpen al die procedures en controlerende activiteiten dan eigenlijk? 'In control' zijn is nog wat anders dan controleren. De uitdaging die voorligt, is het gevoel in control te zijn te laten samengaan met het ruimte geven aan, en vertrouwen van, de professionals in de organisatie. En dáár regelmatig mee in gesprek zijn om te voelen hoe in control het collectief dan is. Én wat je daarvan dan wilt vastleggen en zichtbaar maken.